gepubliceerd op 30 maart 2006
Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten van 24 maart 1997, 19 juli 2000 en 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van sommige overtredingen
27 MAART 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten van 24 maart 1997, 19 juli 2000 en 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van sommige overtredingen
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat hierbij ter ondertekening aan Uwe Majesteit wordt voorgelegd wijzigt de koninklijke besluiten van 24 maart 1997, 19 juli 2000 en 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van sommige overtredingen.
Deze drie besluiten betreffen respectievelijk de materies van het vervoer van gevaarlijk goederenvervoer, het vervoer over de weg en het wegverkeer. Indertijd werden ze opgesteld volgens een gelijkaardige structuur, wat verklaart dat zij nu door éénzelfde tekst aangepast worden.
De bedoeling van voorliggende wijziging is de aanpassing van de betalingsmodaliteiten van de onmiddellijke inning voor elk van die reglementeringen.
In de eerste plaats bestaat er de contante betaling die moet gebeuren bij staandehouding van het voertuig. Voor wat de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer betreft, is die betalingsmodaliteit echter enkel van toepassing voor de personen die geen woonplaats of vaste verblijfsplaats in België hebben.
De Belgische inwoners betalen de overtreding door middel van boetezegels. Wij moeten echter vaststellen dat dit systeem een belangrijk tijdverlies impliceert voor de overtreders die deze boetezegels in postkantoren of ontvangkantoren van de belastingadministratie moeten aankopen. Ook de politiediensten hebben hiermee veel werk aangezien zij al de formulieren die hen worden teruggezonden manueel moeten behandelen.
Het project beoogt derhalve het betalingssysteem van de onmiddellijke inning voor de Belgische inwoners te moderniseren, door hen de mogelijkheid te bieden om het bedrag van de onmiddellijke inning voortaan per overschrijving te betalen, en later eveneens per online betaling via een internetportaal.
Naast deze mogelijkheid die aan de burger geboden wordt, zal de modernisering een geautomatiseerd betalingsbeheer toelaten. De reden waarom het systeem niet van toepassing is op niet-inwonende overtreders, is dat zij, in tegenstelling tot de inwoners, gehouden zijn te betalen op het ogenblik van hun staandehouding.
Kortom wordt de regel dus de volgende : - Belgische inwoners betalen de inning ofwel op het ogenblik van de staandehouding via een bank- of een kredietkaart, ofwel binnen de tien dagen via een overschrijving of een online betaling; - Niet-inwoners betalen de inning steeds contant of via een bank- of kredietkaart op het ogenblik van de staandehouding.
Deze reglementswijzigingen zijn uitvoerig besproken in werkgroepen ad hoc.
Het ontwerp werd aangepast aan de opmerkingen van de Raad van State geformuleerd in haar advies nr. 39.919/4 van 20 maart 2006.
Wat betreft de opmerking bij artikel 21 van het ontwerp, wijs ik er op dat de verschillende diensten die belast zijn met de toepassing van de nieuwe regelgeving vanaf het begin betrokken werden bij de opmaak van het ontwerp.
Het koninklijk besluit dat aan Uwe Majesteit wordt voorgelegd, wordt hierna nader toegelicht : 1° Artikel 1 brengt enkele zuiver technische wijzigingen aan.2° In het eerste punt van artikel 2 wordt de praktijk bevestigd die erin bestaat om niet enkel een onmiddellijke inning voor te stellen op het ogenblik zelf waarop de overtreding werd begaan, maar eveneens later door middel van een proces-verbaal. De agenten die gevolmachtigd zijn om een onmiddellijke inning voor te stellen kunnen dus ten alle tijde gebruik maken van het formulier, opgenomen in bijlage 2 van het koninklijk besluit van 19 juli 2000, maar zij hebben eveneens de mogelijkheid om de elementen van de overtreding rechtstreeks in een proces-verbaal op te nemen en een afschrift ervan aan de overtreder te geven.
Het samengaan van deze twee manieren van te werk gaan werd noodzakelijk, gelet op twee verschillende gebruiken, waarvan het ene erin bestaat het voertuig onmiddellijk staande te houden (gebruik van het formulier), terwijl het andere erin bestaat de overtreding vast te stellen en de administratieve afhandeling op een later ogenblik te doen. Deze tweede mogelijkheid handelt voornamelijk over de automatisch vastgestelde overtredingen.
Punt 2° van artikel 2 betreft het moderniseren van de betalingsmodaliteiten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen.
Belgische overtreders zullen de onmiddellijke inning voortaan kunnen betalen via een overschrijving op een daartoe voorziene rekening ofwel via de website « www.onmiddellijkeinning.be ». In dat laatste geval zal de overtreder over een bank- of kredietkaart moeten beschikken.
Deze bepaling verduidelijkt dat een document met instructies moet worden overhandigd aan de overtreder, opdat hij zonder moeite de betaling van de inning kan uitvoeren.
De traceerbaarheid van elke betaling kan dankzij een gestructureerde mededeling worden verzekerd. 3° Artikel 3 heeft tot doel om, in geval van consignatie, het bedrag van de forfaitaire som die bestemd is om de gerechtskosten te dekken, in overeenstemming te brengen met het bedrag dat van toepassing is krachtens het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de onmiddellijke inning inzake het wegverkeer. Anderzijds wordt verhinderd dat er een cumul plaatsvindt tussen deze forfaitaire som en andere sommen indien men eveneens overtredingen heeft begaan inzake goederenvervoer en inzake het wegverkeer. 4° De artikelen 4 tot 6 voeren enkele technische wijzigingen in.5° Artikel 7 volgt dezelfde logica als artikel 2 en past in dezelfde zin de toepasbare betalingsmodaliteiten aan op het gebied van het vervoer over de weg.6° Artikel 8 herneemt voor het regime van het wegvervoer dezelfde regels als deze die door artikel 3 voor het vervoer van gevaarlijke goederen zijn ingevoerd, namelijk de aanpassing van de forfaitaire som die bestemd is om de gerechtskosten te dekken in geval van consignatie en de niet-cumul tussen deze forfaitaire som en de andere sommen die zouden kunnen gevorderd worden op grond van de twee andere reglementeringen.7° De artikelen 10 en 11 handelen over de wijzigingen van de bijlagen bij het koninklijk besluit van 19 juli 2000, die van toepassing zijn op de drie reglementeringen.8° Op vraag van de Administratie der Douane en Accijnzen zullen haar agenten eveneens een onmiddellijke inning kunnen voorstellen voor wat betreft de overtredingen inzake het wegverkeer.Het was logisch om hun bevoegdheid in dit domein uit te breiden, vermits zij thans reeds inningen kunnen voorstellen voor de overtredingen inzake vervoer en deze overtredingen vaak gelijktijdig met de overtredingen op de politie van het wegverkeer begaan worden. 9° De artikelen 13 en 14 voeren dezelfde wijzigingen door als de artikelen 2 en 7, maar in het domein van het wegverkeer. De boetezegels, die niet meer van belang zijn, worden afgeschaft. 10° Artikel 17 is een overgangsbepaling volgens dewelke de inningen en consignaties die vóór de inwerkingtreding van voorliggend besluit worden voorgesteld volgens de oude bepalingen afgehandeld blijven worden.11° Om verspilling te vermijden voorziet artikel 18 dat de formulieren van onmiddellijke inning, die vóór de inwerkingtreding van voorliggende bepalingen werden gedrukt, nog kunnen gebruikt worden mits de indicatie van bepaalde vermeldingen. In elk geval zullen de oude formulieren vanaf die datum niet meer kunnen worden gedrukt. 12° Artikel 19 voorziet in het geval waarin de betalingen met de kaart of via het internet technisch gezien niet operationeel zouden zijn op de datum van de inwerkingtreding van het besluit. Dit is inhoudelijk de draagwijdte van de wijzigingen die ter ondertekening aan Uwe Majesteit worden voorgelegd.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar.
De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT
27 MAART 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van de koninklijke besluiten van 24 maart 1997, 19 juli 2000 en 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van sommige overtredingen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 30 december 1946 betreffende het bezoldigd vervoer van personen over de weg met autobussen en met autocars, inzonderheid op artikel 31bis, ingevoegd bij de wet van 6 mei 1985;
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 65, gewijzigd bij de wetten van 29 februari 1984 en 18 juli 1990;
Gelet op de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over de weg, de spoorweg of de waterweg, inzonderheid op artikel 2bis, ingevoegd bij de wet van 6 mei 1985;
Gelet op de wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer van zaken over de weg, inzonderheid op artikel 34;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 maart 1997 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige overtredingen inzake het vervoer over de weg van gevaarlijke goederen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 juli 2000 en 11 december 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 september 2005;
Gelet op de omstandigheid dat de gewestregering bij het ontwerp van dit besluit betrokken zijn;
Gelet op de adviezen van de Inspecteurs van Financiën, gegeven op 14 juli 2005, 15 juli 2005, en 18 juli 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 20 juli 2005;
Gelet op advies van de Raad van State nr. 39.919/4, gegeven op 20 maart 2006, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, van Onze Minister van Financiën en van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 24 maart 1997 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige overtredingen inzake het vervoer over de weg van gevaarlijke goederen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen
Artikel 1.In artikel 3, eerste lid van het koninklijk besluit van 24 maart 1997 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg van gevaarlijke goederen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In 1°, worden de woorden « ter plaatse inning van een geldsom » vervangen door « inning van een som »;2° In 2°, eerste lid, worden de woorden « ter plaatse inning van een geldsom » vervangen door « inning van een som »; In artikel 3, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord « geldsom » vervangen door « som ».
Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt aangevuld met het volgende lid : « Voor het toepassen van de procedure van inning mag het formulier worden vervangen door een proces-verbaal indien de som niet werd geïnd op het ogenblik van de vaststelling van de overtreding.»; 2° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.De betaling kan op de volgende manier geschieden : 1. Betaling in geld 1.1. De betaling in geld is slechts van toepassing op personen die geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben. Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan : - strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie bij de bevoegde politierechtbank; - strook B aan het boekje gehecht blijft; - strook C aan de overtreder wordt overhandigd. 1.2. De som wordt betaald in euro met bankbiljetten en, in voorkomend geval, met munten van 1 of 2 euro. 2. Betaling met bank- of kredietkaart. 2.1. De betaling met een bank- of kredietkaart is van toepassing op personen die al dan niet een woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben.
Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan : - strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie bij de bevoegde politierechtbank; - strook B aan het boekje gehecht blijft; - strook C aan de overtreder wordt overhandigd met een bewijs van de uitvoering van de betaling. 2.2. De te innen som wordt steeds uitgedrukt in euro. 3. Betaling met overschrijving of de E-betaling met een bank- of kredietkaart. 3.1. De betaling met overschrijving of de E-betaling met een bank- of kredietkaart is slechts van toepassing op personen die een woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben. Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan : - strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie bij de bevoegde politierechtbank; - strook B aan het boekje gehecht blijft; - strook C aan de overtreder wordt overhandigd. 3.2. Een document met overschrijvingsformulier wordt aan de overtreder overhandigd tegelijkertijd met de strook C van het formulier of wordt tegelijkertijd met of na het afschrift van het proces-verbaal gestuurd. Dit document bevat de elementen die zijn opgenomen in het model voorzien in bijlage 3 van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg. Het kan evenwel bijkomende inlichtingen bevatten.
In het geval voorzien in 3.1, wordt de gestructureerde mededeling op het overschrijvingsformulier hernomen op het formulier.
Dit document vermeldt de instructies die vereist zijn om de E-betaling met bank- of kredietkaart te verrichten. 3.3. De betaling met overschrijving of de E-betaling met bank- of kredietkaart wordt uitgevoerd binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de in 3.2 bedoelde afgifte of verzending van het document. 3.4. In geval van betaling met overschrijving wordt de gestructureerde mededeling vermeld in de mededeling van de overschrijving.
De datum van betaling door de bankinstelling dient als bewijs van de datum van betaling. 3.5. In geval van E-betaling met bank- of kredietkaart wordt de betaling uitgevoerd op de website : http://www.onmiddellijkeinning.be De gestructureerde mededeling vermeld op het overschrijvingsformulier wordt meegedeeld in het daartoe voorziene veld.
De datum van betaling door de bank- of kredietinstelling dient als bewijs van de datum van betaling. 3.6. De te innen som wordt steeds uitgedrukt in euro. »; 3° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.De overtreder mag slechts van één betalingswijze toepassing maken. »
Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 juli 2000 en 11 december 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1 : a) worden de woorden « 75 EUR » vervangen door « 110 EUR »;b) wordt het volgende lid bijgevoegd : « Wanneer een consignatie terzelfder tijd verschuldigd is op basis van onderhavig besluit en van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 of van het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten, mag deze forfaitaire som van 110 EUR slechts eenmaal worden gevorderd.» 2° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.De procedure voorzien in artikel 4, § 2, 1 en 2, is van toepassing in geval van consignatie van een som. »; 3° § 4 wordt opgeheven.
Art. 4.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Wanneer een formulier voor inning of consignatie van een som ongeldig moet worden gemaakt, stelt de agent, die er houder van is, het ongeldig maken vast door middel van een gedagtekende en ondertekende vermelding op alle stroken van het formulier. »
Art. 5.In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt de laatste zin geschrapt. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg
Art. 6.In artikel 2, 1° tot 4°, van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg, vervallen de woorden « ter plaatse en ».
In artikel 3, §§ 1 en 2 en artikel 4 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « ter plaatse ».
Art. 7.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt aangevuld met het volgende lid : « Voor het toepassen van de procedure van inning mag het formulier worden vervangen door een proces-verbaal indien de som niet werd geïnd op het ogenblik van de vaststelling van de overtreding.»; 2° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.De betaling kan op de volgende manier geschieden : 1. Betaling in geld 1.1. De betaling in geld is slechts van toepassing op personen die geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben. Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan : - strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie bij de bevoegde politierechtbank; - strook B aan het boekje gehecht blijft; - strook C aan de overtreder wordt overhandigd. 1.2. De som wordt betaald in euro met bankbiljetten en, in voorkomend geval, met munten van 1 of 2 euro. 2. Betaling met bank- of kredietkaart. 2.1. De betaling met een bank- of kredietkaart is van toepassing op personen die al dan niet een woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben.
Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan : - strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie bij de bevoegde politierechtbank; - strook B aan het boekje gehecht blijft; - strook C aan de overtreder wordt overhandigd met een bewijs van de uitvoering van de betaling. 2.2. De te innen som wordt steeds uitgedrukt in euro. 3. Betaling met overschrijving of de E-betaling met een bank- of kredietkaart. 3.1. De betaling met overschrijving of de E-betaling met een bank- of kredietkaart is slechts van toepassing op personen die een woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben. Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan : - strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie bij de bevoegde politierechtbank; - strook B aan het boekje gehecht blijft; - strook C aan de overtreder wordt overhandigd. 3.2. Een document met overschrijvingsformulier wordt aan de overtreder overhandigd tegelijkertijd met de strook C van het formulier of wordt tegelijkertijd met of na het afschrift van het proces-verbaal gestuurd. Dit document bevat de elementen die zijn opgenomen in het model voorzien in bijlage 3 van onderhavig koninklijk besluit. Het kan evenwel bijkomende inlichtingen bevatten.
In het geval voorzien in 3.1, wordt de gestructureerde mededeling op het overschrijvingsformulier hernomen op het formulier.
Dit document vermeldt de instructies die vereist zijn om de E-betaling met bank- of kredietkaart te verrichten. 3.3. De betaling met overschrijving of de E-betaling met bank- of kredietkaart wordt uitgevoerd binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de in 3.2 bedoelde afgifte of de verzending van het document. 3.4. In geval van betaling met overschrijving wordt de gestructureerde mededeling vermeld in mededeling van de overschrijving.
De datum van betaling door de bankinstelling dient als bewijs van de datum van betaling. 3.5. In geval van E-betaling met bank- of kredietkaart wordt de betaling uitgevoerd op de website : http://www.onmiddellijkeinning.be De gestructureerde mededeling vermeld op het overschrijvingsformulier wordt meegedeeld in het daartoe voorziene veld.
De datum van betaling door de bank- of kredietinstelling dient als bewijs van de datum van betaling. 3.6. De te innen som wordt steeds uitgedrukt in euro. »; 3° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.De overtreder mag slechts van één betalingswijze toepassing maken. »
Art. 8.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1 : a) in het derde lid worden de woorden « 75 EUR » vervangen door « 110 EUR »;b) wordt het volgende lid bijgevoegd : « Wanneer een consignatie tezelfdertijd verschuldigd is op basis van onderhavig besluit en het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten of het koninklijk besluit van 24 maart 1997 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige overtredingen inzake het vervoer over de weg van gevaarlijke goederen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen, mag deze forfaitaire som van 110 EUR slechts eenmaal worden gevorderd.» 2° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.De procedure voorzien in artikel 5, § 2, 1 en 2, is van toepassing in geval van consignatie van een som. ».
Art. 9.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° De laatste zin van het eerste lid wordt geschrapt;2° De tweede lid wordt opgeheven.
Art. 10.Bijlage 2 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 1 bij dit besluit.
Art. 11.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een bijlage 3, hernomen als bijlage 2 bij dit besluit. HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten
Art. 12.In artikel 1 van koninklijk besluit van 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en zijn uitvoeringsbesluiten, wordt de volgende uitdrukking toegevoegd tussen « de federale en lokale politie, » en « en de wegenbrigadiers » : « de personeelsleden van de Administratie der Douane en Accijnzen bij de uitvoering van hun dienst ».
Art. 13.Artikel 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : « Voor het toepassen van de procedure van inning mag het formulier worden vervangen door een proces-verbaal indien de som niet werd geïnd op het ogenblik van de vaststelling van de overtreding. »
Art. 14.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 7.De betaling kan op de volgende manier geschieden : 1. Betaling in geld. 1.1. De betaling in geld is slechts van toepassing op personen die geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben. Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan : - strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie bij de bevoegde politierechtbank; - strook B aan het boekje gehecht blijft; - strook C aan de overtreder wordt afgegeven. 1.2. De som wordt betaald in euro met bankbiljetten en, in voorkomend geval, met munten van 1 of 2 euro of 50 cent. 2. Betaling met bank- of kredietkaart. 2.1. De betaling met een bank- of kredietkaart is van toepassing op personen die al dan niet een woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben.
Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan : - strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie bij de bevoegde politierechtbank; - strook B aan het boekje gehecht blijft; - strook C aan de overtreder wordt overhandigd met een bewijs van de uitvoering van de betaling. 2.2. De te innen som wordt steeds uitgedrukt in euro. 3. Betaling met overschrijving of de E-betaling met een bank- of kredietkaart. 3.1. De betaling met overschrijving of de E-betaling met een bank- of kredietkaart is slechts van toepassing op personen die een woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben. Voor die betaling vult de bevoegde agent de stroken A, B en C van het formulier in, waarvan : - strook A dezelfde dag wordt verzonden aan het openbaar ministerie bij de bevoegde politierechtbank; - strook B aan het boekje gehecht blijft; - strook C aan de overtreder wordt overhandigd. 3.2. Een document met overschrijvingsformulier wordt aan de overtreder overhandigd tegelijkertijd met de strook C van het formulier of wordt tegelijkertijd met of na het afschrift van het proces-verbaal gestuurd. Dit document bevat de elementen die zijn opgenomen in het model voorzien in bijlage 3 van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg. Het kan evenwel bijkomende inlichtingen bevatten.
In het geval voorzien in 3.1 wordt de gestructureerde mededeling op het overschrijvingsformulier hernomen op het formulier.
Dit document vermeldt de instructies die vereist zijn om de E-betaling met bank- of kredietkaart te verrichten. 3.3. De betaling met overschrijving of de E-betaling met bank- of kredietkaart wordt uitgevoerd binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de in 3.2 bedoelde afgifte of de verzending van het document. 3.4. In geval van betaling met overschrijving wordt de gestructureerde mededeling vermeld in mededeling van de overschrijving.
De datum van betaling door de bankinstelling dient als bewijs van de datum van betaling. 3.5. In geval van E-betaling met bank- of kredietkaart wordt de betaling uitgevoerd op de website : http://www.onmiddellijkeinning.be De gestructureerde mededeling vermeld op het overschrijvingsformulier wordt meegedeeld in het daartoe voorziene veld.
De datum van betaling door de bank- of kredietinstelling dient als bewijs van de datum van betaling. 3.6. De te innen som wordt steeds uitgedrukt in euro. »;
Art. 15.In artikel 8 van hetzelfde besluit, wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 16.In artikel 9 van hetzelfde besluit, wordt het tweede lid opgeheven. HOOFDSTUK IV. - Overige bepalingen
Art. 17.De onmiddellijke inningen en consignaties voorgesteld voor overtredingen begaan vóór de inwerkingtreding van dit besluit blijven onderworpen aan de bepalingen van toepassing op het ogenblik dat de overtreding is begaan.
Art. 18.De op het moment van de inwerkingtreding van dit besluit nog in omloop zijnde formulieren die voldoen aan bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg, vervangen door het koninklijk besluit van 22 december 2003, mogen verder gebruikt worden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit..
In dat geval zal : a) de strook C1 waarde hebben van strook C van het formulier opgenomen als bijlage 1 bij dit besluit;b) de strook C2/C3 niet meer gebruikt worden;c) de gestructureerde mededeling worden hernomen in het vak « VERSCHULDIGDE SOM - BETAALMIDDEL » van de stroken A, B en C1.
Art. 19.Indien de betalingen met bank- of kredietkaart of de E-betaling met bank- of kredietkaart technisch gezien niet mogelijk zijn op het ogenblik dat het verzoek tot inning gestuurd wordt naar de overtreder, dient er in het formulier en in het document dat respectievelijk in de bijlagen 1 en 2 van onderhavig besluit is opgenomen niet te worden verwezen naar de betaalwijzen.
Art. 20.De Administratie der Douane en Accijnzen kan tot en met 31 december 2006 betaling in geld ook accepteren voor wat betreft personen die hun woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben.
Art. 21.Dit besluit treedt in werking op 31 maart 2006.
Art. 22.Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Mobiliteit zijn belast, ieder wat haar of hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 maart 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden toegevoegd aan Ons besluit van 27 maart 2006 tot wijziging van de koninklijke besluiten van 24 maart 1997, 19 juli 2000 en 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van sommige overtredingen.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden toegevoegd aan Ons besluit van 27 maart 2006 tot wijziging van de koninklijke besluiten van 24 maart 1997, 19 juli 2000 en 22 december 2003 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van sommige overtredingen.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT