gepubliceerd op 08 december 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende het brugpensioen. - Zware beroepen
27 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende het brugpensioen. - Zware beroepen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende het brugpensioen - Zware beroepen.
Art. 2.De Minister bevoegd voor werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 oktober 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de binnenscheepvaart Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2007 Brugpensioen - Zware beroepen (Overeenkomst geregistreerd op 22 januari 2008 onder het nummer 86437/CO/139)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden, werksters en varend personeel van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart.
Art. 2.Voor zover de voorwaarden van artikel 3, § 3, van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007) tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact worden vervuld, wordt de regeling vervat in de collectieve arbeidsovereenkomst nr.17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 december 1974, tot invoering van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers die worden ontslagen, uitgebreid tot alle werklieden en werksters vanaf 58 jaar op wie onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, voor zover de werknemers en werkneemsters een beroepsverleden als loontrekkende van 35 jaar kunnen rechtvaardigen en gewerkt hebben in een zwaar beroep. Van deze 35 jaar moeten ofwel minstens 5 jaar een zwaar beroep behelzen gelegen in de laatste 10 kalenderjaren voor het einde van arbeidsovereenkomst, ofwel minstens 7 jaar een zwaar beroep behelzen gelegen in de laatste 15 kalenderjaren voor het einde van de arbeidsovereenkomst. Voor de omschrijving van zwaar beroep wordt verwezen naar artikel 3, § 3, van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007) tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact.
Art. 3.Bij overgang van een arbeidstijdregeling zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 december 2001 betreffende een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, naar het brugpensioen, moet voor de berekening van de aanvullende vergoeding bedoeld in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, rekening worden gehouden met het voltijds loon, desgevallend beperkt tot het netto-referteloon bepaald in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17.
Art. 4.De in artikel 1 bedoelde werklieden en werksters hebben, ten laste van het « Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart », recht op een aanvullende vergoeding, mits zij voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 5.Het recht op de aanvullende vergoeding blijft behouden in geval van werkhervatting.
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in voege op 1 januari 2008 en is gesloten voor de duur van één jaar.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 oktober 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET