gepubliceerd op 09 november 2015
Koninklijk besluit tot voorlopige wijziging van de programmawet van 27 december 2004. - Rechtzetting
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN
26 OKTOBER 2015. - Koninklijk besluit tot voorlopige wijziging van de
programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten
type
programmawet
prom.
27/12/2004
pub.
31/12/2004
numac
2004021170
bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
Programmawet
sluiten. - Rechtzetting
In het Belgisch Staatsblad van 30 oktober 2015, moet het hierna volgende advies van de Raad van State worden toegevoegd aan het Verslag aan de Koning bij het koninklijk besluit van 26 oktober 2015 tot voorlopige wijziging van de
programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten
type
programmawet
prom.
27/12/2004
pub.
31/12/2004
numac
2004021170
bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
Programmawet
sluiten.
Op 20 oktober 2015 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van vijf werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot voorlopige wijziging van de programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2004 pub. 31/12/2004 numac 2004021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten'.
Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 22 oktober 2015. De kamer was samengesteld uit Jo BAERT, kamervoorzitter, Jeroen VAN NIEUWENHOVE en Koen MUYLLE, staatsraden, en Annemie GOOSSENS, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Dries VAN EECKHOUTTE, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jo BAERT, kamervoorzitter.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 22 oktober 2015. 1. Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, moeten in de adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan. In het onderhavige geval wordt het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid "- que la Belgique est tenue de respecter l'obligation de ne pas enregistrer un déficit excessif conformément à l'article 126 du traité sur le fonctionnement de l'Union européenne, - qu'il est apparu lors du contrôle budgétaire du mois d'octobre que la situation budgétaire risque d'entraîner un tel déficit, - que l'absence de mesures immédiates visant à réduire le déficit est de nature à entraîner le déclenchement de la procédure de déficit excessif, - et que le Gouvernement a décidé d'introduire en urgence le système du cliquet en vue d'augmenter les taux des accises sur le gasoil et d'indexer les [taux] des accises sur ce même gasoil". 2. Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, heeft de afdeling Wetgeving zich moeten beperken tot het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan. STREKKING VAN HET ONTWERP 3. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe om de accijnstarieven op gasolie te indexeren en om een zgn. "kliksysteem" in te voeren, voor de periode die loopt van 1 november 2015 tot 31 december 2018. Daartoe worden een aantal artikelen van de programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2004 pub. 31/12/2004 numac 2004021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten gewijzigd.
RECHTSGROND 4. Luidens de aanhef van het ontwerp wordt rechtsgrond gezocht in artikel 13, § 1, van de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd op 18 juli 1977 (hierna: Algemene Wet), dat luidt: "Met het oog op de vervroegde toepassing van de wijzigingen welke bij hoogdringendheid in de accijnzen moeten worden aangebracht, kan de Koning, bij in Ministerraad overlegd besluit, alle maatregelen voorschrijven, met inbegrip van de voorlopige storting van de accijnzen welke door de wet zullen worden vastgesteld. De Koning zal bij de Wetgevende Kamers dadelijk, zo zij vergaderd zijn, zo niet bij de opening van de eerstvolgende zittingstijd, een ontwerp van wet indienen strekkende tot het aanbrengen in de accijnzen van de wijzigingen, met het oog waarop bij toepassing van het eerste lid maatregelen zijn genomen." Krachtens het eerste lid van de geciteerde paragraaf kan de Koning weliswaar maatregelen treffen die afwijken van de accijnswetten, maar kan hij deze wetten niet formeel wijzigen. Daartoe is immers een uitdrukkelijke machtiging vanwege de wetgever vereist. 5. Met het ontwerp wordt echter niet louter beoogd naar inhoud af te wijken van sommige bepalingen van de programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2004 pub. 31/12/2004 numac 2004021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, vermits de bepalingen ervan zo zijn gesteld dat het om formele wijzigingen van die wet gaat, zij het met een voorlopig karakter (1). De maatregelen die krachtens artikel 13, § 1, van de Algemene Wet kunnen worden voorgeschreven, zijn gericht op de vervroegde toepassing van wijzigingen die later nog door de wetgever in de wet moeten worden aangebracht. De vervroegd toe te passen regeling krijgt voorlopig haar beslag in een besluit van de uitvoerende macht (2), in afwachting dat de Koning de gelegenheid zal hebben gehad om een ontwerp van wet bij het parlement in te dienen dat er precies toe strekt die regeling middels formele wijzigingen in de accijnswetten in te voeren. In die zin gaat het om "de vervroegde toepassing van wijzigingen welke bij hoogdringendheid in de accijnzen moeten worden aangebracht".
Gelet op hetgeen hiervoor is opgemerkt, dient het ontwerp te worden herwerkt tot een autonome regeling strekkende tot het uitvaardigen van dergelijke maatregelen, in afwijking van de thans geldende wettelijke accijnsregeling, evenwel zonder de wet zelf te wijzigen (3).
ONDERZOEK VAN DE TEKST Artikel 3 6. Omwille van de rechtszekerheid dient in het ontworpen artikel 420, § 3, eerste lid, 2°, b), i), ii) en iii), van de programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2004 pub. 31/12/2004 numac 2004021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten telkens te worden gespecificeerd dat het gaat om 1000 liter "bij 15 ° C" (4). De griffier, Annemie GOOSSENS De voorzitter, Jo BAERT _______ Nota's (1) Dat het om een voorlopige wijziging van de programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2004 pub. 31/12/2004 numac 2004021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten zou gaan blijkt overigens slechts uit het opschrift van het ontwerp en niet uit artikel 5 ervan, dat als datum van inwerkingtreding 1 november 2015 vooropstelt, doch geen einddatum bevat.(2) De maatregelen die de Koning vermag te nemen op grond van artikel 13, § 1, van de Algemene Wet hebben derhalve geen "kracht van wet". (3) Dat kan door bijvoorbeeld in artikel 1 van het ontwerp de ontworpen wijzigingsbepalingen om te vormen tot autonome bepalingen en ze als volgt te stellen: "Tot artikel 419 van de programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2004 pub. 31/12/2004 numac 2004021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten in die zin bij wet is gewijzigd, wordt het voorlopig toegepast alsof punt e), i), is vervangen als volgt: `...'". (4) Vergelijk met de andere ontworpen bepalingen, waar dit telkens wordt vermeld.