gepubliceerd op 16 januari 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden
26 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 september 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1998 Loon- en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 2 december 1999 onder het nummer 53145/CO/128.05) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen waar zadels, lederen riemen, sportartikelen in leder en in vel en industriële artikelen in leder worden vervaardigd. HOOFDSTUK II. - Lonen
Art. 2.§ 1. De minimumuurlonen van de werklieden en werksters worden als volgt vastgesteld op 1 januari 1998, in een regeling van de 38-urige werkweek : Categorie 1 : 271,00 BEF Categorie 2 : 264,90 BEF Categorie 3 : 256,15 BEF § 2. De minimumuurlonen en de werkelijk uitbetaalde uurlonen van de werklieden worden verhoogd met 4 BEF per uur op 1 april 1998. HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 3.De bij de artikelen 2 en 5 vastgestelde lonen en bestaanszekerheidsuitkeringen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) maandelijks vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Art. 4.Hun aanpassing geschiedt volgens de bepalingen vervat in hoofdstuk III, artikelen 8, 9 en 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 april 1986, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zadelmakerij, de vervaardiging van riemen en industriële artikelen in leder, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de ondernemingen waar zadels, lederen riemen, sportartikelen in leder en in vel en industriële artikelen in leder worden vervaardigd, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 december 1986 (Belgisch Staatsblad van 22 januari 1987). HOOFDSTUK IV. - Bestaanszekerheid
Art. 5.Het dagelijkse bedrag van de bestaanszekerheidsuitkering is op 1 april 1998 vastgesteld op 173,15 BEF.
Art. 6.Individueel beschikt iedere werkman over 60 kredietdagen per kalenderjaar. Nochtans wordt per jaar en per onderneming een "pool" van kredietdagen gevormd door het aantal werklieden op 1 januari te vermenigvuldigen met 60. Deze "pool" kan uitgeput worden door de werklieden die meer dan 60 dagen per kalenderjaar tijdelijk werkloos zijn. Het saldo van de kredietdagen wordt niet overgedragen naar een volgend kalenderjaar. HOOFDSTUK V. - Syndicale premie
Art. 7.Het bedrag van de jaarlijkse syndicale premie wordt gehandhaafd op 3 500 BEF vanaf 1 januari 1997. HOOFDSTUK VI. - Tewerkstelling
Art. 8.De werkgevers verbinden zich ertoe in het vlak van de ondernemingen alle maatregelen te treffen om de tewerkstelling te handhaven.
Art. 9.Wanneer het onmogelijk is om werkloosheid te voorkomen, voeren de werkgevers een beurt- of groepswerkloosheidsregeling in. HOOFDSTUK VII. - Geldigheid
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.
Voor zover deze collectieve arbeidsovereenkomst de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten niet wijzigt blijven deze behouden.
De sociale vrede wordt gewaarborgd voor de ganse duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 september 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX