gepubliceerd op 11 december 1997
Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen toegekend aan de professoren, lesgevers, voordrachtgevers en moderatoren die de vormingssessies verstrekken georganiseerd in het kader van de permanente vorming van de leden van de Rechterlijke Orde en in het kader van de theoretische opleiding van de gerechtelijke stagiairs
27 NOVEMBER 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen toegekend aan de professoren, lesgevers, voordrachtgevers en moderatoren die de vormingssessies verstrekken georganiseerd in het kader van de permanente vorming van de leden van de Rechterlijke Orde en in het kader van de theoretische opleiding van de gerechtelijke stagiairs
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op de artikelen 259bis, § 4, en 259quater, §§ 2 en 3, gewijzigd bij de wet van 1 december 1994;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, verleend op 24 juni 1997;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 24 oktober 1997;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 24 oktober 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 6 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de toelagen en vergoedingen toegekend aan de professoren, lesgevers, voordrachtgevers en moderatoren die hun medewerking verlenen aan de sessies georganiseerd in het kader van de permanente vorming van de leden van de Rechterlijke Orde, onverwijld moeten worden vastgesteld;
Overwegende dat het gepast voorkomt om de toelagen die sinds 1 februari 1994 toegekend worden aan de professoren, lesgevers en voordrachtgevers die de theoretische opleiding van de gerechtelijke stagiairs verstrekken, gelijk te stellen met deze die toegekend worden in het kader van de permanente vorming van de leden van de Rechterlijke Orde;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De toelagen toegekend aan de professoren, lesgevers, voordrachtgevers en moderatoren die de vormingssessies verstrekken georganiseerd in het kader van de permanente vorming van de leden van de Rechterlijke Orde en in het kader van de theoretische opleiding van de gerechtelijke stagiairs, worden vastgesteld op F 5 000 per halve dag, met een maximum van F 10 000 per dag.
Art. 2.De professoren, lesgevers, voordrachtgevers en moderatoren hebben recht op vergoeding wegens reis- en verblijfkosten, overeenkomstig de beschikkingen toepasselijk op het personeel van de ministeries. Zij worden ter zake gelijkgesteld met ambtenaren van rang 13.
Art. 3.De Minister van Justitie kan een toelage toekennen voor de redactie van een syllabus in verhouding tot de belangrijkheid van het werk. Deze toelage mag het bedrag van F 50 000 niet te boven gaan.
Art. 4.Het ministerieel besluit van 27 oktober 1994 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen die verschuldigd zijn aan de professoren, lesgevers en voordrachtgevers die hun medewerking verlenen aan de theoretische opleiding van de gerechtelijke stagiairs, wordt opgeheven.
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 21 maart 1996.
Art. 6.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 november 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK