gepubliceerd op 31 mei 2007
Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag ter betaling van de vergoedingen voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2000 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, voorzover het betrekking heeft op werknemers tewerkgesteld in de sector van de thuisverpleging, in wijkgezondheidscentra en door het Rode Kruis, voor het kalenderjaar 2007
27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag ter betaling van de vergoedingen voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2000 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, voorzover het betrekking heeft op werknemers tewerkgesteld in de sector van de thuisverpleging, in wijkgezondheidscentra en door het Rode Kruis, voor het kalenderjaar 2007
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, inzonderheid op artikel 59, tweede lid, 8°;
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 191, eerste lid, 5°ter, ingevoegd bij de wet van 27 december 2005;
Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het bedrag bedoeld in dit besluit zo snel mogelijk aan het Fonds voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten gestort moet worden voorzover het uitvoering geeft aan het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2000 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van werkgevers en werknemers;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 april 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 20 april 2007;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het bedrag, bedoeld in artikel 191, eerste lid, 5°ter, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ter financiering van de fondsen bedoeld in artikel 35, § 5, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, met het oog op de betaling van de vergoedingen voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2000 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, voor zover het betrekking heeft op werknemers tewerkgesteld in de sector van de thuisverpleging, in wijkgezondheidscentra en door het Rode Kruis, wordt voor het jaar 2007 vastgesteld op 38.583.050 EUR.
Art. 2.Het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeits-verzekering gestort als volgt : a) voor de private sector zal van dit bedrag 37.782.229 EUR gestort worden aan het Sociaal Maribel Fonds voor gezondheidsinrichtingen en Diensten 305.2; b) voor de publieke sector zal van dit bedrag 800.821 EUR gestort worden aan het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector.
Art. 3.De betalingen door de Fondsen aan de betrokken werkgevers is afhankelijk van de toepassing door deze werkgevers van het in artikel 1 bedoelde sociale akkoord.
Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 april 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE