Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 april 1998
gepubliceerd op 17 juli 1998

Koninklijk besluit tot wijziging wat het voormalig Ministerie van Sociale Voorzorg betreft, van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de rijksbesturen titularis kunnen zijn en houdende vereenvoudiging van de loopbanen van sommige ambtenaren van het voormalig Ministerie van Sociale Voorzorg

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022403
pub.
17/07/1998
prom.
28/04/1998
ELI
eli/besluit/1998/04/28/1998022403/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 APRIL 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging wat het voormalig Ministerie van Sociale Voorzorg betreft, van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de rijksbesturen titularis kunnen zijn en houdende vereenvoudiging van de loopbanen van sommige ambtenaren van het voormalig Ministerie van Sociale Voorzorg


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op het artikel 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de Rijksbesturen kunnen titularis zijn, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 oktober 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 september 1994 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen die behoren tot de niveaus 2, 3 en 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 maart 1995;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 december 1996;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 29 januari 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 29 januari 1997;

Gelet op het protocol van 26 maart 1997 waarin de conclusies van de onderhandeling binnen het Sectorcomité XII zijn opgenomen;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, van Onze Minister van Sociale Zaken en van Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Organieke bepalingen

Artikel 1.Bij het voormalig Ministerie van Sociale Voorzorg, worden de hiernavermelde graden geschrapt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.§ 1. In de tabel gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de rijksbesturen kunnen titularis zijn, worden onder het opschrift "I. Alfabetische rangschikking van de Nederlandse benamingen" en onder het opschrift "II. Alfabetische rangschikking van de Franse benamingen" afdeling A, administratief personeel, de volgende graden ingevoegd onder de rubriek "Geschrapte graden" : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. In de tabel gevoegd bij hetzelfde besluit worden, onder het opschrift "I Alfabetische rangschikking van de Nederlandse benamingen" en onder het opschrift "II. Alfabetische rangschikking van de Franse benamingen" Afdeling C, Meester-, vak- en dienstpersoneel", de volgende graden ingevoegd onder de rubriek "Geschrapte graden" : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK II. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 3.§ 1. De ambtenaren die, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, titularis zijn van één van de bij artikel 1 geschrapte graden die hieronder vermeld zijn in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd in de graad opgericht bij het koninklijk besluit van 14 september 1994 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen die behoren tot de niveaus 2, 3 en 4, vermeld in de rechterkolom : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De ambtenaren die krachtens § 1 benoemd zijn, behouden in hun nieuwe graad de anciënniteit die zij verworven hebben in de graad waarvan zij titularis waren. § 3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de krachtens § 1 in de graad van bestuursassistent (rang 20) benoemde ambtenaren, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 21 en 20 geacht verricht te zijn in de graad van rang 20. § 4. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de krachtens § 1 in de graad van beambte (rang 42) benoemde ambtenaren, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 40 en 41 geacht verricht te zijn in de graad van rang 42. § 5. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de krachtens § 1 in de graad van geschoold arbeider (rang 42) benoemde ambtenaren, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 44, 43 en 42 geacht verricht te zijn in de graad van rang 42. § 6. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de krachtens § 1 in de graad van arbeider (rang 40) genoemde ambtenaren, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 41 en 40 geacht verricht te zijn in de graad van rang 40. § 7. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1994.

Art. 5.Onze Minister van Volksgezondheid, onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 april 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. COLLA De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS

^