Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 april 2014
gepubliceerd op 22 oktober 2014

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen, betreffende de arbeidsvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2014012072
pub.
22/10/2014
prom.
28/04/2014
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 APRIL 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen, betreffende de arbeidsvoorwaarden (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen, betreffende de arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 april 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2013 Arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 11 oktober 2013 onder het nummer 117343/CO/113.04) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die vallen onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen namelijk NV Wienerberger (Divisie Pottelberg - Divisie Kleidakpannen - Divisie Tuileries du Hainaut) en NV Koraton.

Onder "arbeiders" wordt verstaan : arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Uurlonen

Art. 2.Categorieën en bruto minimumuurlonen per 1 januari 2013 :

Categorie/ Catégorie

Functie/Fonction

Uurloon/Salaire horaire Wienerberger

Uurloon/Salaire horaire Koraton

1

Kuiser Handlanger Starter Nettoyeur Manoeuvre Débutant

14,0858

13,9158

2

Uitzoeker droge produkten Verpakker - Stapelaar Trieur de produits secs Palettiseur

14,2225


3

Toezichter invoer klei Kleivoorbereiding Contrôleur d'entrée d'argile Préparation de mélange

14,2627


4

Losser en Sorteerder Défourneur et Trieur

14,3615


5

Vormer hulpstukken Waterzuivering Production d'accessoires Epuration d'eau

14,4421


6

Geschrapt Aboli


7

Vakman Mecanicien en elektricien 1e klasse Machinebediener Vuller manueel en controle Ouvrier qualifié Mécanicien et électricien de 1re classe Conducteur de machine Enfourneur manuel et contrôleur

14,5970

14,3788

8

Waker oven en drogerijen Veilleur four et séchoirs

14,8012


9

Mecanicien en elektricien 2e klasse Mécanicien et électricien de 2e classe

14,8204


10

Voorman Surveillant

14,8576


11

Mecanicien en elektricien 3e klasse Meestergast en ploegleider Mécanicien et électricien de 3e classe Contremaître et chef d'équipe

14,9531

14,7946


Art. 3.Starter. Een starter is een arbeider die onder gelijk welke vorm van contract één van de bedrijven komt vervoegen. De arbeider die van het ene bedrijf naar het andere overstapt, wordt niet beschouwd als een starter. Er wordt onderscheid gemaakt in het verwerven van het functieloon tussen een procutiearbeider en een technisch arbeider. De productiearbeider start aan het startersloon categorie 1 en krijgt vanaf de 5e week het loonverschil ten opzichte van zijn functieloon uitbetaald in premie. Na 6 maanden in die functie krijgt hij het bijbehorend functieloon. Een technisch arbeider start aan het startersloon categorie 1 en krijgt geen premie. Zijn loon evolueert van categorie 1 naar categorie 4 na 6 maanden en na 12 maanden krijgt hij het loon van categorie 7.

Art. 4.Verduidelijking functieklasses categorie 9 en categorie 11 - Categorie 9 : mecanieker/electrieker 2e klas, is in staat om op volledig autonome manier zowel gevarieerde taken en/of complexe taken af te werken. Hij kan tevens volledig nieuwe zaken op basis van een plan, technische documentatie of een beschrijving van een opdracht zelfstandig afwerken. Onder de zelfstandige afwerking wordt verstaan dat door eigen kennis en kunde en na voltooien van de opdracht, de gemaakte installaties/machines/of diens aanpassingen, worden beschreven qua functionaliteit, voorzien worden van de nodige werkinstructies (inclusief indien nodig de technische specificaties).

De redactie van de technische documenten (elektrische en mechanische plannen, schema's) behoort eveneens tot de basis capaciteiten. - Categorie 11 : mecanieker/electrieker 3e klasse, is gelijkaardig aan een 2e klas qua basis competenties maar heeft daarbij de dagelijkse leiding over een ploeg van meer dan 2 medewerkers.

Art. 5.Met betrekking tot deze indeling van de functies zoals die door de arbeiders in de bedrijven wordt uitgeoefend in de verschillende klasses wordt bepaald dat deze indeling door de directie gebeurt en wordt deze indeling éénmaal per jaar geëvalueerd in de maand januari. Omtrent deze indeling voert de directie een communicatie rechtstreeks met de betrokkenen.

Art. 6.De verloning van studentenarbeid wordt vastgelegd op een percentage op het loon van categorie 1. De volgende percentages van dit loon worden toegepast :

1e jaar student of volgend jaar student die geen 4 weken cumul activiteit heeft opgebouwd

65 pct./p.c.

1re année de travail étudiant ou année suivante mais sans avoir atteint un cumul de 4 semaines d'activités

2e jaar student met minimaal 4 weken gecumuleerde activiteit in de voorgaande jaar

70 pct./p.c.

2e année en étudiant avec au minimum un cumul de 4 semaines d'activités l'année précédente

3e keer student met minimaal 4 weken gecumuleerde activiteit als 2e jaars

75 pct./p.c.

3e fois étudiant avec au minimum 4 semaines d'activités cumulées en tant que 2e année de travail étudiant

4e keer student met minimaal 4 weken gecumuleerde activiteit als 3e jaars

80 pct./p.c.

4e fois étudiant avec au minimum 4 semaines d'activités cumulées en tant que 3e année de travail étudiant


HOOFDSTUK III. - Arbeid in ploegen

Art. 7.De arbeiders die in drie opeenvolgende ploegen werken genieten een premie van 8 pct. berekend op het werkelijk verdiend loon. De overlonen die eventueel voor het werk op zondag worden toegekend, zijn uitgesloten voor deze berekening.

Enkel de arbeiders van de Divisie Pottelberg die in een onderbroken drieploegenstelsel werken met een onderbreking in het middel en op het einde van de week, genieten een premie van 8 pct. berekend op het werkelijk verdiend loon.

Art. 8.De arbeiders die in twee ploegen werken - één voor- en/of één namiddag - genieten een toeslag van 6 pct. op zijn/ uurloon.

Het ploegenstelsel kan zich uitstrekken tot een deel van de zaterdagnamiddag. De arbeiders die de zaterdag voormiddag opkomen, genieten voor de zaterdag een bijkomende premie van 8 pct. berekend op het werkelijk verdiend loon.

Art. 9.De arbeiders die in de nacht werken in het vijfdagenstelsel, genieten een premie van 14 pct. berekend op zijn uurloon. Voor nachtarbeid op zaterdag wordt een premie van 33,33 pct. en voor zondag een premie van 100 pct. toegekend op zijn/haar uurloon.

Art. 10.Voor het werk op zon- en feestdagen wordt een loonbijslag van 100 pct. toegekend. HOOFDSTUK IV. - Koopkracht

Art. 11.De totale waarde van de maaltijdcheque bedraagt 6,00 EUR per gepresteerde dag. Het aantal gewerkte dagen is het, op gehele eenheden afgerond quotiënt van het aantal gewerkte betaalde uren in de maand gedeeld door de gemiddelde voltijdse dagprestatie (7,6 uren). Het werknemersaandeel in de maaltijdcheque bedraagt 1,09 EUR en het werkgeversaandeel 4,91 EUR. HOOFDSTUK V. - Kort verzuim

Art. 12.Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 28 augustus 1963, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 juli 1970, 22 juli 1970, 18 november 1975, 16 januari 1978, 12 augustus 1981, 8 juni 1984 en 27 februari 1989, betreffende het behoud van het normaal loon van de werklieden, de dienstboden, de bedienden en de werknemers aangeworven voor de dienst op binnenschepen, voor afwezigheid ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen en burgerlijke opdrachten, hebben de arbeiders het recht het werk te verzuimen voor de hiernavolgende redenen en voor een als volgt vastgestelde duur : a) Overlijden van echtgenote of echtgenoot of van wettelijke samenwonende partner of van inwonende kinderen : vanaf de dag van het overlijden tot de dag van de begrafenis met een maximum van vier dagen;b) Syndicale opdrachten : de verloren uren voor het uitoefenen van opdrachten ingevolge syndicale opdrachten in het kader van het paritair comité. Het werkverzuim wordt betaald aan 7,6 uren vermenigvuldigd met het uurloon zoals vermeld in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, verhoogd met de van toepassing zijnde toeslagen.

Voor de deeltijdsen gebeurt de betaling pro rata het aantal gewerkte uren per week. HOOFDSTUK VI. - Arbeidsduur

Art. 13.De wekelijkse arbeidsduur is bepaald op achtendertig uren.

De wekelijkse arbeidsduur wordt verdeeld over de eerste vijf dagen van de week.

Hij mag gespreid worden tussen de maandagmorgen en de zaterdagmorgen voor de arbeiders welke ploegenarbeid verrichten. Voor de arbeiders van de Divisie Pottelberg, welke vermeld onder artikel 7, 2de lid en artikel 8, 2e lid mogen de ploegen gespreid worden tussen de maandagmorgen tot en met de zaterdagnamiddag. HOOFDSTUK VII. - Carenzdag

Art. 14.Vanaf 1 juli 2013 wordt de carenzdag afgeschaft. HOOFDSTUK VIII. - Bestaanszekerheid

Art. 15.Aan de arbeiders wordt een bestaanszekerheidsvergoeding toegekend.

Art. 16.Het recht op bestaanszekerheidsuitkeringen wordt toegepast vanaf het ogenblik dat de arbeider door de werkgever gedeeltelijk werkloos werd gesteld.

Art. 17.Hebben recht op deze bestaanszekerheidsuitkering, alle arbeiders die, onafgezien van hun leeftijd, minstens drie maanden anciënniteit in de ondernemingen die vallen onder het paritair comité.

Art. 18.De gewettigde afwezigheidsdagen worden met gewerkte dagen gelijkgesteld.

Art. 19.De bestaanszekerheidsvergoeding in geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens technische of economische werkloosheid en wegens slecht weer bedraagt 5,75 EUR per dag met een maximum van 150 dagen per kalenderjaar. Indien de periode van werkloosheid meer dan deze 150 dagen zou bedragen wordt voor de periode 2013-2014 een aanvullende periode van 50 dagen per kalenderjaar voorzien waarin de bestaanszekerheidsvergoeding betaald zal worden. Deze bijkomende 50 dagen worden door de werkgever betaald zoals de eerste 150 dagen en worden ten laste genomen door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de pannenbakkerijen".

Art. 20.Het bedrag van de bestaanszekerheid wordt bij elke nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst aangepast. Vanaf 1 juli 2013 wordt het bedrag geïndexeerd naar 5,75 EUR.

Art. 21.In geval van ontslag is het werkgever ertoe gehouden aan de arbeider een toeslag van 5,44 EUR per vergoede werkloosheidsdag uit te keren naar rato van één dag per drie gepresteerde dagen gedurende maximum 75 werkdagen vanaf de dag van het definitief ontslag.

Art. 22.Bij verandering van werkgever vervalt het recht op bestaanszekerheidsuitkering en dit van zodra de arbeider een arbeidsovereenkomst afsluit in een onderneming die niet onder het toepassingsgebied valt van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De arbeider behoudt evenwel zijn verworven recht op bestaanszekerheidsuitkering bij zijn vroegere werkgever wanneer hij een arbeidsovereenkomst afsluit in een onderneming die eveneens onder de toepassing valt van deze collectieve arbeidsovereenkomst met inachtneming van het maximum van 150 werkdagen, bepaald onder artikel 19.

Art. 23.Het recht op bestaanszekerheidsuitkeringen vervalt onder : a) bij het vrijwillig verbreken van de arbeidsovereenkomst door de arbeider;b) bij ontslag om dringende redenen;c) bij SWT-regeling en bij op pensioenstelling.

Art. 24.De bestaanszekerheidsuitkeringen worden betaald op de normale datum van de uitbetalingen van het loon. De betalingen gebeuren op vertoon van het formulier, door de werkgever bij ontslag verstrekt, waarop door de organisatie belast met de betaling van de werkloosheidsuitkeringen de vergoede werkloosheidsdagen zijn aangegeven en waarop eveneens de ontvangen uitkering van de bestaanszekerheid wordt vermeld.

Art. 25.Op verzoek van de werkgever, dienen de arbeiders die het voordeel van de bestaanszekerheidsuitkering genieten, onmiddellijk de arbeid te hervatten, met inachtneming nochtans van de wettelijke opzeggingsperiode in het geval zij een andere arbeidsovereenkomst zouden afgesloten hebben. In geval van weigering verliezen zij bij bedoelde werkgever het recht op bestaanszekerheidsuitkering.

Art. 26.Alle onvoorziene of twijfelachtige gevallen kunnen steeds aan de directie van de onderneming of ter bespreking aan het paritair comité, worden voorgelegd. HOOFDSTUK IX. - Eindejaarspremie

Art. 27.De arbeiders die ingeschreven zijn in het personeelsregister van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen hebben recht op een eindejaarspremie waarvan het bedrag voor 2013 en 2014 gelijk is aan het bedrag van het loon van 164,66 uren arbeid, berekend op basis van het gemiddelde der conventionele uurlonen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, artikel 2, onder de kolom uurloon Wienerberger, van toepassing op respectievelijk 1 december 2013 en 1 december 2014.

De arbeiders die op 31 december 2013 en 2014 in het personeelsregister van de ondernemingen zijn ingeschreven en die effectief werk hebben verricht in 2013 en 2014 kunnen op de betaling van de eindejaarspremie aanspraak maken.

De premie wordt uitgekeerd in verhouding tot de gewerkte maanden.

Onder "gewerkte maand" wordt verstaan : de maand gedurende dewelke de arbeider minimum tien werkdagen telt. Voor de deeltijdsen gebeurt de betaling pro rata het aantal gewerkte uren per week.

De arbeider ie vrijwillig de arbeidsovereenkomst heeft verbroken behoudt zijn recht op de eindejaarspremie in verhouding tot de gewerkte maanden.

Worden gelijkgesteld met gewerkte dagen : de dagen van ziekte en ongeval tot een maximum van een jaar en van gedeeltelijke werkloosheid gedurende de jaren 2013 en/of 2014.

De in 2013 en 2014 gepensioneerde arbeiders hebben eveneens recht op de eindejaarspremie tot het beloop van de gepresteerde tijd gedurende het voornoemde jaar, alsmede de arbeiders die in de loop van 2013 en 2014 hun SWT hebben genomen.

De eindejaarspremie wordt betaald tussen 16 en 20 december van het jaar. HOOFDSTUK X Sociale voordelen voorzien in het fonds voor bestaanszekerheid

Art. 28.Betaling van de bijdrage en van de premie Teneinde de nodige fondsen te verzamelen, met het oog op de uitkering van de verschillende voordelen, storten de betrokken ondernemingen aan het fonds voor bestaanszekerheid een jaarlijkse bijdrage gelijk aan 1,25 pct. van de gedurende het jaar betaalde brutolonen en van de betalingen voor de gelijkgestelde prestaties.

De stortingen dienen elk trimester te gebeuren. Per kalenderjaar worden door de werkgever aan het fonds voor bestaanszekerheid de samenvattende lijsten overgemaakt met de namen, de adressen en betaalde brutolonen van de arbeiders tewerkgesteld in de respectievelijke eenheden.

Art. 29.Syndicale premie De syndicale premie bedraagt 135 EUR in 2013 en in 2014 maar zal automatisch worden opgetrokken naar het grensbedrag zoals de fiscale grens wordt verhoogd.

De rechthebbenden zijn : - de arbeiders met minimum één jaar aansluiting bij een vakbond; - de weduwe van een tijdens het jaar waarop de premie betrekking heeft, gesyndiceerde gestorven arbeider; - de gesyndiceerde arbeiders, die in de loop van het jaar op SWT gaan, hebben eveneens recht op de syndicale premie en dit tot op het ogenblik van de leeftijd waarop het wettelijk pensioen een aanvang neemt; - de gesyndiceerde arbeiders die ziek zijn of getroffen zijn door een arbeidsongeval.

De gesyndiceerde arbeiders die slechts een gedeelte van het jaar waarop de premie betrekking heeft gewerkt hebben, ontvangen slechts een premie pro rata van hun prestaties tijdens dat jaar.

Art. 30.Andere sociale voordelen : a) Voor de arbeiders die ingeschreven zijn in het personeelsregister van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen werd een sectoraal aanvullend pensioenstelsel ingevoerd vanaf 1 januari 2010.Het fonds voor bestaanszekerheid is de inrichter en staat in voor betaling van de premies. De door het fonds betaalde premie bedraagt 95 EUR netto per jaar pro rata de tewerkstelling en het tewerkstellingsregime. b) Een premie bij huwelijk of wettelijk samenwonen, van 30,00 EUR per gepresteerd jaar met een maximum van 210,00 EUR op voorwaarde tewerkgesteld te zijn in de pannennijverheid op de datum van het huwelijk en er minstens een jaar ononderbroken verbonden te zijn geweest door een arbeidsovereenkomst.c) Een aanvullende vergoeding bij arbeidsongeval of langdurige ziekte : - een aanvullende vergoeding wordt, vanaf de eenendertigste dag van de werkongeschiktheid, uitgekeerd.Deze bedraagt 4,73 EUR per dag voor de arbeiders met een maximum van 150 dagen wat betreft de slachtoffers van een arbeidsongeval en met een maximum van 150 dagen voor wat betreft de langdurige zieken; - bij dodelijk arbeidsongeval wordt een aanvullende vergoeding uitgekeerd van 500,00 EUR. d) Voor de arbeiders die ingeschreven zijn in het personeelsregister van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité van de pannenbakkerijen werd een hospitalisatieverzekering afgesloten vanaf 1 januari 2000.Het fonds voor bestaanszekerheid staat in voor betaling van de premie.

Art. 31.Betwistingen De gevallen van betwisting betreffende de interpretatie van huidige uitvoeringsmodaliteiten kunnen beslecht worden door de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid. HOOFDSTUK XI. - Werkkleding

Art. 32.De arbeiders hebben recht op een paar werkschoenen bij indiensttreding en als deze aan vervanging toe zijn. De arbeiders krijgen voor de uitvoering van hun functie een pakket werkkledij ter beschikking dat aangepast wordt aan zijn/haar functie. De inhoud van het pakket, bestaande uit een combinatie van broek - vest - T-shirt - sweater of overall of bretelbroek, wordt door de directie voorgesteld en aan de leden van het CBPW voorgelegd. De terbeschikkingstelling kan de vorm hebben van aankoop of huur door de werkgever. Het eigendom blijft bij de werkgever/verhuurder. Het onderhoud (reiniging en herstel) en de vervanging van elementen uit het pakket vallen en laste van de werkgever. HOOFDSTUK XII. - Anciënniteitsverlof

Art. 33.Aan alle arbeiders die ononderbroken tien jaar anciënniteit hebben in een of meerdere ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen, zal één dag anciënniteitsverlof worden toegekend. Voor de betrokkenen die ononderbroken vijftien jaar anciënniteit hebben is dit twee dagen. De arbeiders die 20 jaar ononderbroken anciënniteit hebben, hebben recht op 3 dagen anciënniteitsverlof.

De vergoeding wordt betaald aan 7,6 uren vermenigvuldigd met het uurloon zoals vermeld in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, verhoogd met de van toepassing zijnde toeslagen.

Voor de deeltijdsen gebeurt de betaling pro rata het aantal gewerkte uren per week.

Arbeiders die een ononderbroken anciënniteit bereikt hebben van 30 jaar in ondernemingen die ressorteren onder dit paritair subcomité, verkrijgen vanuit het fonds voor bestaanszekerheid in dat jaar éénmalig een geschenkbon ter waarde van 250,00 EUR. Voor arbeiders welke in dienst treden met een contract van onbepaalde duur, zonder onderbreking aansluitend (behoudens jaarlijks verlof en/of kortstondige ziekte) aan een tewerkstelling als interim of een contract van bepaalde duur, in de ondernemingen die ressorteren onder dit paritair subcomité, tellen de aaneensluitende jaren als interim of contract van bepaalde duur mee voor de berekening van het anciënniteitsverlof.

De arbeiders die aan de sectorale voorwaarden voor voltijds SWT voldoen en die 6 maanden na hun verjaardag, binnen de sector actief blijven, krijgen één extra dag anciënniteitsverlof. Als staving van hun recht op SWT moet een C17 beroepsverleden worden ingediend.

Bovendien wordt door de werkgever voor deze arbeiders jaarlijks een bijkomende premie gestort in het sectoraal aanvullend pensioenstelsel.

De maximumpremie bedraagt 300 EUR en wordt pro rata berekend volgens het aantal maanden dat er ligt tussen hun verjaardag en de dag van storting van de premie, namelijk 30 november 2013 of 2014. Voor de deeltijdsen gebeurt deze betaling ook pro rata het aantal gewerkte uren per week. HOOFDSTUK XIII. - Mobiliteit

Art. 34.De bestaande collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 1975 (3367/CO/113.04) tot vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerkosten die de arbeider maakt om zich van en naar het werk te begeven, wordt als volgt aangepast : - bij gebruik van het openbaar vervoer bedraagt de tussenkomst 75 pct. van het abonnement van het openbaar vervoer.

Verwezen wordt naar de tarieven van het algemeen barema van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 : - bij gebruik van eigen vervoer bedraagt de tussenkomst 60 pct. van de kosten van het openbaar vervoer en dit volgens de richtlijnen van het interprofessionnel akkoord van 2008.

Anderzijds wordt er, ter vervanging van bovenvernoemde vergoeding, een fietsvergoeding toegekend van 0,22 EUR per km vanaf 1 juli 2013 aan alle arbeiders die zich minstens 75 pct. van de arbeidsdagen met de fiets naar en van het werk begeven.

Voor het bepalen van het aantal kilometers kan op bedrijfsniveau voor een routeplanner gekozen worden.

De berekende km wordt, na het bepalen van het al dan niet voldoen aan de minimale 5 km voor wat het gebruik van openbaar of privé vervoer betreft (niet voor de fiets), afgerond volgens de normale afronding naar gehele km.

Op niveau van de onderneming kan deze vergoeding omgezet worden in een mobiliteitsplan. HOOFDSTUK XIV. - Koppeling van de lonen en toeslagen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 35.Alle lonen en toeslagen van de arbeid(st)ers worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door het FOD Economie en in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art. 36.De aanpassing van de lonen en toeslagen gebeurt vier maal per jaar, per 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober. In geval van negatieve evolutie van het indexcijfer worden per kwartaal de theoretische lonen berekend en vormen zij de basis voor de volgende kwartaal berekening, rekening houdend met de modaliteiten van artikel 40.

Art. 37.Bij het begin van elk kalenderkwartaal wordt de referte-index opgesteld. Hij wordt bekomen door het rekenkundig gemiddelde te berekenen over de drie indexcijfers van het vorige kwartaal. De berekening gebeurt tot op twee decimalen zonder enige afronding.

De lonen worden vermenigvuldigd met het quotiënt verkregen door het referte-indexcijfer van het laatste kwartaal te delen door het referte-indexcijfer van het voorlaatste kwartaal. Voormeld quotiënt wordt berekend op vier decimalen zonder afronding.

De lonen en toeslagen, berekend volgens de hiervoor bepaalde modaliteiten, worden afgerond naar de hogere of lagere deciem al naar gelang de centiemen 5 bereiken of lager zijn dan 5. In toepassing van de voorgaande bepalingen geldt volgend voorbeeld :

Gemiddelde Moyenne


juli - juillet 2012

119,09

augustus - août 2012

119,21

september - septembre 2012

119,30 357,60

357,60 : 3 = 119,20


oktober - octobre 2012

119,52

november - novembre 2012

119,70

december - décembre 2012

119,85 359,07

359,07 : 3 = 119,69


119,69 = 1,0041 119,20


Art. 38.Wanneer bij de aanvang van een periode gelijktijdig een verhoging, voortvloeiend uit de bepalingen betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, en een andere verhoging van de lonen moet toegepast worden, wordt de verhoging ingevolge de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen toegepast nadat de lonen met de overeengekomen verhoging werden aangepast.

Deze bepaling geldt niet voor de eerste loonsverhoging in toepassing van een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst die samenvalt met de aanvang van een periode.

Art. 39.De in deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde lonen en toeslagen stemmen overeen met het referte-indexcijfer 119,69 zijnde het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen voor de maanden oktober, november en december 2012.

Art. 40.Slechts indien de cumul van opeenvolgende negatieve indexen 1 pct. bereikt, zullen deze negatieve indexen worden toegepast. Bij de eerst volgende positieve index wordt de nieuwe coëfficiënt toegepast op het theoretische loon van het voorafgaand kwartaal. HOOFDSTUK XV. - Werkzekerheid

Art. 41.De werkgevers verbinden zich er toe om gedurende deze collectieve arbeidsovereenkomst geen collectieve afdankingen om economische of technische redenen door te voeren.

Indien door onverwachte en onvoorziene omstandigheden moet afgeweken worden van deze verbintenis zal de noodzakelijke vermindering van het tewerkgesteld personeel, in overleg gebeuren tussen de betrokken werkgevers en de werknemersafgevaardigden, bijgestaan door de gewestelijke vakbondsafgevaardigden.

Zij onderzoeken de volgende mogelijkheden : a) de afbouw van de interimarbeid en tijdelijke contracten;b) bij prioriteit een regime van beurtwerkloosheid in te voeren onder een zo groot mogelijk aantal personeelsleden, voor zover de kwalificatie van hun functie en de werkorganisatie het toelaten;c) tot reclassering en wederaanpassing van het betrokken personeel. Indien op het vlak van de onderneming geen overeenkomst kan worden bereikt, wordt deze aangelegenheid aanhangig gemaakt bij het bevoegd paritair subcomité.

Er wordt met de locale sociale partners (ondernemingsraad of bij ontstentenis syndicale delegatie) een overleg gevoerd over de tewerkstellingspolitiek. HOOFDSTUK XVI. - Nieuwe overeenkomsten ter bevordering van de tewerkstelling in 2013 en 2014

Art. 42.Tewerkstelling onder de vorm van interimarbeid zal worden beperkt. Tijdens overbruggingsperiodes die lopen voor het opstarten van een nieuwe productie-eenheid zal bij voorrang de regeling arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur worden toegepast.

De ondernemingsraad en bij ontstentenis de syndicale afvaardiging zal op regelmatige tijdstippen geïnformeerd worden over het gebruik van interimarbeid en de overuren. HOOFDSTUK XVII. - Arbeid en gezin

Art. 43.Wat de ondernemingen betreft die ressorteren onder dit paritair subcomité wordt inzake loopbaanonderbreking verwezen naar de bepalingen van het interprofessioneel akkoord van 8 december 1998.

Art. 44.Inzake tijdskrediet en loopbaanvermindering besluiten de ondertekenende werkgevers- en werknemersorganisaties, de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad, toe te passen.

De ondertekenende organisaties raden hun leden aan, op ondernemingsniveau de modaliteiten vast te leggen binnen dewelke gebruik kan worden gemaakt van genoemde rechten, zodat de arbeidsorganisatie er niet onder lijdt.

In uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst verklaren ondertekenende partijen dat de arbeiders ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies toegekend door de Gewesten of de Gemeenschappen.

Gelet op de arbeidsorganisatie van iedere onderneming en gelet op de knelpunten in de arbeidsmarkt, laten zij het bepalen van prioriteiten inzake de motieven tot uitoefening van het recht over aan de werkgever, in overleg met : de ondernemingsraad of bij ontstentenis, met het comité voor preventie en bescherming op het werk, of bij ontstentenis, met de syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis, met de betrokken arbeiders.

Het recht van de arbeiders wordt ter attentie van deze prioriteiten maand per maand beoordeeld.

Art. 45.Werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) Conform het koninklijk besluit van 12 april 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/04/2011 pub. 22/04/2011 numac 2011014103 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende uitgifte van speciale postwaarden in de loop van het jaar 2012 type koninklijk besluit prom. 12/04/2011 pub. 28/04/2011 numac 2011022159 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 2°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de behandeling van recidiverend glioblastoom van stadium IV bij volwassen patiënten, door middel van de farmaceutische specialiteit AvastinR sluiten worden volgende stelsels van toepassing tot 31 december 2014 : Werkloosheid met bedrijfstoeslag kan aan 56 jaar onder volgende voorwaarden : - 33 jaar anciënniteit in loondienst; - en sedert tenminste 20 jaar in ploegenarbeid met nachtprestaties (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46) (minimum 75 nachten per jaar); - en sectoranciënniteit van minimum 10 jaar; - slechts 2 personen per jaar per onderneming of meer in overleg met de directie (indien meerdere personen in aanmerking komen, krijgt de oudste de prioriteit); - vanaf 1 januari 2015 geldt de wet van 12 april 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/2011 pub. 28/04/2011 numac 2011012030 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord sluiten alsook de wet en het koninklijk besluit van 28 december 2011.

De binnen de Nationale Arbeidsraad voor alle sectoren algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst 92 met als voorwaarden : - leeftijd van 56 jaar; - en beroepsloopbaan van 40 jaar, wordt ook binnen het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen toegepast tussen 1 juli 2013 en 31 december 2015 mits de bijkomende voorwaarde van 10 jaar sector-anciënniteit. Vanaf 1 januari 2016 geldt de wet van 12 april 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/2011 pub. 28/04/2011 numac 2011012030 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord sluiten alsook de wet en het koninklijk besluit van 28 december 2011.

Het netto-referteloon wordt berekend op basis van de voltijdse arbeidsprestaties die de arbeider uitoefende vóór de aanvang van eventuele deeltijdse prestaties in het kader van het tijdskrediet.

Partijen komen overeen om op bedrijfsvlak initiatieven te ondersteunen die de inzetbaarheid van de medewerkers op lange termijn verzekeren.

Concreet kan het hier gaan over initiatieven op vlak van opleiding, competentiemanagement en loopbaanplanning.

Tevens engageren de partners zich om het "vast klikken" bij de 58 en de 60 jarigen, actief te promoten. HOOFDSTUK XVIII Vorming, opleiding en preventief stressbeleid

Art. 46.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe om de inspanningen inzake vakopleiding te intensifiëren. Zij verwijzen naar het koninklijk besluit van 11 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 05/12/2007 numac 2007012348 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact sluiten tot uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten betreffende het Generatiepact. Zij engageren zich er toe om door middel van deze collectieve arbeidsovereenkomst de participatiegraad met 5 pct. te doen toenemen.

Voor het jaar 2013 en de volgende jaren engageren partijen er zich toe dat de participatiegraad aan de vormingsinitiatieven jaarlijks met 5 pct. zal toenemen. De ondertekenende partijen zullen de inspanningen bedoeld in artikel 30 van de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten betreffende het Generatiepact alsook het koninklijk besluit van 11 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 05/12/2007 numac 2007012348 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact sluiten zeer nauwgezet opvolgen en desgevallend nog bijkomende inspanningen nemen.

Art. 47.a) Wanneer arbeiders in dienst komen van een onderneming, zal bijzondere aandacht worden besteed aan de veiligheid bij het onthaal.

Een basisopleiding zal plaats hebben binnen de eerste week. Deze veiligheidsopleiding staat in functie tot de taak en de opdracht van de arbeider. Vooreerst zal een veiligheidsinitiatie in de directe omgeving van de werkpost worden gegeven, vervolgens zal de veiligheidsproblematiek van de gehele onderneming aan bod komen en dit in overleg met de preventieadviseur en de leden van het CPBW (desgevallend de syndicale afvaardiging). Dit onthaal geldt ook voor arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en uitzendarbeid. b) De permanente vorming wordt georganiseerd met het doel de werkgelegenheid van de arbeiders binnen de onderneming zo maximaal mogelijk te garanderen en hun kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Deze inspanning heeft tevens tot doel de interne polyvalentiegraad te verhogen.

Art. 48.Jaarlijks wordt per onderneming een vormingsplan en een vormingsrapport opgesteld. Eenmaal per jaar wordt binnen de ondernemingsraad het vormingsplan en rapport besproken. Vervolgens wordt een eindverslag neergelegd in het paritair subcomité. HOOFDSTUK XIX. - Industrieel leerlingenwezen

Art. 49.Binnen de schoot van het paritair comité werd in 2012 een paritair leercomité opgericht. HOOFDSTUK XX. - Slotbepaling

Art. 50.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2013 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2014.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 april 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^