Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 oktober 2015
gepubliceerd op 27 november 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen; b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 februari 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2014 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015012219
pub.
27/11/2015
prom.
26/10/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 OKTOBER 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen; b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 februari 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2014 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend worden verklaard : a) de als bijlage 1 overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen;b) de als bijlage 2 overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 februari 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2014 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 oktober 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage 1 Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2014 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen (Overeenkomst geregistreerd op 5 februari 2015 onder het nummer 125195/CO/202.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven behoren. § 2. Onder "normale voltijdse arbeidsprestaties" worden verstaan : de werkelijke geleverde arbeid, ten belopen van de wekelijkse arbeidsduur, zoals deze is vastgesteld bij artikel 19 van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971. § 3. Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing : 1° op de bedienden die gewoonlijk zijn tewerkgesteld gedurende een periode welke minder dan een kalendermaand bedraagt;2° op de personen die zijn tewerkgesteld in een familieonderneming waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of de voogd. HOOFDSTUK II. - Beginselen

Art. 3.Op 1 januari 2015 is het volgend gemiddeld minimum maandinkomen van toepassing :

Leeftijd/Age

- 6 maanden anc./ - 6 mois d'anc.

+ 6 maanden anc./ + 6 mois d'anc.

+ 12 maanden anc./ + 12 mois d'anc.

20

1 501,82

1 541,67

1 559,38

19

1 501,82

1 541,67

1 541,67

18

1 501,82

1 501,82

1 501,82

17

1 184,11

1 215,02

1 249,98

?16

1 090,63

1 119,10

1 151,30


Art. 4.Voor het bediendepersoneel dat met onvolledige dienstbetrekking is tewerkgesteld, wordt het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, bepaald in artikel 3 berekend naar rata van de duur van de maandelijkse arbeidsprestatie.

Art. 5.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "gemiddeld minimum maandinkomen" verstaan : 1° het maandloon dat is gewaarborgd door de loonschalen welke zijn vastgesteld door het paritair comité, de ondernemingsovereenkomsten of de individuele arbeidsovereenkomsten voor bedienden.In het maandloon moet zowel het vaste als het veranderlijke gedeelte worden begrepen; 2° de tegenwaarde per maand van de premies en andere voordelen, eventueel in natura betaald, welke worden toegekend krachtens collectieve arbeidsovereenkomsten, ondernemingsovereenkomsten, individuele arbeidsovereenkomsten voor bedienden of de gebruiken.

Art. 6.Worden evenwel uitgesloten voor de bepaling van het gemiddeld minimum maandinkomen : 1° de aanvullingen voor overwerk bepaald door artikel 29, § 1 van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten;2° de voordelen welke worden bedoeld in de bepalingen van artikel 19, § 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;3° de premies of vergoedingen welke worden uitgekeerd wegens werkelijke door de bedienden gedragen kosten;4° de wettelijke en aanvullende sociale prestaties die worden toegekend naar aanleiding van schorsingsperiodes van de arbeidsovereenkomst zoals : ziekte-uitkeringen, werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid, enkel en dubbel vakantiegeld. HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 7.§ 1. Op het ogenblik van de betaling van de premie voorzien in hoofdstuk V van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (geregistreerd onder het nummer 64133), wordt een afrekening opgemaakt van de betaalde maandlonen alsook van de andere toegekende voordelen waarvan sprake in artikel 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, gedurende de voorafgaande twaalf maanden of het effectief gepresteerde gedeelte van deze twaalf maanden. § 2. Wanneer de afrekening waarvan sprake in § 1 lager is dan het totaal van de maandbedragen van het gemiddeld minimum maandinkomen dat wordt gewaarborgd door deze collectieve arbeidsovereenkomst voor de periode waarvoor de afrekening vermeld in § 1 werd opgemaakt, wordt het verschil als complement betaald op het ogenblik van de betaling van de premie waarvan sprake in hoofdstuk V van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2002, vermeld onder § 1. § 3. In geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst vóór de in dit artikel voorziene datum wordt de gebeurlijke aanpassing gedaan op het ogenblik zelf van de beëindiging.

Art. 8.§ 1. Voor de bedienden die volledig of gedeeltelijk met een veranderlijk loon worden betaald, wordt het gemiddeld minimum maandinkomen berekend op basis van het gemiddelde van de maandinkomens van de laatste twaalf maanden of het effectief gepresteerde gedeelte van deze twaalf maanden. § 2. Voor de bepalingen van het gemiddeld minimum maandinkomen wordt geen rekening gehouden met onvolledige werkmaanden. HOOFDSTUK IV. - Koppeling aan het indexcijfer der consumptieprijzen

Art. 9.§ 1. Het bedrag van het gemiddeld minimum maandinkomen vastgesteld in artikel 3 staat tegenover het referte-indexcijfer 100,01, spil van de stabilisatieschijf 98,05 - 100,01- 102,02. § 2. Mits in acht name van de beschikkingen van het koninklijk besluit nr. 156 tot wijziging van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmede rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld en het koninklijk besluit nr. 180 van 30 december 1982 houdende bepaalde maatregelen inzake loonmatiging, is het gemiddeld minimum maandinkomen gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk IV van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2002, vermeld in artikel 7, § 1. HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepalingen

Art. 10.De collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2004 (geregistreerd onder het nummer 71744), afgesloten in het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen, is opgeheven. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de bovengemelde collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2004 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen.

Ze treedt in werking op 1 januari 2015 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Art. 12.Zij mag slechts worden opgezegd door één van de ondertekenende partijen en zulks mits een opzegging van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven en aan de ondertekenende organisaties van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 13.Deze opzegging neemt een aanvang op de eerste dag van de maand welke volgt op deze waarin zij wordt betekend.

Art. 14.De organisatie welke het initiatief neemt van de opzegging moet de redenen ervan opgeven en gelijktijdig opbouwende voorstellen neerleggen welke door de andere organisaties in het paritair subcomité moeten worden besproken binnen een termijn van één maand na hun ontvangst.

Art. 15.Bij ontstentenis van een akkoord vóór het verstrijken van de opzeggingstermijn blijven de voordelen en verplichtingen welke voortvloeien uit deze collectieve arbeidsovereenkomst hun uitwerking hebben ten overstaan van de werkgevers en bedienden die zijn bedoeld in artikel l, tot op het ogenblik dat een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst met een maximumtermijn van twaalf maanden, te rekenen vanaf het verstrijken van de opzeggingstermijn, wordt gesloten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 oktober 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage 2 Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 februari 2015 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2014 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen (Overeenkomst geregistreerd op 29 april 2015 onder het nummer 126754/CO/202.01)

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven behoren. § 2. Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Art. 2.Artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2014, geregistreerd onder het nummer 125195/CO/202.01 wordt vervangen door de volgende bepaling : "Op 1 januari 2015 is het volgend gemiddeld minimum maandinkomen van toepassing : 1. Werknemers met een vast contract

Leeftijd/ Age

- 6 maanden/mois anc. + 6 maanden/mois anc.

+ 12 maanden/mois anc.

22

1 644,73

21

1 558,08

1 598,75

1 644,73

20

1 501,82

1 541,67

1 559,38

19

1 501,82

1 541,67

1 541,67

18

1 501,82

1 501,82

1 501,82

17

1 184,14

1 215,04

1 249,99

<16

1 090,66

1 119,12

1 151,31


2. Studenten

Leeftijd/ Age

- 6 maanden/mois anc. + 6 maanden/mois anc.

+ 12 maanden/mois anc.

22

1 644,71

21

1 558,04

1 598,75

1 644,71

20

1 464,56

1 502,79

1 546,03

19

1 371,08

1 406,86

1 447,34

18

1 277,59

1 310,94

1 348,66

17

1 184,11

1 215,02

1 249,98

<16

1 090,63

1 119,10

1 151,30".


Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2015 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Art. 4.Zij mag slechts worden opgezegd door één van de ondertekenende partijen en zulks mits een opzegging van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven en aan de ondertekenende organisaties van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 5.Deze opzegging neemt een aanvang op de eerste dag van de maand welke volgt op deze waarin zij wordt betekend.

Art. 6.De organisatie welke het initiatief neemt van de opzegging moet de redenen ervan opgeven en gelijktijdig opbouwende voorstellen neerleggen welke door de andere organisaties in het paritair subcomité moeten worden besproken binnen een termijn van één maand na hun ontvangst.

Art. 7.Bij ontstentenis van een akkoord vóór het verstrijken van de opzeggingstermijn blijven de voordelen en verplichtingen welke voorvloeien uit deze collectieve arbeidsovereenkomst hun uitwerking hebben ten overstaan van de werkgevers en bedienden die zijn bedoeld in artikel 1, tot op het ogenblik dat een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst met een maximumtermijn van twaalf maanden, te rekenen vanaf het verstrijken van de opzeggingstermijn, wordt gesloten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 oktober 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^