27 MAART 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 1993 houdende toekenning van een forfaitaire vergoeding wegens verblijfkosten aan sommige ambtenaren van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli l993;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 december 1993 houdende toekenning van een forfaitaire vergoeding wegens verblijfkosten aan sommige ambtenaren van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op het advies van het Beheerscomité;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 13 mei 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 13 mei 1997;

Gelet op het protocol van 9 december 1997 waarin de conclusies van de onderhandeling gevoerd in het Sectorcomité Xl zijn vermeld;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid Overwegende dat de bepalingen vervat in het koninklijk besluit van 30 december 1993 moeten aangepast worden in functie van de nieuwe bepalingen betreffende de loopbanen van niveau 2+, opdat de betaling van de vergoeding onverwijld voortgezet zou kunnen worden;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 30 december 1993 houdende toekenning van een forfaitaire vergoeding wegens verblijfkosten aan sommige ambtenaren van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, wordt de tekst van het eerste lid vervangen door de volgende bepaling : « Maandelijks wordt een forfaitaire vergoeding voor verblijfkosten toegekend aan de personeelsleden van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, behorende tot de niveaus 2+ en 2, die externe opdrachten uitvoeren met het oog op de controle van de toepassing van de sociale wetten of de controle van de boekhouding van de uitkeringsinstellingen uit te oefenen. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 maart 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET