Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 oktober 2015
gepubliceerd op 01 december 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot vaststelling van de procedure inzake het onderhoud van de functieclassificatie en de beroepsprocedure voor het rijdend personeel tewerkgesteld in de subsector van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en in de subsector van de goederenbehandeling voor rekening van derden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015203676
pub.
01/12/2015
prom.
26/10/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 OKTOBER 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot vaststelling van de procedure inzake het onderhoud van de functieclassificatie en de beroepsprocedure voor het rijdend personeel tewerkgesteld in de subsector van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en in de subsector van de goederenbehandeling voor rekening van derden (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot vaststelling van de procedure inzake het onderhoud van de functieclassificatie en de beroepsprocedure voor het rijdend personeel tewerkgesteld in de subsector van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en in de subsector van de goederenbehandeling voor rekening van derden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 oktober 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2014 Vaststelling van de procedure inzake het onderhoud van de functieclassificatie en de beroepsprocedure voor het rijdend personeel tewerkgesteld in de subsector van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en in de subsector van de goederenbehandeling voor rekening van derden (Overeenkomst geregistreerd op 3 maart 2015 onder het nummer 125620/CO/140) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en behorend tot de subsectoren voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de goederenbehandeling voor rekening van derden alsook op hun arbeiders, conform het koninklijk besluit van 7 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/05/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007201532 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het vervoer en van het koninklijk besluit van 6 april 1995 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en van het koninklijk besluit van 6 april 1995 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken (verschenen in het Belgisch Staatsblad van 31 mei 2007). § 2. Onder "subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden" wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en die zich inlaten met : 1° Het goederenvervoer over de weg voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk een vervoervergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;2° Het goederenvervoer over de weg voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk geen vervoervergunning vereist is;3° Het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke een vervoervergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;4° Het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de taxibestelwagens, met name de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk is aan of kleiner is dan 500 kilogrammen en uitgerust met een taximeter, beschouwd als voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. § 3. Onder "subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden" wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en die, buiten de havenzones, zich inlaten met : 1. alle behandeling van goederen voor rekening van derden ter voor bereiding van het vervoer en/of ter afwerking van het vervoer, ongeacht het gebruikte vervoermiddel;2° en/of alle logistieke diensten ter voorbereiding van het vervoer van goederen voor rekening van derden en/of ter afwerking van dit vervoer, ongeacht het gebruikte vervoermiddel. Onder "logistieke activiteiten" wordt verstaan : ontvangst, opslag, weging, verpakking, etikettering, voorbereiding van bestellingen, beheer van voorraden of verzending van grondstoffen, goederen of producten in de verschillende stadia van hun economische cyclus, zonder dat er nieuwe half afgewerkte of afgewerkte producten worden voortgebracht.

Onder "voor rekening van derden" wordt verstaan : het uitvoeren van logistieke activiteiten voor andere natuurlijke of rechtspersonen en onder voorwaarde dat de ondernemingen die voor rekening van derden logistieke activiteiten uitoefenen op geen enkel ogenblik eigenaar van de betrokken grondstoffen, goederen of producten worden.

Met ondernemingen die voor rekening van derden logistieke activiteiten uitoefenen worden gelijkgesteld de ondernemingen die bij verbonden vennootschappen van de groep grondstoffen, goederen of producten aankopen en deze grondstoffen, goederen of producten verkopen aan verbonden vennootschappen van de groep en in zoverre deze grondstoffen, goederen of producten tevens het voorwerp zijn van logistieke activiteiten.

Onder "een groep van verbonden vennootschappen" wordt verstaan : de verbonden vennootschappen die tevens voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 11, 1° van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 20/08/1999 numac 1999021323 bron diensten van de eerste minister Wet houdende oprichting van het Paleis voor Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendingen en de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad type wet prom. 07/05/1999 pub. 29/06/1999 numac 1999009706 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Strafwetboek, van het Wetboek van Strafvordering, van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering, van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, van de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidsstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964 sluiten betreffende het Wetboek van vennootschappen.

Het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek is niet bevoegd voor de ondernemingen die voor rekening van derden uitsluitend logistieke activiteiten uitoefenen en de daarmee gelijkgestelde ondernemingen wanneer deze logistieke activiteiten een onlosmakelijk onderdeel vormen van een productie- of handelsactiviteit waarbij deze logistieke activiteiten opgenomen zijn in de bevoegdheid van een specifiek paritair comité. § 4. Onder "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters van het rijdend personeel ressorterend onder het RSZ-nummer 083 van bovengenoemde ondernemingen. HOOFDSTUK II. - Sectorale functieclassificatiecommissie

Art. 2.De partijen komen overeen een sectorale functieclassificatiecommissie op te richten, die belast zal zijn met : - de procedures die moeten gevolgd worden bij de invoering van de functieclassificatie in de onderneming; - het evalueren en actualiseren van het functieclassificatiesysteem en -handboek; - het verspreiden van de info aangaande de invoering van de functieclassificatie; - de procedures die moeten gevolgd worden ingeval de arbeider van oordeel is dat de werkgever zijn functie verkeerd heeft ingeschat.

Art. 3.Een paritaire werkgroep, opgericht in de schoot van het paritair comité, vervult de opdrachten toebedeeld aan de sectorale functieclassificatiecommissie.

De commissie kan indien nodig aangevuld worden door : a) maximum 2 ad hoc aangeduide experten zowel aan werkgeverszijde als aan werknemerszijde;b) de afgevaardigden van de systeemhouder (HAY GROUP). HOOFDSTUK III. - Procedures

Art. 4.Inschaling van de concrete functies De inschaling van de concrete functies door de werkgevers gebeurt aan de hand van de werkwijze uiteengezet in artikelen 2, 3, 4 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2014 betreffende de functieclassificatie van het rijdend personeel in de ondernemingen in de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector van de goederenbehandeling voor rekening van derden.

Art. 5.Verantwoordelijkheid De werkgever draagt de verantwoordelijkheid voor de informatie en implementatie van de indeling in klassen van de functies op basis van hun reële inhoud in de onderneming.

Een werkgever die na 1 januari 2015 onder de subsector van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of onder de subsector van de goederenbehandeling voor rekening van derden ressorteert, is verantwoordelijk voor de invoering van de functieclassificatie in de onderneming.

In dat verband is de werkgever ertoe gehouden aan elke betrokken arbeider/ster schriftelijk mee te delen in welke klasse hun nieuwe en/of gewijzigde functie werd ondergebracht op basis van de weging van de betreffende functie volgens de principes vermeld in artikel 4 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 6.Actualisering van de sectorale functieclassificatie De werkgever is ertoe gehouden op gepaste wijze de betrokken arbeiders van elke actualisering van de sectorale functieclassificatie op de hoogte te brengen via de ondernemingsraad, bij ontstentenis, via de syndicale afvaardiging, bij ontstentenis, via het comité voor preventie en bescherming op het werk, bij ontstentenis, via aanplakking in alle bedrijfszetels van een bericht dat de plaats vermeldt waar de nieuwe en/of gewijzigde functies kunnen geconsulteerd worden.

Art. 7.Beroepsprocedure Elke arbeider die van mening is dat de werkgever zijn functie verkeerd heeft ingeschaald kan tegen de inschaling beroep aantekenen.

De beroepsprocedure verloopt als volgt : Fase A De arbeider maakt zijn bezwaar binnen een redelijke termijn schriftelijk kenbaar bij de hiërarchische leiding, de personeelsdienst of de directie, naargelang de geplogenheden in de onderneming. Als datum van kennisname wordt aanzien de derde dag na het aangetekend versturen van de berichtgeving van het bezwaar.

Het bezwaar is slechts ontvankelijk indien het voldoende toegelicht/gemotiveerd is.

De werkgever is ertoe gehouden de bezwaren die geldig kenbaar gemaakt zijn te bespreken, binnen een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de indiening van de klacht.

De arbeider kan zich desgewenst laten bijstaan door een lid van de syndicale afvaardiging en/of een vertegenwoordiger van de erkende en representatieve werknemersorganisatie in het PC 140.03. De werkgever kan zich desgewenst laten bijstaan door een vertegenwoordiger van zijn erkende en representatieve beroepsorganisatie in het PC 140.03.

Zowel in geval van akkoord als in geval van niet-akkoord wordt dit binnen de 7 dagen na bespreking door de werkgever schriftelijk meegedeeld aan de indiener van de klacht.

In geval van akkoord tussen de werkgever en de arbeider wordt de beroepsprocedure stopgezet.

Fase B Ingeval geen akkoord tot stand kwam tijdens fase A kan de arbeider/ster een nieuwe bespreking vragen.

Deze bespreking moet plaatsvinden binnen de 30 dagen na de termijn in fase A voorzien op basis van bovenstaand gemotiveerd dossier.

Zowel de arbeider als de werkgever kan zich desgewenst laten bijstaan door een syndicale afgevaardigde en/of een vertegenwoordiger van de erkende representatieve werknemers- of werkgeversorganisatie waarbij hij aangesloten is.

Zowel in geval van akkoord als in geval van niet-akkoord wordt dit binnen de 7 kalenderdagen na bespreking door de werkgever schriftelijk meegedeeld aan de indiener van de klacht.

In geval van akkoord tussen werkgever en arbeider wordt de beroepsprocedure stopgezet.

Fase C Indien geen akkoord tot stand kwam tijdens fase A en/of fase B op het niveau van de onderneming heeft de arbeider de mogelijkheid om via zijn werkgever in hoger beroep te gaan bij de sectorale beroepscommissie.

Hij doet dit door zijn beroep schriftelijk kenbaar te maken aan zijn werkgever binnen de 7 kalenderdagen na bespreking zonder resultaat.

De werkgever beschikt over een termijn van 7 kalenderdagen te rekenen na ontvangst van het hoger beroep om het hoger beroep schriftelijk kenbaar te maken bij de sectorale beroepscommissie.

Indien de werkgever nalaat de commissie te informeren binnen de gestelde termijn kan de arbeider zelf of via een vertegenwoordiger van zijn vakorganisatie het beroep aanhangig maken bij de sectorale beroepscommissie ten laatste 14 dagen na zijn schriftelijk beroep bij de werkgever of na de kennisname van het nalaten van de werkgever om het hoger beroep kenbaar te maken bij de sectorale beroepscommissie.

De sectorale beroepscommissie onderzoekt de klacht op basis van het dossier. Hiertoe kan zij alle stappen ondernemen die zij nodig acht.

Binnen de 3 maanden nadat het beroep aanhangig werd gemaakt bij de sectorale beroepscommissie doet deze commissie een voor alle partijen bindende uitspraak.

De betrokken werkgever en arbeider worden schriftelijk ingelicht over die uitspraak door de voorzitter van de sectorale beroepscommissie binnen de 7 kalenderdagen.

Indien er binnen de gestelde termijn van 3 maanden geen bindende uitspraak wordt gedaan door de sectorale beroepscommissie kan de arbeider zich tot de arbeidsrechtbank richten.

Indien de functie in een andere klasse wordt ingedeeld geldt die andere indeling vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de schriftelijke indiening van de initiële klacht, zoals voorzien in fase A. HOOFDSTUK IV. - Bescherming van de arbeider

Art. 8.De werkgever die een arbeider tewerkstelt, die hetzij op het vlak van de onderneming die hem tewerkstelt, volgens de geldende afspraken in verband met de beroepsprocedure, hetzij op het vlak van de sector, een met redenen omklede klacht volgens de geldende beroepsprocedure heeft ingediend of die een rechtsvordering instelt met betrekking tot de functieclassificatie mag de arbeidsverhouding niet beëindigen, noch de arbeidsvoorwaarden eenzijdig wijzigen, behalve om redenen die vreemd zijn aan die klacht of aan die rechtsvordering. De wettelijke regels inzake kennelijk onredelijk ontslag blijven van toepassing. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 9.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2015. § 2. Ze is gesloten voor onbepaalde tijd. § 3. Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd.

Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekend brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen.

De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 oktober 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^