Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 november 1999
gepubliceerd op 29 december 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen

bron
ministerie van economische zaken
numac
1999011437
pub.
29/12/1999
prom.
26/11/1999
ELI
eli/besluit/1999/11/26/1999011437/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, inzonderheid op de artikelen 2, § 5, 5, 14, §§ 2, 2bis en 3, 15, 15bis, § 3, 15ter, 16, 19, 20, § 2, 22, § 4, 28ter, § 6 en 96, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, een laatste maal gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 1995;

Gelet op de raadpleging van de Commissie voor Verzekeringen van 30 oktober 1997;

Gelet op het advies van de Raad van de Controledienst voor de Verzekeringen van 4 mei 1998;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, vervangen bij het koninklijk besluit van 11 januari 1993 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 1994, wordt als volgt gewijzigd : 1° in het punt 7, 3°, worden in het eerste streepje de woorden "266,75 miljoen frank" vervangen door de woorden "6,2 miljoen euro of 250 107 380 frank" en in het tweede streepje de woorden "550,70 miljoen frank" vervangen door de woorden "12,8 miljoen euro of 516 350 720 frank";2° het punt 9 wordt geschrapt.

Art. 2.Artikel 9 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 november 1994 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 1995, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 9.De verzekeringsondernemingen zijn gehouden de volgende afzonderlijke beheren te voeren : 1° rechtstreekse zaken niet-leven : voor de rechtstreekse verzekeringsverrichtingen die behoren tot de takken 1 tot en met 18;2° rechtstreekse zaken leven : voor de rechtstreekse verzekeringsverrichtingen die behoren tot de takken 21, met uitzondering van de verrichtingen verbonden met een afgezonderd fonds, 22, 24, 26, 28 en 29; 3° rechtstreekse zaken leven tak 21 afgezonderd fonds... : per afgezonderd fonds, voor de verrichtingen die behoren tot de tak 21 en die verbonden zijn met dat afgezonderd fonds; 4° rechtstreekse zaken leven tak 23 beleggingsfonds... : per beleggingsfonds, voor de verrichtingen die behoren tot de tak 23 en die verbonden zijn met dat beleggingsfonds; 5° rechtstreekse zaken leven tak 25 tontinaire vereniging... : per tontinaire vereniging, voor de verrichtingen die behoren tot de tak 25 en die verbonden zijn met die tontinaire vereniging; 6° aangenomen zaken niet-leven : voor de aangenomen herverzekeringsverrichtingen die betrekking hebben op de groep van activiteiten niet-leven;7° aangenomen zaken leven : voor de aangenomen herverzekeringsverrichtingen die betrekking hebben op de groep van activiteiten leven.»

Art. 3.Artikel 10 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 augustus 1994, wordt als volgt gewijzigd : 1° § 2, tweede lid, eerste streepje, wordt vervangen door de volgende bepaling : « - in de Gemeenschap voor ondernemingen naar Belgisch recht.De roerende dekkingswaarden gelocaliseerd buiten de Gemeenschap worden ook aanvaard, indien de Nationale Bank of een kredietinstelling, een beursvennootschap of een buitenlandse beleggingsonderneming die een vergunning verkregen heeft van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen of van de daartoe bevoegde overheid van een Lid-Staat van de Gemeenschap attesteert dat zij via een vestiging in de Gemeenschap deze dekkingswaarden voor rekening van de verzekeringsonderneming aanhoudt bij een buiten de Gemeenschap gevestigde kredietinstelling of beleggingsonderneming die een vergunning verkregen heeft van een organisme van publiek recht waarvan de rol gelijklopend is met deze van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen;"; 2° § 2, tweede lid, tweede streepje, wordt vervangen door de volgende bepaling : « - in België voor de Belgische vestigingen van ondernemingen van derde landen.De roerende dekkingswaarden gelocaliseerd buiten België worden ook aanvaard, indien de Nationale Bank, een kredietinstelling, een beursvennootschap of een buitenlandse beleggingsonderneming, die een vergunning verkregen heeft van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen of van de daartoe bevoegde overheid van een Lid-Staat van de Gemeenschap, attesteert dat zij via een vestiging in België deze dekkingswaarden voor rekening van de verzekeringsonderneming aanhoudt bij een buiten België gevestigde kredietinstelling of beleggingsonderneming die een vergunning verkregen heeft van een organisme van publiek recht waarvan de rol gelijklopend is met deze van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen. »; 3° in § 2, derde lid, worden tussen de woorden "schuldvorderingen" en "worden geacht" de woorden ", die niet door effecten zijn vertegenwoordigd," ingevoegd;4° § 3, 5°, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 5° aankoopopties (ook calls genaamd) of verkoopopties (ook puts genaamd) op effecten, termijnovereenkomsten (hierna futures genaamd) alsook andere afgeleide instrumenten zoals termijnwisselcontracten die verhandeld worden op een liquide, open en regelmatig werkende markt. Zowel de aankoopopties, verkoopopties, futures en andere afgeleide instrumenten moeten het beleggingsrisico helpen beperken of een efficiënt portefeuillebeheer mogelijk maken. Inzake futures moet de onderliggende verbintenis ervan aangehouden worden onder de vorm van liquide en veilige korte termijnbeleggingen;"; 5° § 4, eerste lid, 2°, wordt aangevuld met de volgende zin : « Deze beperking wordt op 20% gebracht indien de onderneming ook belegt in dergelijke waarden van ondernemingen uit de Gemeenschap, die onderworpen zijn aan het toezicht van de Controledienst of van een organisme van publiek recht waarvan de rol gelijklopend is met die van de Controledienst;"; 6° § 4, eerste lid, 5°, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 5° 5 % voor afgeleide producten die niet als dekking bestemd zijn in de zin van de artikelen 27ter en 36sexies van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen;"; 7° § 4, eerste lid, 6°, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 6° 5 % voor leningen die niet gewaarborgd zijn door een zakelijke zekerheid, door een kredietinstelling of door een verzekeringsonderneming en niet meer dan 1 % voor dergelijke leningen die aan eenzelfde kredietnemer zijn toegestaan. Deze beperking is niet van toepassing op dergelijke leningen toegestaan aan kredietinstellingen, aan verzekeringsondernemingen en aan beleggingsondernemingen die in de Gemeenschap zijn gevestigd, noch op dergelijke leningen toegestaan aan Staten, hun regionale of lokale overheden die behoren tot de zone A zoals bedoeld in de richtlijn (89/647/EEG) van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 december 1989 betreffende een solvabiliteitsratio voor kredietinstellingen evenals aan internationale organisaties waarvan een of meer Lid-Staten van de Gemeenschap deel uitmaakt;"; 8° in § 4, tweede lid, wordt de laatste zin aangevuld met de volgende woorden : « , noch op rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging.";

Datzelfde lid wordt aangevuld met de volgende zin : « Deze beperking wordt op 10 % gebracht voor de voormelde waarden van ondernemingen van de Gemeenschap die onderworpen zijn aan het toezicht van de Controledienst of van een organisme van publiek recht waarvan de rol gelijklopend is met die van de Controledienst, mits de verzekeringsonderneming niet meer dan 20 % van haar technische voorzieningen en schulden belegt in de voormelde waarden, waarin zij meer dan 5 % van haar technische voorzieningen en schulden belegt. »; 9° § 4, vijfde lid, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Voor de toepassing van de bepalingen van dit artikel wordt onder gereglementeerde markt verstaan : elke markt bedoeld in artikel 1, § 3, eerste en tweede lid, van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, evenals elke andere georganiseerde, erkende en regelmatig werkende markt voorzover deze, naar het oordeel van de Controledienst, aan vergelijkbare voorwaarden voldoet en voorzover de financiële instrumenten die er worden verhandeld van een vergelijkbare kwaliteit zijn.»; 10° in § 7 worden de woorden "dit geldt echter niet voor deelnemingen" vervangen door de woorden "die voorwaarde is niet van toepassing op deelnemingen";11° in § 8 worden de woorden "als hij er niet van overtuigd is dat de betrokken beleggingen voldoende waarborgen bieden" vervangen door de woorden "als hij redenen heeft om aan te nemen dat die beleggingen geen voldoende waarborgen bieden";12° in § 9, tweede lid, 1°, derde lid, worden in de Franse versie de woorden "une correction appropriée" vervangen door de woorden "la correction correspondante";13° in § 9, tweede lid, 2°, worden de woorden "de terugbetalingswaarde" vervangen door de woorden "de waarde berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 27bis, § 3, van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen";14° in § 9, wordt het derde lid vervangen door de volgende bepaling : « Daarenboven wordt bij de vaststelling van de affectatiewaarde van de dekkingswaarden rekening gehouden met afgeleide producten met betrekking tot deze dekkingswaarden voor zover deze afgeleide producten zelf niet als dekkingswaarden worden aangewend.Tevens moeten deze afgeleide producten aangewend worden om het beleggingsrisico te beperken of een efficiënt portefeuillebeheer mogelijk te maken, en verhandeld worden op een liquide markt.

Er is sprake van een liquide markt in de zin van deze paragraaf wanneer er : - hetzij een georganiseerde markt, hetzij een onderhandse markt bestaat die regelmatig werkt door toedoen van derde financiële instellingenmarkthouders die instaan voor een doorlopende notering van kopers- en verkoperskoersen met marges die met de marktgebruiken overeenstemmen; - kan worden vanuit gegaan dat de betrokken effecten of financiële instrumenten qua volume en rekening houdend met de volumes die gewoonlijk op hun markt worden verhandeld, op gelijk welk ogenblik realiseerbaar zijn zonder betekenisvolle invloed op de koersen. ».

Art. 4.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd : 1° in § 1, A, 3°, tweede lid, worden tussen de woorden "natuurelementen" en ", de risico's" de woorden "behorend tot de takken 8 en 9" ingevoegd. Datzelfde lid wordt aangevuld met de woorden "en de andere risico's die een belangrijke spreiding van de schadequote in de tijd als kenmerk hebben"; 2° in § 4 worden de woorden "de sommen die aan de verzekeringnemers, de verzekerden en de begunstigden van verzekeringsovereenkomsten alsook aan de cederende ondernemingen in uitvoering van de herverzekeringsovereenkomsten verschuldigd zijn en onder andere uit" tussen de woorden "bestaan uit" en "de vóór" ingevoegd;3° in § 5, eerste lid, wordt het woord "toegestaan" vervangen door de woorden "opgelegd of aanvaard".

Art. 5.Artikel 12, derde lid van hetzelfde besluit wordt met de volgende bepaling aangevuld : « De verzekeringnemer wordt minstens vier maanden vóór de jaarlijkse vervaldag van zijn verzekeringsovereenkomst in kennis gesteld van de tariefwijziging, tenzij hem bij een latere kennisgeving van de tariefwijziging het recht wordt toegekend zijn overeenkomst alsnog op te zeggen binnen een termijn van minstens drie maanden te rekenen vanaf de dag van die kennisgeving. Het opzegrecht wordt uitdrukkelijk in de kennisgeving vermeld. »

Art. 6.Artikel 12bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 12 augustus 1994, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 12bis.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel verstaat men onder : - categorieën van producten : de categorieën van verzekeringsproducten gedefinieerd in de statistieken bedoeld in artikel 11bis van dit besluit; - bruto technisch-financiële winst vóór dotatie : de som van de posten "bruto technisch-financieel saldo" en "dotatie van het boekjaar aan de voorziening voor winstdeling en restorno's" van de statistieken bedoeld in artikel 11bis van dit besluit, als deze som positief is; - netto technisch-financiële winst vóór dotatie : de som van de posten "netto technisch-financieel saldo" en "dotatie van het boekjaar aan de voorziening voor winstdeling en restorno's" van de statistieken bedoeld in artikel 11bis van dit besluit, als deze som positief is. § 2. Bij de verdeling van winstdeling en restorno's voortvloeiend uit het technisch-financieel resultaat dient rekening gehouden te worden met de volgende regels : A. Voor de activiteitengroep niet-leven : 1. De dotatie aan de voorziening voor winstdeling en restorno's mag voor een categorie van producten niet groter zijn dan de netto technisch-financiële winst vóór dotatie van deze categorie.Indien deze winst niet kan bepaald worden, wordt evenwel de bruto technisch-financiële winst vóór dotatie in aanmerking genomen. 2. De verzekeringsondernemingen mogen de voorziening voor winstdeling en restorno's doteren ten voordele van een verzekeringsovereenkomst in functie van het individueel resultaat van die overeenkomst, op voorwaarde dat de winstdeling of het restorno contractueel bindend is en alle elementen nodig voor de berekening ervan in de overeenkomst bepaald zijn. In dat geval is het punt A. 1. niet van toepassing.

B. Voor de activiteitengroep leven : 1. De dotatie aan de voorziening voor winstdeling en restorno's mag voor een categorie van producten niet groter zijn dan de netto technisch-financiële winst vóór dotatie van deze categorie, vermeerderd met de wijziging van de niet geactiveerde zillmeringswaarden die niet het voorwerp van terugbetaling dienen uit te maken. 2. In afwijking van punt B.1. mogen de verzekeringsondernemingen in geval van belangrijke vermeerdering van de productie de voorziening voor winstdeling en restorno's van een categorie van producten doteren door de aanbreng van middelen die er vreemd aan zijn, op voorwaarde dat zij de rendabiliteit van die categorie rechtvaardigen door een op redelijke uitgangspunten gebaseerd plan met vooruitzichten over de toekomstige resultaten. Dat plan zal aangepast worden als blijkt dat de gebruikte parameters niet meer met de werkelijkheid overeenkomen. 3. Voor levensverzekeringen mogen de verzekeringsondernemingen de voorziening voor winstdeling en restorno's doteren ten voordele van één of meer verzekeringsovereenkomsten van een groep verzekerden in functie van de sterfte vastgesteld in die groep, op voorwaarde dat zij een voldoende compensatie tussen risico's binnen die groep rechtvaardigen. Wat de aanvullende verzekeringen betreft, mogen de verzekeringsondernemingen de voorziening voor winstdeling en restorno's doteren ten voordele van één of meer verzekeringsovereenkomsten van een groep verzekerden in functie van het resultaat van de overeenkomst of overeenkomsten in die groep, op voorwaarde dat zij een voldoende compensatie tussen gelijksoortige risico's binnen die groep rechtvaardigen.

In de gevallen bedoeld in het eerste en het tweede lid is het punt B. 1. niet van toepassing. § 3. Drie weken vóór hun algemene vergadering delen de verzekeringsondernemingen de plannen van de verdeling en de toekenning van de winstdeling en restorno's aan de Controledienst mee. Ter rechtvaardiging van de naleving van de bepalingen van de punten A.1. en B.1. van § 2 van dit artikel sturen ze tegelijkertijd de statistieken opgesteld volgens het schema van de statistieken bedoeld in artikel 11bis. § 4. De verzekeringsondernemingen bedoeld door de bepalingen van de punten A.2., B.2. of B.3. van § 2 van dit artikel delen de vereiste verantwoordingen uiterlijk drie weken vóór hun algemene vergadering aan de Controledienst mee. § 5. De Controledienst kan zich verzetten tegen de verdeling van winstdelingen en restorno's evenals tegen de toekenning van verdeelde winstdelingen als het financieel evenwicht van de verzekeringsonderneming in gevaar is. »

Art. 7.Artikel 15 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 22 november 1994, wordt als volgt gewijzigd : 1° in § 1, a), 1°, eerste lid, worden de woorden "de Lid-Staat" vervangen door de woorden "het land";2° in § 1, b), 2°, worden de woorden "de Lid-Staat" vervangen door de woorden "het land";3° in § 2, b), tweede streepje, worden de woorden "tot en met 14°" vervangen door de woorden "tot en met 15°";4° in § 5 worden de woorden "De § 4, eerste lid, 3° en tweede lid, 2°, 4°en 6°" vervangen door de woorden "De § 4, eerste lid, 3°, tweede lid, 2°, 4°en 6° en derde lid";5° een § 6, luidend als volgt, wordt toegevoegd : « § 6.Ieder document van publicitaire aard of dat door een verzekeringsonderneming ter algemene kennis wordt gebracht vermeldt de volgende inlichtingen : 1° de naam of de firmanaam van de verzekeringsonderneming;2° de naam van het land waar de maatschappelijke zetel van de onderneming is gevestigd.»

Art. 8.Artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 1994, wordt als volgt gewijzigd : 1° in § 1, 3°, eerste zin, worden de woorden ", onder voorbehoud van de in § 2 bepaalde afwijkingen," geschrapt;2° in § 1, 5°, worden de woorden "de artikelen 49 en 50" vervangen door de woorden "de artikelen 79 en 80";3° in § 1 wordt 7°, opgeheven bij het koninklijk besluit van 22 november 1994, hersteld in de volgende lezing : « 7° alle andere inlichtingen voorgeschreven door de Controledienst.»

Art. 9.Artikel 17 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 1994, wordt als volgt gewijzigd : 1° § 1, 2°, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 2° voor de niet afgeloste acquisitiekosten die in de technische voorzieningen bevat zijn : de som, voor alle overeenkomsten, van de zillmeringswaarden, per overeenkomst beperkt tot die die aan de hand van een zillmeringsvoet gelijk aan 0,08 worden bekomen, verminderd met de som van de volgende twee bedragen : a) de overeenstemmende af te lossen commissies en acquisitiekosten die op het actief van de balans voorkomen;b) de som, voor alle overeenkomsten, van de quotiteiten die in geval van vermindering van de actuele waarde van de nog te vervallen reductiepremies van de acquisitietoeslag terugbetaalbaar zijn.»; 2° in § 2, b), worden de woorden "het koninklijk besluit van 12 november 1979 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen die zijn toegelaten bij toepassing van de wetgeving betreffende de controle der verzekeringsondernemingen" vervangen door de woorden "het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen".

Art. 10.Artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 1995, wordt als volgt gewijzigd : 1° in dit artikel worden de woorden "wiskundige balansprovisies" telkens vervangen door de woorden "voorziening voor verzekering leven";2° in punt A, vierde lid, eerste streepje, worden de woorden "of nog uit te geven" tussen de woorden "boekjaar uitgegeven" en "premies of bijdragen" ingevoegd;3° in punt A, vijfde lid worden de woorden "500 miljoen frank" vervangen door de woorden "10 miljoen euro of 403 399 000 frank";4° in punt A, achtste lid, worden de woorden "350 miljoen frank" vervangen door de woorden "7 miljoen euro of 282 379 300 frank";5° in punt B, b), worden de woorden ", waarbij het bedrag van 500 miljoen frank echter vervangen wordt door 430 miljoen frank" geschrapt;6° in punt C, eerste lid, worden de woorden "en voor de verrichtingen waarvan sprake in de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector" tussen de woorden "dienst der rente" en ", dient de samen te stellen" ingevoegd;7° punt C wordt aangevuld met het volgende lid : « Voor de verrichtingen met afgeleide producten dient de solvabiliteitsmarge gelijk te zijn aan het theoretisch bedrag van het maximum door de onderneming, wegens de aanwending van afgeleide producten gelopen risico, rekening houdend met de verworven dekkingen. »

Art. 11.Artikel 19 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 november 1994 en 3 maart 1995, wordt als volgt gewijzigd : 1° § 1, eerste lid, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het absolute minimum van het waarborgfonds wordt vastgelegd op : - 625 000 euro of 25 212 438 frank voor de tak nr.17; - 1,25 miljoen euro of 50 424 875 frank voor de tak nr. 9 en, onder voorbehoud van de toepassing van het zesde streepje, voor de tak nr. 14; - 2 miljoen euro of 80 679 800 frank voor de takken nrs. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 16 en 18; - 2,5 miljoen euro of 100 849 750 frank voor de takken nrs. 10, 11, 12, 13 en 15; - 2,5 miljoen euro of 100 849 750 frank voor de takken nrs. 21 tot en met 29; - 2,75 miljoen euro of 110 934 725 frank voor de tak nr. 14 indien het jaarlijks bedrag van de in deze tak uitgegeven premies of bijdragen in elk van de laatste drie boekjaren 3,125 miljoen euro of 126 062 188 frank of 4 % van de totale door de onderneming voor alle beoefende takken uitgegeven premies of bijdragen heeft overschreden. "; 2° § 1, tweede lid, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Wanneer een onderneming, die tak 14 beoefent, het absolute minimum van het waarborgfonds tot 2,75 miljoen euro of 110 934 725 frank dient te verhogen krachtens het zesde streepje van het eerste lid, beschikt zij over : - een termijn van drie jaar om het fonds op 2 miljoen euro of 80 679 800 frank te brengen; - een termijn van vijf jaar om het fonds op 2,375 miljoen euro of 95 807 263 frank te brengen; - een termijn van zeven jaar om het fonds op 2,75 miljoen euro of 110 934 725 frank te brengen. »; 3° in § 1, derde lid wordt het woord "vijfde" vervangen door het woord "zesde";4° in § 1, vierde lid, worden de woorden "in het 1e, 2e, 3e en 5e streepje" vervangen door de woorden "in het 1ste, 2de, 3de, 4de en 6de streepje";5° in § 2 worden de woorden "34,50 miljoen frank" vervangen door de woorden "2,5 miljoen euro of 100 849 750 frank".

Art. 12.Een artikel 22bis, dat luidt als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «

Art. 22bis.De bepalingen van artikel 30quater zijn van overeenkomstige toepassing. »

Art. 13.In het opschrift van hoofdstuk V van hetzelfde besluit worden de woorden "Belgische vestigingen van ondernemingen van derde landen" vervangen door de woorden "ondernemingen van derde landen".

Art. 14.Na het opschrift van hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt het volgend opschrift ingevoegd : « Afdeling I. - Regels van toepassing op Belgische vestigingen van ondernemingen van derde landen".

Art. 15.In hetzelfde besluit wordt een artikel 29bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 29bis.De bepalingen van artikel 21 zijn van overeenkomstige toepassing. »

Art. 16.In hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt een Afdeling II gevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling II. - Regels van toepassing op ondernemingen uit derde landen, die in België aan vrije dienstverrichting doen

Art. 30bis.De ondernemingen van derde landen mogen slechts een verzekeringsactiviteit in vrije dienstverrichting in België uitoefenen voor de risico's bedoeld in de artikelen 30ter en 30quater en onder de in die artikelen opgesomde voorwaarden.

Art. 30ter.§ 1. De ondernemingen van de derde landen, die toegetreden zijn tot de Algemene Overeenkomst betreffende de Handel in Diensten, in bijlage bij de Overeenkomst van 15 april 1994 tot Oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, mogen in vrije dienstverrichting in België gelegen risico's dekken die betrekking hebben op : 1° zeescheepvaart, commerciële luchtvaart, lancering van en vrachtvervoer middels ruimtevaartuigen (satellieten inbegrepen) waarbij het volgende volledig of gedeeltelijk wordt gedekt : de vervoerde goederen, het voertuig waarmee de goederen worden vervoerd en de daaruit voortvloeiende aansprakelijkheid;2° het internationaal douanevervoer van goederen. § 2. Om de in § 1 bedoelde activiteit te mogen uitoefenen moet de onderneming de Controledienst voor de Verzekeringen voorafgaandelijk van haar voornemen in kennis stellen. Deze kennisgeving moet vergezeld zijn van een dossier met de volgende gegevens : 1° het adres van de maatschappelijke zetel en, in voorkomend geval, van het bijkantoor, van waaruit de activiteit zal worden beoefend;2° een attest dat wordt afgeleverd door de bevoegde autoriteiten van het land van de maatschappelijke zetel van de onderneming en waarbij bevestigd wordt dat : - de onderneming over een voldoende solvabiliteit beschikt voor de uitoefening van die verrichtingen; - zij krachtens haar nationale wetgeving gemachtigd is de verzekeringsverrichtingen, die het voorwerp van de aanvraag uitmaken, te beoefenen; - er geen bezwaren zijn ten aanzien van het in België uitoefenen van de voorgenomen activiteit; 3° de aanduiding van de aard van de risico's en de karakteristieken van de producten die de onderneming zinnens is te dekken, en in voorkomend geval de algemene en de speciale voorwaarden van de in België verplicht gestelde verzekeringen. § 3. Elke wijziging die de onderneming voornemens is aan de gegevens bedoeld in § 2 aan te brengen moet aan de Controledienst voor de Verzekeringen worden meegedeeld. § 4. De onderneming mag met haar activiteit beginnen van zodra de Controledienst voor de Verzekeringen haar meedeelt dat het dossier in orde is.

Wanneer de Controledienst zijn beslissing niet binnen de twee maanden na de ontvangst van het volledige dossier heeft meegedeeld, wordt hij geacht geen bezwaar te hebben tegen het voornemen van de onderneming. § 5. Artikel 3, § 1, de artikelen 4 tot en met 8, de artikelen 11 tot en met 18, artikel 19, voor wat betreft de tarieven, artikel 20, § 1, artikel 21, uitgezonderd § 2, artikel 21octies, § 2, de artikelen 22 tot en met 24, de artikelen 26 en 27, de artikelen 38 tot en met 40bis, de artikelen 42 tot en met 48, artikel 71, § 1, tweede lid, § 2, tweede lid en § 4 en artikel 90 van de wet zijn niet van toepassing op de ondernemingen bedoeld in dit artikel.

Art. 30quater.§ 1. De ondernemingen van derde landen, die de O.E.S.O.-codex inzake het vrijmaken van onzichtbare verrichtingen hebben onderschreven, mogen in vrije dienstverrichting in België gelegen risico's, die behoren tot de takken 4, 5, 6, 7, 11 en 12 dekken wanneer de verzekeringnemer het initiatief tot het onderschrijven van de overeenkomst heeft genomen.

De verzekeringnemer wordt niet geacht het initiatief tot het onderschrijven te hebben genomen wanneer met hem contact werd opgenomen door de verzekeringsonderneming of door een door de onderneming gemachtigde persoon met het oog op het onderschrijven van een verzekeringsovereenkomst. § 2. De ondernemingen die de activiteit bedoeld in § 1 uitoefenen zijn vrijgesteld van het geheel van de bepalingen van de wet. »

Art. 17.In hetzelfde besluit wordt een artikel 39bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 39bis.Onverminderd de toepassing van de bepalingen van artikel 19, § 1, tweede lid beschikken de Belgische ondernemingen en de ondernemingen van derde landen, waarvan het minimum van de solvabiliteitsmarge het bedrag van het absolute minimum van het waarborgfonds, zoals vastgesteld in respectievelijk artikel 19, § 1, en artikel 27, § 1, niet bereikt, over een termijn van vijf jaar vanaf 31 december 1999 om aan die verplichting te voldoen.

Zij moeten elk jaar hun marge verhogen met minstens 20 % van het bedrag dat op de in het eerste lid vermelde dag ontbreekt. »

Art. 18.In bijlage IV van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 augustus 1994, wordt het woord "ecu" telkens vervangen door het woord "euro".

Art. 19.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 20.Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 november 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, R. DEMOTTE

^