gepubliceerd op 20 november 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot vaststelling van een bijkomende toelage voor een betaalde feestdag voor het personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en van de goederenbehandeling voor rekening van derden
27 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot vaststelling van een bijkomende toelage voor een betaalde feestdag voor het personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en van de goederenbehandeling voor rekening van derden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot vaststelling van een bijkomende toelage voor een betaalde feestdag voor het personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en van de goederenbehandeling voor rekening van derden.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 september 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2005 Vaststelling van een bijkomende toelage voor een betaalde feestdag voor het personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en van de goederenbehandeling voor rekening van derden (Overeenkomst geregistreerd op 18 november 2005 onder het nummer 77084/CO/140) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en behorend tot de subsectoren voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en voor de goederenbehandeling voor rekening van derden, in de ondernemingen die nieuwe arbeidsregelingen toepassen, alsook op hun werklieden. § 2. Onder "subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden", wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en die zich inlaten met : 1° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor waarvoor een vervoervergunning vereist is die door de bevoegde overheid afgeleverd werd;2° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor waarvoor geen vervoervergunning vereist is;3° het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen waarvoor een vervoervergunning vereist is die door de bevoegde overheid afgeleverd werd;4° het verhuur met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen waarvoor geen vervoervergunning vereist is;5° voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de taxibestelwagens, met name de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk is aan of kleiner is dan 500 kilogram en uitgerust met een taximeter, beschouwd als voertuigen waarvoor geen vervoervergunning vereist is. § 3. Onder "subsector voor de goederenbehandeling voor rekening van derden" wordt bedoeld de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en die, buiten de havenzones, zich inlaten met : 1° alle behandeling van goederen voor rekening van derden ter voorbereiding van het vervoer en/of ter afwerking van het vervoer, ongeacht het gebruikte vervoermiddel;2° en/of alle logistieke diensten ter voorbereiding van het vervoer van goederen voor rekening van derden en/of ter afwerking van dit vervoer, ongeacht het gebruikte vervoermiddel. § 4. Onder "werklieden" wordt bedoeld : alle werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Huidige reglementering feestdagloon
Art. 2.Feestdagloon in het klassiek arbeidsregime In de bedrijven die geen nieuwe arbeidsregelingen toepassen, wordt voor het loon voor een niet-gewerkte feestdag het gemiddeld dagloon berekend, en dit volgens de bepalingen van de algemene feestdagwetgeving.
Het koninklijk besluit van 28 januari 2005 (Belgisch Staatsblad van 10 februari 2005) voorziet in de gedetailleerde berekeningswijze van dit gemiddelde dagloon binnen de sector goederenvervoer en goederenbehandeling voor rekening van derden.
Ingevolge dit koninklijk besluit wordt het gemiddelde dagloon bekomen door alle aan RSZ onderworpen loonbestanddelen voor de laatste zes maanden, uitgezonderd het gelijkgestelde loon, te delen door het aantal bruto bezoldigde dagen, uitgezonderd alweer de gelijkgestelde dagen.
Dit gemiddelde dagloon wordt vermenigvuldigd met het aantal gewerkte dagen in een trimester (65 dagen in de 5-dagenweek en 78 dagen in de 6-dagenweek), en vervolgens gedeeld door 13 weken. Dit levert het gemiddelde weekloon op.
Het gemiddelde weekloon wordt gedeeld door 38 uur (voltijdse tewerkstelling) of door de arbeidsduur van de werknemer, vermeld in zijn/haar arbeidscontract (deeltijdse tewerkstelling). Zo bekomt men het gemiddelde uurloon. Dit gemiddelde uurloon wordt vermenigvuldigd met het aantal verloren arbeidsuren, zoals vermeld in het uurrooster opgenomen in het arbeidsreglement.
Ter verduidelijking wordt bedoeld met : a) "bruto bezoldigde dagen" : - de dagen waarop normale werkelijke arbeid werd verricht; - de dagen inhaalrust; b) "de laatste zes maanden" : - de zes laatste kalendermaanden, voorafgaand aan de maand waarin de betrokken feestdag valt;c) "alle aan de RSZ onderworpen bestanddelen" : - alle vormen voor arbeid, inclusief overloon; - de vergoeding voor de beschikbaarheidstijd; - alle bruto premies, uitgezonderd de eindejaarspremie.
Art. 3.Feestdagloon in het flexibele arbeidsregime Aangezien de wet van 17 maart 1987 betreffende de nieuwe arbeidsregelingen voorziet in een eigen berekeningswijze van het feestdagloon zonder dat deze wet de mogelijkheid biedt om hiervan bij koninklijk besluit af te wijken, geldt deze eigen berekeningswijze nog steeds in de ondernemingen die nieuwe arbeidsregelingen toepassen, namelijk : "Het loon voor een feestdag is gelijk aan 1/5e of 1/6e van het loon van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de betrokken werknemer." Er dient in functie hiervan geen rekening gehouden worden met de beschikbaarheidstijd. Het feestdagloon is dus eenvoudigweg 1/5e van 38 uur of 7,6 uur in de vijfdagenweek en 1/6e van 38 uur of 6,3 uur in de 6-dagenweek. HOOFDSTUK III. - Bijkomende toelage feestdagloon in het flexibele arbeidsregime
Art. 4.Gelet op het feit dat rechtszekerheid moet geschapen worden om concurrentieverstoringen tussen werkgevers te vermijden en dat een uniforme regeling moet gelden voor alle personeelscategorieën (rijdend personeel, niet-rijdend personeel en garagepersoneel) tewerkgesteld in goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de goederenbehandeling voor rekening van derden, ongeacht het toegepaste arbeidsregime (klassiek dan wel flexibel), wordt overeengekomen dat voor het feestdagloon een gelijkschakeling dient te gebeuren tussen de werknemers gebonden door een klassiek arbeidsregime en de werknemers gebonden door een flexibel arbeidsregime.
Om deze gelijkschakeling te bekomen zal voor de werknemers die tewerkgesteld zijn in een onderneming die nieuwe arbeidsregelingen toepast, het verschil tussen het feestdagloon zoals berekend voor de arbeiders die tewerkgesteld zijn in een klassiek arbeidsregime, en het feestdagloon zoals voor hen berekend (zijnde tewerkgesteld in een flexibel arbeidsregime), door de werkgever berekend en als toelage bijbetaald worden.
De berekening van de toelage op het feestdagloon wordt uitgewerkt tot op de vierde decimaal met dien verstande dat de vierde decimaal wordt weggelaten indien zij gelijk is aan of kleiner dan 2, wordt afgerond naar 5 indien zij gelijk is aan 3 en kleiner dan 8 en wordt afgerond naar het hogere duizendtal indien zij gelijk is aan of hoger dan 8. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur
Art. 5.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2005 en is gesloten voor onbepaalde duur. § 2. Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd.
Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen.
De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 september 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN