gepubliceerd op 18 februari 2008
Koninklijk besluit houdende een toelage aan bepaalde wetenschappelijke verenigingen van huisartsgeneeskunde teneinde de wetenschappelijke ondersteuning van de huisartsgeneeskunde te bevorderen gedurende de periode van 1 oktober 2007 tot 30 maart 2008
27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit houdende een toelage aan bepaalde wetenschappelijke verenigingen van huisartsgeneeskunde teneinde de wetenschappelijke ondersteuning van de huisartsgeneeskunde te bevorderen gedurende de periode van 1 oktober 2007 tot 30 maart 2008
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 28 december 2006 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2007, inzonderheid op begroting 25, afdeling 52, artikel 41.3336;
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid artikel 14, 2°;
Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 29 november 2007;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een toelage van tweehonderdvijftigduizend euro ( euro 250.000), aan te rekenen ten laste van artikel 41.3336, afdeling 52, van de begroting van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, begrotingsjaar 2007, wordt toegekend als tussenkomst van de Staat in de werkings- en personeelskosten van twee wetenschappelijke verenigingen van huisartsgeneeskunde.
Art. 2.Deze toelage zal op volgende wijze verdeeld worden : 1) DOMUS MEDICA, St.Hubertusstraat 58, 2600 Berchem (B.R. : 733-0100945-95) : euro 150.000; 2) Société scientifique de Médecine générale d'Expression française, rue de Suisse 8, 1060 Brussel (B.R. : 001-3142233-91) : euro 100.000.
Art. 3.Deze toelage is bedoeld om de realisatie van de volgende opdrachten toevertrouwd aan de verenigingen bedoeld in artikel 2 van 1 oktober 2007 tot 30 maart 2008 te ondersteunen : 1° de huisartsgeneeskunde wetenschappelijk ondersteunen door aanbevelingen voor goedepraktijkvoering uit te werken en bestaande aanbevelingen aan te passen en te vertalen.De verenigingen bedoeld in artikel 2 zullen er door middel van actief overleg op toezien dat voor een gemeenschappelijke benadering, uitvoering en voorstelling deze aanbevelingen wordt geopteerd. De verenigingen bedoeld in artikel 2 zullen erop toezien dat de "Evidence-based Medicine"-validering van voornoemde aanbevelingen gemaximaliseerd wordt; 2° wat Domus Medica betreft, bijkomend starten met de uitwerking van de volgende twee aanbevelingen voor goede praktijkvoering : "klinische biologie in de huisartsenpraktijk" en "strategie in geval van een grieppandemie";3° de huisartsenpraktijken logistiek ondersteunen op het niveau van de samenwerking tussen huisartsen, tussen huisartsen en geneesheren-specialisten en tussen alle zorgverleners uit de eerstelijnszorg.Deze ondersteuning omvat onder meer hulp bij het rationele gebruik van het Globaal Medisch Dossier en het Elektronisch Medisch Dossier, ondersteuning van de huisartsen bij het nemen van beslissingen jegens patiënten, met name op het vlak van medische ethiek, de ontwikkeling van instrumenten om de coördinatie tussen de ziekenhuisstructuren en de zorgverleners uit de eerstelijnszorg te verbeteren, evenals de ontwikkeling van instrumenten om de logistieke structuur van de huisartsenpraktijken te verbeteren; 4° de huisartsenpraktijken zullen onder meer wetenschappelijk ondersteund worden door een wetenschappelijk team dat ingezet zal worden om de opleidingen, colloquia en onderzoeksactiviteiten in de huisartsgeneeskunde evenals de ontwikkeling van instrumenten voor een constructieve evaluatie van de huisartsenpraktijken te omkaderen;5° proactieve wetenschappelijke ondersteuning bieden aan de vertegenwoordigers van de huisartsen in de overlegstructuren bij het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Art. 4.In het kader van de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 3 zullen de verenigingen bedoeld in artikel 2 minstens 40 % van de bedragen die hun zijn toegekend besteden aan de opdrachten bedoeld in artikel 3, 1°.
Domus Medica zal 30 % van de bedragen die haar zijn toegekend besteden aan de opdracht bedoeld in artikel 3, 2°.
De opdrachten bedoeld in artikel 3, 3° en 4° worden gratis door de verenigingen bedoeld in artikel 2 verleend aan de bedoelde bestemmelingen.
De verenigingen bedoeld in artikel 2 zullen een werkplan opstellen en opvolgen waarin een gedetailleerde beschrijving wordt gegeven van de activiteiten waarin voorzien is in het kader van de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 3. Dit werkplan zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Begeleidingscomité overeenkomstig artikel 6, lid 3.
Art. 5.Zodra het werkplan bedoeld in artikel 4, 4° is goedgekeurd zal 70 % van de bedragen bedoeld in artikel 2 gestort worden aan de verenigingen bedoeld in artikel 2.
Het saldo van de toegekende toelage zal voor elke vereniging bedoeld in artikel 2 slechts uitbetaald worden nadat : 1° een tussentijds activiteitenverslag als bedoeld in artikel 6 uiterlijk tegen 29 februari 2008 bij het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer (bureau 2E0384) van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu is ingediend en goedgekeurd;2° een definitief activiteitenverslag als bedoeld in artikel 6, de rekening van inkomsten en uitgaven van de betrokken wetenschappelijke vereniging voor het jaar 2007, een schuldvordering en de bewijsstukken die betrekking hebben op de totale toelage uiterlijk tegen 30 april 2008 bij het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer (bureau 2E0384) van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu zijn ingediend;3° het definitieve activiteitenverslag bedoeld in artikel 6 is goedgekeurd. Wanneer de bewijsstukken het toegekende voorschot niet dekken, wordt het verschil zonder verwijl aan de Staat terugbetaald.
Art. 6.Er wordt een begeleidingscomité opgericht bij het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu teneinde de werkzaamheden van de verenigingen bedoeld in artikel 2 en de uitvoering door deze laatsten van de opdrachten bedoeld in artikel 3 te evalueren.
Dat comité is samengesteld uit een vertegenwoordiger van de Minister van Volksgezondheid en twee vertegenwoordigers van het Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Tot dit comité behoren tevens drie vertegenwoordigers van elke vereniging bedoeld in artikel 2, die er zetelen met raadgevende stem.
Het begeleidingscomité is belast met de evaluatie en desgevallend de goedkeuring, voor elke vereniging bedoeld in artikel 2, van het werkplan en van het tussentijds activiteitenverslag en het definitieve activiteitenverslag waarin de stand van zaken betreffende de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 3 wordt toegelicht.
Art. 7.Zullen enkel in aanmerking worden genomen : de personeels- en werkingskosten, onder meer de vergoedingen, lonen, wedden, sociale lasten, kleine bureaukosten en de kosten van dienstverlening.
In het geval de werktijd van bepaalde personeelsleden zou worden verdeeld tussen verschillende beroepsbezigheden, zoals onder andere het onderwijs, onderzoek en de geneeskundepraktijk, zal slechts dat gedeelte (in tienden berekend) van hun wedden in aanmerking worden genomen dat overeenkomt met de tijd besteed aan de werkzaamheid die gesubsidieerd wordt krachtens onderhavig besluit. De overlegging van een op erewoord ondertekend prestatieformulier waarvan het model door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefinilieu wordt bezorgd, dient als verantwoording.
Voor elk tewerkgesteld personeelslid wordt een loonfiche voorgelegd.
De kosten van dienstverlening moeten worden aangetoond door middel van een factuur en de voorlegging van- een kostenbegroting, een offerte, een bestelbon of een voorafgaand contract.
De investeringskosten worden niet terugbetaald.
De onkosten voor de terugbetaling van een lening komen niet in aanmerking.
Art. 8.Alle overgelegde documenten worden aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu bezorgd in elektronisch formaat (CD-ROM) vergezeld van een gedrukte versie.
Art. 9.Alle documenten en resultaten die door de verenigingen bedoeld in artikel 2 in het kader van onderhavige toelage worden overgelegd, zijn eigendom van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
De verenigingen bedoeld in artikel 2 zullen erop toezien dat elk verslag, elke aanbeveling of elk document dat wordt opgesteld door geheel of gedeeltelijk gebruik te maken van de onderhavige toelagen, duidelijke aanwijzingen bevat die aantonen dat de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu eigenaar of partner in het kader van deze werkzaamheden is.
De verenigingen bedoeld in artikel 2 kunnen gebruik maken van de documenten en de resultaten die ze in het kader van de onderhavige toelage hebben overgelegd voor zover dit gebruik geen winstoogmerk beoogt.
Dit gebruiksrecht kan op ieder ogenblik door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu worden ingetrokken.
Art. 10.Het onderhavige besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2007.
Art. 11.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 januari 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX