gepubliceerd op 16 december 2010
Koninklijk besluit tot goedkeuring van het inrichtingsreglement van het Comité voor systeemrisico's en systeemrelevante financiële instellingen
26 NOVEMBER 2010. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het inrichtingsreglement van het Comité voor systeemrisico's en systeemrelevante financiële instellingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, artikel 98;
Op de voordracht van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het inrichtingsreglement van het Comité voor systeemrisico's en systeemrelevante financiële instellingen, dat door dit Comité werd aangenomen op 25 oktober 2010 en bij dit besluit is gevoegd, wordt goedgekeurd.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 25 oktober 2010.
Art. 3.De Minister die bevoegd is voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 november 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS
Bijlage bij het koninklijk besluit tot goedkeuring van het inrichtingsreglement van het Comité voor systeemrisico's en systeemrelevante financiële instellingen Inrichtingsreglement van het Comité voor systeemrisico's en systeemrelevante financiële instellingen, aangenomen op 25 oktober 2010 Gelet op artikel 98 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten neemt het Comité voor systeemrisico's en systeemrelevante financiële instellingen volgend inrichtingsreglement aan : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : 1° wet van 2 augustus 2002 : de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;2° CSRSFI : het Comité voor systeemrisico's en systeemrelevante financiële instellingen;3° CBFA : de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen;4° de Bank : de Nationale Bank van België. HOOFDSTUK 2. - Werking van het CSRSFI
Art. 2.Overeenkomstig artikel 96, § 1, van de wet van 2 augustus 2002 komt het CSRSFI bijeen telkens wanneer de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk achten.
De leden die van dit recht gebruik wensen te maken, richten hun verzoek daartoe tot de voorzitter of, bij zijn afwezigheid, tot de ondervoorzitter, die dan verplicht is het CSRSFI bijeen te roepen.
Art. 3.De voorzitter, of, bij zijn afwezigheid, de ondervoorzitter, stelt de agenda van de vergaderingen op. Hij houdt daarbij rekening met de verzoeken die door de leden worden geformuleerd.
Behalve in afdoend gemotiveerde spoedeisende gevallen, wordt de oproeping, samen met de agenda en de bijbehorende documenten, minstens twee kalenderdagen vóór de datum van de vergadering naar de leden verstuurd.
Art. 4.De voorzitter zit de vergaderingen van het CSRSFI voor. Als de voorzitter verhinderd is, wordt hij vervangen door de ondervoorzitter.
Art. 5.Overeenkomstig artikel 96, § 2, van de wet van 2 augustus 2002 is, bij staking van stemmen, de stem van de voorzitter doorslaggevend.
In geval de voorzitter afwezig is en er is staking van stemmen, is het voorstel verworpen.
Art. 6.Overeenkomstig artikel 96, § 2, van de wet van 2 augustus 2002 kan het CSRSFI slechts geldig beslissen indien vijf leden aanwezig zijn, het door de Minister van Financiën aangesteld lid van de FOD Financiën uitgezonderd. Een verhinderd lid kan geen volmacht verlenen aan één van zijn of haar collega's.
Op voorstel van één van zijn leden kan het CSRSFI toestaan dat personeelsleden van de CBFA en/of van de Bank een vergadering volledig of gedeeltelijk bijwonen. De betrokken personeelsleden kunnen gevraagd worden toelichting te geven bij bepaalde agendapunten, doch nemen in geen geval deel aan de stemming.
Art. 7.§ 1. Overeenkomstig artikel 96, § 4, van de wet van 2 augustus 2002 kan het CSRSFI, in spoedeisende gevallen die worden vastgesteld door de voorzitter, of, bij zijn afwezigheid, door de ondervoorzitter, behoudens voor het vaststellen van reglementen, beslissingen nemen via een schriftelijke procedure of een vocaal telecommunicatiesysteem. § 2. Voor een uitspraak over een voorgestelde beslissing via interactieve telecommunicatie, moeten alle leden door de voorzitter, of, bij zijn afwezigheid, door de ondervoorzitter, worden opgeroepen, het door de Minister van Financiën aangesteld lid van de FOD Financiën incluis. De beslissing wordt geacht te zijn genomen als de in artikel 96, § 2, van de wet van 2 augustus 2002 voorgeschreven meerderheid wordt gehaald en voor zover de gecontacteerde leden dankzij de interactieve telecommunicatieprocedure in real time met elkaar kunnen communiceren en collegiaal kunnen overleggen. Elk van de gecontacteerde leden kan vragen om een vergadering van het CSRSFI bijeen te roepen. § 3. Bij een schriftelijke procedure deelt de voorzitter, of, bij zijn afwezigheid, de ondervoorzitter, de tekst van het voorstel van beslissing per brief met ontvangstbewijs mee. Dit kan ook per fax, per e-mail of via enig ander schriftelijk procedé. Bij gebruik van dergelijk communicatiemiddel geldt de technische bevestiging van de verzending als ontvangstbewijs. Toch wordt elk lid, het door de Minister van Financiën aangesteld lid van de FOD Financiën incluis, op passende wijze persoonlijk op de hoogte gebracht van de verzending van de mededeling. De mededeling vermeldt over welke termijn de leden beschikken om hun opmerkingen over het voorstel of eventuele wijzigingen eraan mee te delen. Tijdens die termijn kan elk lid verzoeken om mondeling te beraadslagen over het voorstel van beslissing via een procedure van interactieve telecommunicatie, dan wel om een vergadering van het CSRSFI bijeen te roepen. Het voorstel wordt geacht door het CSRSFI te zijn goedgekeurd als na afloop van de in de mededeling vermelde termijn, geen enkel lid opmerkingen heeft gemaakt of wezenlijke wijzigingen heeft voorgesteld, noch verzocht heeft om een procedure van interactieve telecommunicatie of om de bijeenroeping van een vergadering van het CSRSFI. § 4. Er worden notulen opgesteld van elke beslissing die met toepassing van de in dit artikel beschreven procedures wordt genomen.
Art. 8.Het CSRSFI duidt onder de personeelsleden van de CBFA en de Bank de personen aan die belast kunnen worden met de administratieve ondersteuning van het CSRSFI. Samen vormen zij het secretariaat van het CSRSFI. Voor de administratieve follow-up van de activiteiten van het CSRSFI, alsook voor de noodzakelijke vertalingen en revisies en voor de bewaring van de archieven, doet het secretariaat van het CSRSFI een beroep op de dienst Secretariaat van de Bank.
Art. 9.Voor het opstellen van de ontwerptekst van de notulen van de vergadering doet de voorzitter een beroep op een lid van het secretariaat van het CSRSFI. In de notulen worden de behandelde onderwerpen en genomen beslissingen beknopt weergegeven.
De notulen worden tijdens de volgende vergadering goedgekeurd en ondertekend door alle leden van het CSRSFI die de vergadering hebben bijgewoond waarop de notulen betrekking hebben.
De voorzitter ziet erop toe dat de notulen worden bewaard.
Art. 10.De voorzitter en de leden van het CSRSFI mogen niet beraadslagen over een aangelegenheid waarin zij een persoonlijk belang hebben dat hun oordeel zou kunnen beïnvloeden.
In dergelijk geval brengt de betrokkene het CSRSFI daarvan op de hoogte en neemt hij vervolgens niet deel aan de beraadslaging en de stemming over dat punt.
Hiervan wordt melding gemaakt in de notulen.
De betrokkene werkt evenmin mee aan de uitvoering van de ter zake genomen beslissing.
Art. 11.Het CSRSFI kan bijzondere en beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheden opdragen aan één of meer van zijn leden.
In het kader van de algemene administratieve organisatie kan het CSRSFI ondertekeningbevoegdheden delegeren aan één of meer van zijn leden. De betrokkenen worden er op passende wijze van in kennis gesteld dat hun een delegatie is verleend. De delegatie kan te allen tijde worden ingetrokken.
Art. 12.De beslissing over het voeren van rechtsgedingen wordt genomen met de in artikel 96, § 2, van de wet van 2 augustus 2002 voorgeschreven meerderheid, zowel ingeval het CSRSFI optreedt in de hoedanigheid van eiser als van verweerder. De voorzitter is gemachtigd voor de tenuitvoerlegging van deze beslissing. Hij ziet toe op de follow-up van de procedure.
Art. 13.Het CSRSFI beslist, mits eerbied voor de wet, op welke wijze zijn besluiten, reglementen, circulaires en individuele beslissingen in voorkomend geval worden bekendgemaakt.
Brussel, 25 oktober 2010.
De Voorzitter van het Comité voor systeemrisico's en systeemrelevante financiële instellingen, G. QUADEN Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 26 november 2010 tot goedkeuring van het inrichtingsreglement van het Comité voor systeemrisico's en systeemrelevante financiële instellingen.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS