gepubliceerd op 04 april 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, tot vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw"
27 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, tot vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de landbouw;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, tot vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw".
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 oktober 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de landbouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 Vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw" (Overeenkomst geregistreerd op 20 december 1999 onder het nummer 53404/CO/144) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werklieden en werksters, hierna werklieden genoemd, van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de landbouw ressorteren en op hun werkgevers. HOOFDSTUK II. - Werkgeversbijdragen
Art. 2.In toepassing van artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, tot oprichting van een Fonds voor Bestaanszekerheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 december 1995, wordt de werkgeversbijdrage aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw" als volgt vastgesteld : - voor wat de arbeiders en arbeidsters betreft die op reguliere basis in dienst zijn genomen dit wil zeggen met uitzondering van het seizoens- en gelegenheidspersoneel zoals bedoeld in artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 : * vanaf 1 juli 1999 : 10,30 pct. van de loonmassa, met inbegrip van de 0,15 pct. voor de risicogroepen; * vanaf 1 oktober 1999 : 9,90 pct. van de loonmassa, met inbegrip van de 0,15 pct. voor de risicogroepen; * vanaf 1 januari 2000 : 9,85 pct. van de loonmassa, met inbegrip van de 0,15 pct. voor de risicogroepen; - voor wat de arbeiders en arbeidsters betreft die bedoeld worden in het artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 : * vanaf 1 januari 2000 : 9,85 pct. van de loonmassa met inbegrip van de 0,15 pct. voor de risicogroepen.
Art. 3.In toepassing van artikel 15 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst, wordt de bij artikel 2 vastgestelde werkgeversbijdrage geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. HOOFDSTUK III. - Geldigheid
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1999 en is gesloten voor een onbepaalde duur.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw tot vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw" algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 september 1998.
Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd met een opzegging van tenminste drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de landbouw.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 oktober 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX