Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 oktober 2000
gepubliceerd op 24 november 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 april 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1999-2000

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012772
pub.
24/11/2000
prom.
27/10/2000
ELI
eli/besluit/2000/10/27/2000012772/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 april 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1999-2000 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 april 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1999-2000.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 oktober 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 april 1999 Uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1999-2000 (Overeenkomst geregistreerd op 6 mei 1999 onder het nummer 50685/CO/142.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters, hierna werklieden genoemd, van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier. HOOFDSTUK II. - Verlenging van de akkoorden 1985-1986

Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 1985, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, betreffende de bevordering van de werkgelegenheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 30 mei 1985, wordt verlengd tot 31 december 2000. HOOFDSTUK III. - Lonen

Art. 3.De baremieke en effectieve uurlonen worden verhoogd met : - 4 BEF vanaf 1 april 1999. - 4 BEF vanaf 1 april 2000. HOOFDSTUK IV. - Vorming en opleiding

Art. 4.§ 1. In uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1999-2000 doet de sector een bijkomende inspanning op het vlak van vorming en opleiding. Deze bijkomende inspanning wordt gerealiseerd door een sectorale bijdrage van 0,10 pct. op de lonen voor het jaar 2000. § 2. Daarnaast verlengt de sector, eveneens in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1999-2000, de inspanningen van 0,10 pct. voor de vorming en opleiding van risicogroepen. § 3. Gezien deze inspanning, vragen de partijen dat de Minister van Werkgelegenheid de sector zou vrijstellen van de stortingen van 0,10 pct. in 1999-2000 bestemd voor het tewerkstellingsfonds. § 4. Voor de aanwending van de sommen bepaald in § 1 en § 2 zal het sociaal fonds de verdere uitvoeringsmodaliteiten bepalen, rekening houdend met volgende modaliteiten : - Tewerkstellingsmaatregelen : * bijkomende opleiding tijdens de werkuren. * vrijwillige deeltijdse arbeid. - Concrete normen zullen vastgesteld worden op basis waarvan opleidingsdossiers in aanmerking kunnen komen voor ondersteuning. HOOFDSTUK V. - Brugpensioen

Art. 5.Verlenging van het bestaande brugpensioenakkoord. Het brugpensioen in de sector wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd tot en met 30 juni 2001.

In die zin zal een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het brugpensioen worden afgesloten in het paritair subcomité.

Art. 6.Verlenging van het bestaande halftijds brugpensioenakkoord.

Het halftijds brugpensioen, zoals bepaald in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 1997 en overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad, wordt verlengd tot en met 30 juni 2001 In die zin zal een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het halftijds brugpensioen worden afgesloten in het Paritair Subcomité. HOOFDSTUK VI. - Eindejaarspremie

Art. 7.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1974 tot toekenning van een eindejaarspremie aan de werklieden en werksters, wordt § 1 van artikel 5 als volgt aangepast : « Onder brutoloon in de zin van artikel 3, wordt verstaan : het brutoloon, toegekend voor de werkelijk gepresteerde werkuren gedurende de referteperiode. » HOOFDSTUK VII. - Preventieplannen

Art. 8.In uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1999-2000, zal de sector modellen onderzoeken voor preventieplannen. HOOFDSTUK VIII. - Sociale vrede

Art. 9.Onderhavig akkoord verzekert de sociale vrede in de sector tijdens heel de duur van het akkoord. Bijgevolg zal geen enkele eis van algemene of collectieve aard opgenomen in deze overeenkomst voorgelegd worden, noch op nationaal, noch op regionaal, noch op vlak van de individuele onderneming. HOOFDSTUK X. - Duur

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is geldig van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2000, met uitzondering van : - artikel 3. (Lonen) dat geldig is voor onbepaalde duur en die kunnen opgezegd worden mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier en aan de ondertekenende organisaties; - artikel 5 (Brugpensioen) en artikel 6 (Halftijds brugpensioen) die geldig zijn tot 30 juni 2001.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 oktober 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^