gepubliceerd op 19 februari 2002
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 1996 tot vaststelling van de erkenningsmodaliteiten van de beoefenaars van de tandheelkunde, houders van een bijzondere beroepstitel
27 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 1996 tot vaststelling van de erkenningsmodaliteiten van de beoefenaars van de tandheelkunde, houders van een bijzondere beroepstitel
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen inzonderheid op artikel 35sexies, ingevoegd bij de wet van 19 december 1990;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde, inzonderheid op de artikelen 3 en 4;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 november 1996 tot vaststelling van de erkennings-modaliteiten van de beoefenaars van de tandheelkunde, houders van een bijzondere beroepstitel, inzonderheid op de artikelen 21 en 38;
Gelet op de adviezen 30.454/3 en 30.455/3 van de Raad van State, gegeven op 9 januari 2001;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Aan artikel 21 van het koninklijk besluit van 10 november 1996 tot vaststelling van de erkenningsmodaliteiten van de beoefenaars van de tandheelkunde, houders van een bijzondere beroepstitel wordt een paragraaf 3 toegevoegd, luidend als volgt : « § 3. De kandidaat zal beoordeeld worden door de bevoegde kamer van de erkenningscommissie op basis van de evaluatie van het theoretische gedeelte, het klinische gedeelte en de scriptie. »
Art. 2.Artikel 38 van hetzelfde koninklijk besluit wordt als volgt aangevuld : « Aan de kandidaat wordt de mogelijkheid geboden om een rapport op te stellen van zijn stagemeester en stagedienst. Dit rapport wordt aan de stagemeester meegedeeld. Dit rapport, onder voorbehoud van de verificatie van de elementen die erin zijn opgenomen, stelt de erkenningscommissie en de Raad van de Tandheelkunde in staat hun taken inzake selectie en controle van de stagemeesters en -plaatsen te vervullen. »
Art. 3.Onze Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven Brussel, 27 november 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET