gepubliceerd op 13 juni 2024
Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Autoriteit voor financiële diensten en markten tot wijziging van het reglement van de Autoriteit voor financiële diensten en markten betreffende de erkenning van complianceofficers
26 MAART 2024. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Autoriteit voor financiële diensten en markten tot wijziging van het reglement van de Autoriteit voor financiële diensten en markten betreffende de erkenning van complianceofficers
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de artikelen 64 en 87bis;
Gelet op het reglement van de Autoriteit voor financiële diensten en markten betreffende de erkenning van complianceofficers, goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 12 maart 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/03/2012 pub. 26/03/2012 numac 2012003100 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende de erkenning van complianceofficers sluiten.
Gelet op het advies van de Raad van toezicht van de FSMA, gegeven op 12 december 2023;
Op de voordracht van de minister van Economie, van de minister van Financiën en van de staatssecretaris voor Consumentenbescherming,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 20 december 2023 tot wijziging van het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende de erkenning van complianceofficers wordt goedgekeurd.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3.De minister bevoegd voor Financiën, de minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Consumentenbescherming zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 maart 2024.
FILIP Van Koningswege : Vice-eersteminister en Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE Vice-eersteminister en Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM Vice-eersteminister en minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT Staatssecretaris voor Consumentenbescherming, A. BERTRAND
Bijlage bij het koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Autoriteit voor financiële diensten en markten betreffende de erkenning van complianceofficers Reglement van de Autoriteit voor financiële diensten en markten van 20 december 2023 tot wijziging van het reglement van de Autoriteit voor financiële diensten en markten betreffende de erkenning van complianceofficers De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten,
Gelet op de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de artikelen 64 en 87bis;
Gelet op het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 27 oktober 2011 betreffende de erkenning van complianceofficers, goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 12 maart 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/03/2012 pub. 26/03/2012 numac 2012003100 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende de erkenning van complianceofficers sluiten;
Gelet op het advies van de Raad van Toezicht van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 12 december 2023;
Besluit :
Artikel 1.In artikel 2, vierde lid, van het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 27 oktober 2011 betreffende de erkenning van complianceofficers worden de woorden "bij een ter post aangetekende brief" opgeheven.
Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde reglement, laatstelijk gewijzigd bij het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 28 februari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 1° aangevuld als volgt: "Als de activiteiten en de omvang van de gereglementeerde onderneming, alsook de aard, de schaal en de complexiteit van de risico's voor de bescherming van de cliënten dat rechtvaardigen, kan de kandidaat, in afwijking van het eerste lid, worden vrijgesteld van de voorwaarde om over drie jaar passende ervaring te beschikken, mits naleving van de volgende voorwaarden: a.de betrokken gereglementeerde onderneming biedt de kandidaat even lang als nodig is om drie jaar passende ervaring op te doen, een begeleiding door een daartoe - al dan niet binnen de onderneming - aangestelde deskundige die voldoet aan de in de bepalingen onder 1°, 2°, 3°, 6° en 7°, bedoelde voorwaarden. Door haar aard en inhoud moet die begeleiding de kandidaat-complianceofficer in staat stellen om een soortgelijke passende ervaring op te doen als omschreven in het eerste lid; b. de kandidaat voldoet, op het moment van zijn erkenning, aan het in de bepaling onder 3° bedoelde vereiste van beroepskennis, of beschikt over een passende ervaring van minstens één jaar. De in het vorige lid bedoelde afwijking geldt niet voor kandidaten die bij een kredietinstelling of een beursvennootschap zijn aangewezen."; 2° de paragrafen 2 en 3 worden vervangen als volgt: " § 2.Onverminderd § 1, 3°, tweede lid, worden de kandidaat-complianceofficers die voldoen aan de in § 1, 1°, 2°, 4°, 5°, 6° en 7°, bedoelde voorwaarden, erkend door de FSMA. Vanaf het moment waarop de door hen aangewezen complianceofficer zijn erkenning verkrijgt, beschikken de betrokken gereglementeerde ondernemingen over een termijn van één jaar om het bewijs te leveren dat hij voor het in paragraaf 1, 3°, eerste lid, a), bedoelde examen is geslaagd.
In uitzonderlijke en door de betrokken onderneming naar behoren gemotiveerde omstandigheden, kan de FSMA afwijkingen toestaan van de in het vorige lid vastgestelde termijn van één jaar. § 3. De door de FSMA erkende complianceofficers worden ingeschreven op de lijst als bedoeld in artikel 87bis, § 2, derde lid, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten. De inschrijving van de complianceofficers die, bij hun erkenning, zijn vrijgesteld van de in paragraaf 1, 1°, bedoelde erkenningsvoorwaarde, of die nog niet zijn geslaagd voor het in paragraaf 1, 3°, eerste lid, a), bedoelde examen, gaat vergezeld van een vermelding die het publiek ervan in kennis stelt dat zij door een deskundige worden begeleid en/of nog moeten slagen voor het examen, naargelang van het geval."; 3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende: " § 4.De complianceofficers voldoen, bij de uitoefening van hun activiteiten, permanent aan de in paragraaf 1, 3°, 4°, 5°, 6° en 7°, bedoelde voorwaarden alsook, in voorkomend geval, aan de in paragraaf 1, 1°, derde lid, a), bedoelde vrijstellingsvoorwaarde tijdens de krachtens die vrijstelling vereiste duur.
Als een complianceofficer niet langer aan één of meer van de in het eerste lid bedoelde voorwaarden voldoet, of, in voorkomend geval, als de onderneming binnen de termijn van één jaar niet het bewijs levert dat haar erkende complianceofficer voor het in paragraaf 1, 3°, eerste lid, a), bedoelde examen is geslaagd, kan de FSMA overgaan tot het herroepen van zijn erkenning conform artikel 87bis, § 3, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten.
Wanneer de FSMA de erkenning van een complianceofficer herroept omdat haar niet het bewijs is geleverd dat hij voor het in paragraaf 1, 3°, eerste lid, a), bedoelde examen is geslaagd, kan een nieuwe erkenningsaanvraag voor de betrokkene enkel worden ingediend als hij, op het moment waarop dat verzoek wordt ingediend, aan de in paragraaf 1, 3°, bedoelde voorwaarde voldoet.
Om permanent aan de in paragraaf 1, 3°, bedoelde kennisvoorwaarde te voldoen, nemen de erkende complianceofficers deel aan een programma tot permanente opleiding bij een opleidingsinstelling die, op advies van de NBB, door de FSMA is erkend conform afdeling VI van dit reglement, met een minimumduur van 40 uur om de drie jaar.
Elke gebeurtenis die een invloed heeft op de naleving van de in paragraaf 1, 3°, 4°, 5°, 6° en 7°, vermelde erkenningsvoorwaarden of van de in paragraaf 1, 1°, derde lid, a), bedoelde vrijstellingsvoorwaarde, moet door de gereglementeerde onderneming onverwijld aan de FSMA worden meegedeeld, onverminderd het recht van laatstgenoemde om bij de betrokken gereglementeerde onderneming alle informatie in te winnen of bewijskrachtige documenten op te vragen die nodig zijn om de permanente naleving van voornoemde voorwaarden te kunnen toetsen.
De in artikel 1, 1°, a) en c), bedoelde gereglementeerde ondernemingen die geen beleggingsdiensten verlenen of aanbieden, moeten de FSMA onverwijld in kennis stellen wanneer zij voornemens zijn om dergelijke diensten te verlenen of aan te bieden. In dat geval beschikt de erkende complianceofficer van de betrokken onderneming over een termijn van één jaar vanaf de kennisgeving van de verandering van activiteiten aan de FSMA om een attest van slagen in te dienen voor het examen over de in artikel 10, 2°, derde lid, b), bedoelde module A van het praktische examen voor de bank- en beleggingsdienstensector, behalve wanneer het attest van slagen in het initiële erkenningsdossier al betrekking had op die module.
Zo ook moeten de verzekeringsondernemingen die geen levensverzekeringsactiviteiten als gedefinieerd in artikel 5, eerste lid, 12°, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten aanbieden, de FSMA onverwijld in kennis stellen wanneer zij voornemens zijn om dergelijke verzekeringen aan te bieden. In dat geval beschikt de erkende complianceofficer van de betrokken onderneming over een termijn van één jaar vanaf de kennisgeving van de verandering van activiteiten aan de FSMA om een attest van slagen in te dienen voor het examen over de in artikel 10, 2°, derde lid, a), bedoelde module A van het praktische deel van het examen voor de verzekeringssector, behalve wanneer het attest van slagen in het initiële erkenningsdossier al betrekking had op die module.
Als de betrokken erkende complianceofficers geen dergelijk attest indienen, zullen zij niet langer worden geacht aan het in artikel 3, § 1, 3°, bedoelde vereiste van beroepskennis te voldoen.
De FSMA kan, in uitzonderlijke en door de betrokken onderneming naar behoren gemotiveerde omstandigheden, afwijkingen toestaan van de in de leden 6 en 7 vastgestelde termijn van één jaar.".
Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde reglement, vervangen bij het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 28 februari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "verplichting tot permanente opleiding als bedoeld in artikel 3, § 3, tweede lid" vervangen door de woorden "verplichting tot permanente opleiding als bedoeld in artikel 3, § 4, vierde lid";2° in het derde lid worden de woorden "op de definitieve lijst van de door de FSMA erkende complianceofficers" vervangen door de woorden "op de lijst van de door de FSMA erkende complianceofficers".
Art. 4.In artikel 7, § 1, eerste lid, van hetzelfde reglement, ingevoegd bij het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 28 februari 2018, worden de woorden "in artikel 3, § 1, 1°, 2°, 3°, 6° en 7°, en § 3, van dit reglement bedoelde vereisten" vervangen door de woorden "in artikel 3, § 1, 1°, 2°, 3°, 6° en 7°, en § 4, van dit reglement bedoelde vereisten".
Art. 5.In artikel 8, tweede lid, van hetzelfde reglement, ingevoegd bij het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 28 februari 2018, worden de woorden "conform artikel 3, § 3, tweede lid" vervangen door de woorden "conform artikel 3, § 4, vierde lid".
Art. 6.In artikel 9, § 2, van hetzelfde reglement, ingevoegd bij het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 28 februari 2018, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Zij brengt haar erkenningsbeslissing ter kennis van de aanvrager.".
Art. 7.In artikel 12 van hetzelfde reglement, ingevoegd bij het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 28 februari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "een in artikel 3, § 1, 3°, b) en § 3, tweede lid, bedoeld opleidingsprogramma" vervangen door de woorden "een in artikel 3, § 1, 3°, b), en § 4, vierde lid, bedoeld opleidingsprogramma"; 2° in paragraaf 2 wordt het derde lid vervangen als volgt: "Zij brengt haar erkenningsbeslissing ter kennis van de aanvrager.".
Brussel, 20 december 2023 De Voorzitter van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, J.-P. SERVAIS Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 26 maart 2024 tot goedkeuring van het reglement van 20 december 2023 van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten betreffende de erkenning van de compliance officers FILIP Van Koningswege : Vice-eersteminister en Minister van Economie en Werk, P.-Y. DERMAGNE De Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale loterij, V. VAN PETEGHEM De Vice-eersteminister en Minister van Justitie en Noordzee, P. VAN TIGCHELT De Staatssecretaris voor Begroting en Consumentenbescherming, A. BERTRAND
(1) Toelichtingsnota Naar aanleiding van de twintigste verjaardag van de wet op het financieel toezicht(2) lanceerde de FSMA het initiatief getiteld "20 projecten voor de toekomst".Op 4 oktober 2022 publiceerde zij daarover een persbericht op haar website. Die projecten hebben betrekking op zeven actuele thema's, met als centrale leidraad een nog meer doorgedreven bescherming van de financiële consumenten en aandeelhouders.
Een van de voorstellen die de FSMA daarbij formuleerde, betrof de compliancefunctie bij kleine ondernemingen. De voorbije jaren stelde de FSMA immers vast dat bepaalde gereglementeerde ondernemingen problemen hadden om een verantwoordelijke voor de compliancefunctie aan te werven die aan alle erkenningsvoorwaarden van het FSMA-reglement van 17 oktober 2011 voldoet, vooral de voorwaarde op grond waarvan hij over ten minste drie jaar passende ervaring moet beschikken.
Die voorwaarde blijft pertinent. Zij stelt de FSMA immers in staat na te gaan of de personen die door de gereglementeerde ondernemingen worden aangesteld om de verantwoordelijkheid voor de compliancefunctie op zich te nemen, passende ervaring hebben opgedaan in functies waarin zij niet alleen de gedragsregels hebben moeten toepassen waarvan zij de naleving binnen de vennootschap moeten garanderen, maar ook een beoordelingsbevoegdheid droegen in verband met de toepassing van die regels.
Gelet op het proportionaliteitsbeginsel wordt echter voorgesteld om die voorwaarde op grond waarvan de betrokkene over ten minste drie jaar passende ervaring moet beschikken, te versoepelen door, onder bepaalde voorwaarden, in een mogelijke vrijstelling te voorzien wanneer de kandidaat-complianceofficer wordt aangesteld bij een onderneming waarvan de activiteiten en omvang dat rechtvaardigen. Bij de toepassing van het proportionaliteitscriterium door de FSMA zal ook rekening worden gehouden met de risico's, met name voor de bescherming van de cliënten.
Aangezien kredietinstellingen en beursvennootschappen, zelfs de kleine, in geen enkel geval voldoen aan die proportionaliteitscriteria, komen kandidaat-complianceofficers die zij aanstellen hoe dan ook niet in aanmerking voor deze vrijstelling.
Daarentegen voldoen verzekeringsondernemingen als bedoeld in artikel 272 van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten op het statuut van en het toezicht op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, automatisch aan deze proportionaliteitscriteria. Zij vallen immers al onder een specifieke prudentiële regeling, meer bepaald door hun omvang. Kandidaten die bij die verzekeringsondernemingen worden aangesteld, komen dus in aanmerking voor deze vrijstelling, weliswaar voor zover ze aan de overige voorwaarden voldoen.
De opgelegde voorwaarden voor de toekenning van zo'n vrijstelling, strekken ertoe te garanderen dat de kandidaat, enerzijds, over voldoende beroepskennis dan wel over een minimum van één jaar aan passende ervaring beschikt (ook al beschikt hij nog niet over de reglementair vereiste drie jaar passende ervaring) en, anderzijds, in een situatie terechtkomt waarin hij - na zijn erkenning - de ontbrekende passende ervaring kan opdoen.
Daartoe is bepaald dat een kandidaat-complianceofficer enkel in aanmerking kan komen voor een vrijstelling van de voorwaarde om over drie jaar passende ervaring te beschikken, als de betrokken gereglementeerde onderneming hem in staat stelt om de ontbrekende vereiste passende ervaring op te doen door zich, bij de uitoefening van zijn functie, voor het resterende deel van die drie jaar door een daartoe aangestelde deskundige te laten begeleiden. Die deskundige moet zelf voldoen aan de voorwaarde om over drie jaar passende ervaring te beschikken, alsook aan de in het reglement van 17 oktober 2011 vermelde voorwaarden inzake beroepskennis, diploma, vaardigheden en professioneel gedrag om de deskundigheid van de kandidaat-complianceofficers te kunnen beoordelen. Wat met name de voorwaarde inzake beroepskennis betreft, betekent dit onder meer dat de betrokken onderneming aantoont dat de aangestelde deskundige niet enkel is geslaagd voor het in artikel 3, § 1, 3°, a), van het reglement bedoelde examen, maar ook dat hij, vanaf het moment waarop het voor dat examen is geslaagd, de vereiste permanente opleidingen heeft gevolgd, met een minimumduur van 20 uur om de 3 jaar (als hij daarnaast niet als complianceofficer is erkend) of met een minimumduur van 40 uur om de 3 jaar (als hij daarnaast wel als complianceofficer is erkend). Het speelt niet echt een rol of de deskundige een interne medewerker van de onderneming (zoals de te vervangen complianceofficer die een andere functie zal gaan uitoefenen binnen de onderneming, maar toch nog tijd zal besteden aan de begeleiding van haar nieuwe complianceofficer) is, dan wel een extern persoon (zoals een advocaat, een consulent of zelfs een complianceofficer van een andere onderneming). De FSMA zal erop toezien dat de aard en inhoud van die begeleiding de kandidaat-complianceofficer in staat stellen een soortgelijke passende ervaring te verwerven als de passende ervaring die hij zou hebben moeten aantonen als hij niet voor de vrijstelling in aanmerking was gekomen. De betrokken onderneming zal onder meer het effectieve karakter van de begeleiding en de toereikende beschikbaarheid van de deskundige moeten aantonen.
Deze vrijstelling van de voorwaarde inzake passende ervaring is ingeschreven in artikel 3, § 1, 1°, derde lid, van het reglement van 17 oktober 2011.
Merk op dat kandidaten die deze vrijstelling genieten, moeten voldoen aan de overige erkenningsvoorwaarden, waaronder de voorwaarde om de nodige vaardigheden (`skills') te bezitten om de verantwoordelijkheid voor de functie van complianceofficer op zich te nemen. Dit houdt onder meer in dat de FSMA, los van de voorwaarde inzake passende ervaring, zal beoordelen of een kandidaat in staat is om adequaat te reageren in bepaalde situaties en meer bepaald beschikt over voldoende maturiteit, zelfstandig kan oordelen en de besluitvorming binnen de onderneming in een bepaalde richting kan sturen. Als een kandidaat niet voldoet aan die voorwaarden, wordt de erkenning geweigerd, ook al beantwoordt hij aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een vrijstelling van de voorwaarde inzake passende ervaring.
Verder wordt artikel 3, § 2, van het reglement gewijzigd. Daarbij wordt het mechanisme van de inschrijving op de voorlopige lijst van de complianceofficers die nog niet aan de voorwaarde inzake beroepskennis voldoen, geschrapt. Met het oog op de administratieve vereenvoudiging wordt bepaald dat de erkende complianceofficers die het examen nog niet hebben afgelegd (en dus nog niet voldoen aan de voorwaarde inzake beroepservaring), voortaan al op de lijst van de door de FSMA erkende complianceofficers zullen worden ingeschreven. De lijst zal echter wel vermelden dat ze nog voor het examen moeten slagen. Zoals voorheen beschikken de betrokken gereglementeerde ondernemingen over een termijn van één jaar vanaf de erkenning van hun complianceofficer om te bewijzen dat hij voor het examen is geslaagd. In uitzonderlijke en door de betrokken onderneming naar behoren gemotiveerde omstandigheden kan de FSMA afwijkingen toestaan van die termijn van één jaar.
De opstelling, door de FSMA, van de lijst van erkende complianceofficers komt aan bod in een nieuwe paragraaf 3, die bepaalt dat de inschrijving van de complianceofficers die, bij hun erkenning, zijn vrijgesteld van de voorwaarde om over drie jaar passende ervaring te beschikken, vergezeld gaat van een vermelding die het publiek ervan in kennis stelt dat die complianceofficers door een deskundige worden begeleid.
Paragraaf 4 van artikel 3 van het reglement verduidelijkt dat de verplichting voor de erkende complianceofficers om permanent aan de erkenningsvoorwaarden te voldoen, ook geldt met betrekking tot de voorwaarde om zich door een deskundige te laten begeleiden, waarbij die voorwaarde samenhangt met de voorwaarde om over passende ervaring te beschikken, en dit zolang als dit op grond van die vrijstelling vereist is. Aldus zal de begeleiding - door een deskundige - van de complianceofficers die niet kunnen aantonen dat zij over drie jaar passende ervaring beschikken, permanent moeten worden voortgezet tot zij de vereiste ervaring volledig hebben opgedaan, en dit conform de door de FSMA aanvaarde voorwaarden inzake de aard en inhoud van die begeleiding. Conform artikel 3, § 4, vijfde lid, zal de FSMA door de betrokken gereglementeerde onderneming op de hoogte moeten worden gehouden van alle wijzigingen in de voorwaarden en modaliteiten van de begeleiding. In voorkomend geval, als de FSMA vaststelt dat de in de voorwaarden en modaliteiten van de begeleiding aangebrachte wijzigingen dusdanig zijn dat niet langer is voldaan aan de voorwaarden voor de vrijstelling van de voorwaarde inzake passende ervaring, kan zij de erkenning van de betrokken complianceofficer herroepen.
Met het oog op de administratieve vereenvoudiging wordt het FSMA-reglement tot slot ook gewijzigd om de kennisgeving van haar beslissingen bij een ter post aangetekende brief te schrappen. _______ Nota's (1) Wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten.