gepubliceerd op 02 april 2014
Koninklijk besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Comité van wijzen
26 MAART 2014. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Comité van wijzen
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 13 november 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/11/2011 pub. 24/02/2012 numac 2012011010 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de vergoeding van de lichamelijke en morele schade ingevolge een technologisch ongeval sluiten betreffende de vergoeding van de lichamelijke en morele schade ingevolge een technologisch ongeval, artikel 4, § 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 mei 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/05/2013 pub. 28/05/2013 numac 2013011263 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende benoeming van de vertegenwoordigers bij het Comité van wijzen bedoeld in artikel 4 van de wet van 13 november 2011 betreffende de vergoeding van de lichamelijke en morele schade ingevolge een technologisch ongeval sluiten houdende de benoeming van de vertegenwoordigers bij het Comité van wijzen bedoeld in artikel 4 van de wet van 13 november 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/11/2011 pub. 24/02/2012 numac 2012011010 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de vergoeding van de lichamelijke en morele schade ingevolge een technologisch ongeval sluiten betreffende de vergoeding van de lichamelijke en morele schade ingevolge een technologisch ongeval;
Op de voordracht van de Minister van Economie en Consumenten en de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Wordt goedgekeurd, het huishoudelijk reglement van het Comité van wijzen zoals gevoegd als bijlage bij dit besluit.
Art. 2.De minister bevoegd voor Verzekeringen en de minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 maart 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Consumenten, J. VANDE LANOTTE De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM
Bijlage bij het koninklijk besluit van 26 maart 2014 tot goedkeuring van het huishoudelijk regelement van het Comité van wijzen Huishoudelijk Reglement van het Comité van wijzen
Artikel 1.In dit reglement wordt verstaan onder : De Wet : de wet van 13 november 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/11/2011 pub. 24/02/2012 numac 2012011010 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de vergoeding van de lichamelijke en morele schade ingevolge een technologisch ongeval sluiten betreffende de vergoeding van de lichamelijke en morele schade ingevolge een technologisch ongeval;
De Minister : de Minister die bevoegd is voor Justitie;
Het Comité : het Comité van wijzen als bedoeld in artikel 4 van de Wet;
Het Fonds : het Gemeenschappelijk Waarborgfonds, dat door de Koning is erkend overeenkomstig artikel 19bis-2 van de wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/1989 pub. 23/12/2009 numac 2009000839 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen;
NBB : de Nationale Bank van België, als bedoeld in de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België;
De Voorzitter : de Directeur-Generaal van het Fonds;
De leden : de vertegenwoordigers, als bedoeld door het artikel 4, § 1 van de Wet en benoemd door de Koning volgens de voorwaarden van deze bepaling.
Art. 2.In overeenstemming met de Wet heeft het Comité als opdracht, wanneer zich een grote technologische ramp voordoet, op verzoek van de Minister te bepalen of deze gebeurtenis een uitzonderlijk schadegeval is in de zin van artikel 2,3° van de Wet.
Art. 3.De zetel van het Comité is gevestigd bij het Fonds te 1210 Sint-Joost-ten-Node, Liefdadigheidstraat 33, bus 1.
De briefwisseling bestemd voor het Comité wordt gericht tot of overhandigd op de maatschappelijke zetel van het Fonds en draagt de vermelding "Ter attentie van het Comité van wijzen". Deze briefwisseling kan eveneens verzonden worden naar het elektronisch adres "comite-tct@fcgb-bgwf.be". De leden van het Comité geven aan het Fonds mededeling van hun volledige personalia (postadres, faxnummer, elektronisch adres, geboortedatum) van zodra zij bij koninklijk besluit zijn benoemd. Het Comité vergadert op de zetel van het Fonds.
Art. 4.Het Comité vergadert van rechtswege op verzoek van de Minister. De voorzitter nodigt in de kortst mogelijke tijd de leden van het Comité uit, per elektronische brief of, zo dit niet mogelijk is, per telefax of per aangetekende brief, waarbij hij tracht de agenda's met elkaar te verzoenen. Het Comité vergadert ten laatste binnen de acht dagen na de uitnodiging. De uitnodiging omvat het geheel van de documenten die nuttig zijn voor de goede werking van de vergadering.
Voor het administratieve bestuur van het Comité mag de Voorzitter op eigen initiatief tot een uitnodiging overgaan waarbij hij tracht de agenda's van de leden met elkaar te verzoenen.
Art. 5.De zittingen van het Comité zijn niet openbaar. De leden drukken zich naar keuze in het Nederlands of het Frans uit. De beslissingen genomen door het Comité worden in het Frans en het Nederlands opgesteld.
De Voorzitter draagt de zorg voor de goede werking van het orgaan dat hij voorzit. Bij afwezigheid van de voorzitter, wordt het Voorzitterschap verzekerd door de vertegenwoordiger van de NBB. Bij afwezigheid van de Voorzitter en de vertegenwoordiger van de NBB, wordt het voorzitterschap verzekerd door het aanwezige lid met de hoogste leeftijd.
Art. 6.De Voorzitter legt de dagorde van de vergaderingen vast. Een lid dat een punt wenst vermeld te zien op de dagorde richt een verzoek daartoe tot de Voorzitter. Het punt zal kunnen worden toegevoegd aan de dagorde indien minstens de helft van de stemgerechtigde aanwezige of vertegenwoordigde leden hiermee akkoord gaan. De Voorzitter opent en sluit de zittingen van het Comité. Hij leidt de debatten en tijdens de eerste zitting op verzoek van de Minister heeft hij de functie van verslaggever in de schoot van het Comité. Aan het lid (leden) dat (die) verzoekt (verzoeken) een punt op de dagorde te plaatsen mag hij vragen alle nuttige inlichtingen en bescheiden mee te delen.
Art. 7.Bij iedere zitting duidt de Voorzitter een secretaris aan. De secretaris stelt het ontwerp van proces-verbaal op binnen een termijn van drie werkdagen.
Het ontwerp van proces-verbaal wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de al dan niet stemgerechtigde leden die bij de vergadering aanwezig waren.
De leden geven mededeling van hun opmerkingen binnen de termijn van drie werkdagen. Het lid dat zijn opmerkingen niet binnen de termijn van drie werkdagen zou hebben meegedeeld, wordt geacht aan het proces-verbaal zijn goedkeuring te hebben verleend.
Van zodra goedgekeurd, wordt het proces-verbaal ondertekend door de Voorzitter en de secretaris.
De processen-verbaal der zittingen worden bewaard op de zetel van het Fonds.
Art. 8.Het Comité kan slechts geldig beraadslagen wanneer alle stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Indien dat vereiste aantal leden niet is bereikt en zo de hoogdringendheid het vereist, nodigt de Voorzitter de leden uit tot een nieuwe vergadering van het Comité die in de kortst mogelijke tijd moet plaatsvinden, ten vroegste de eerste werkdag die volgt op de eerste vergadering.
Als deze situatie zich voordoet, zal het Comité slechts geldig beraadslagen indien minstens vier stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. De hoogdringendheid zal worden vastgesteld en met redenen omkleed in het proces-verbaal.
Art. 9.Een lid kan niet meer dan één ander lid vertegenwoordigen. De volmacht moet voor de zitting het Fonds bereiken per elektronische brief. Zij wordt geverifieerd door de Voorzitter. De vertegenwoordiging is slechts mogelijk door een stemgerechtigd lid.
Art. 10.Het Comité mag zich laten bijstaan door deskundigen of beslissen ieder persoon te horen zo het dat aangewezen acht. Voor precieze technische vraagstellingen welke een bijzondere deskundigheid vereisen mag een lid verzoeken zich te laten bijstaan door een deskundige. Het verzoek dient het Fonds per elektronische brief voor de zitting te bereiken. De Voorzitter doet uitspraak over de aanvaarding van de aanwezigheid van de deskundige. De leden zijn onderworpen aan het beroepsgeheim en het Comité waakt er over dat de deskundigen de vertrouwelijkheid van de werken naleven.
Art. 11.Elk stemgerechtigd lid beschikt slechts over één stem alsook de stem van het lid dat hij in voorkomend geval vertegenwoordigt. De beslissingen worden bij eenvoudige meerderheid der stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden genomen. Bij staking van stemmen, zal de gebeurtenis die ter beoordeling aan het Comité wordt voorgelegd, beschouwd worden als een uitzonderlijk schadegeval.
Art. 12.De beslissing betreffende de al dan niet erkenning van een grote technologische ramp als uitzonderlijk schadegeval in de zin van de wet wordt genomen binnen de maand te rekenen vanaf de dag dat het verzoek van de Minister door de Voorzitter werd ontvangen.
Art. 13.De beslissing beoogd in het artikel 12 van dit reglement bevat en draagt vermelding van de volgende elementen : 1) de samenstelling van het Comité, aanwezige en vertegenwoordigde leden;2) de inhoud en datum van het verzoek van de Minister;3) de datum, het uur en de plaats van de vergadering tijdens dewelke het Comité heeft geoordeeld;4) de motivering van de beslissing. De beslissing wordt getekend door de Voorzitter en de secretaris. De beslissing wordt zonder verwijl aan de Minister overgemaakt door de Voorzitter. Een afdruk van de beslissing wordt aan het proces-verbaal van de vergadering bijgevoegd.
Art. 14.Indien tijdens de eerste vergadering de beslissing zoals bedoeld in het artikel 12 wordt uitgesteld, onverminderd de termijn die daarin is bepaald, duidt de Voorzitter een verslaggever aan die er mee wordt belast alle nuttige inlichtingen en documenten bij elkaar te brengen opdat het Comité tijdens de volgende vergadering zou beschikken over alle elementen met het oog op het nemen van een gemotiveerde beslissing.
De Voorzitter bepaalt ter zitting de datum en het uur van de volgende vergadering. De uitnodiging tot de vergadering wordt zonder verwijl door de voorzitter gedaan.
In dat geval vermeldt het proces-verbaal van de eerste vergadering minstens de volgende elementen : 1) de samenstelling van het Comité, aanwezige en vertegenwoordigde leden;2) de inhoud en datum van het verzoek van de Minister;3) de datum, het uur en de plaats van de vergadering tijdens dewelke het Comité heeft beraadslaagd;4) de motivering van de beslissing alsook een precisering betreffende het onderzoek dat zal plaatsvinden;5) de naam en voornaam van de verslaggever;6) de datum en het uur van de volgende vergadering.
Art. 15.De beslissingen genomen tijdens vergaderingen die niet het gevolg zijn van een verzoek van de Minister, worden aangenomen met naleving van de artikelen 6 tot 10 van dit reglement en worden genomen bij eenvoudige meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigde leden.
Art. 16.De leden van het Comité voeren hun opdracht in alle onafhankelijkheid uit. Zij leven de principes na van objectiviteit en gelijke behandeling. Het lid dat wordt geconfronteerd met een persoonlijk belangenconflict neemt niet deel aan de beraadslaging en de stemming. Het bestaan en de aard van dit conflict zal vermeld worden in het proces-verbaal van de zitting.
Art. 17.De aanwezige leden, behalve de Voorzitter hebben recht op terugbetaling van hun verplaatsingsonkosten, die tenzij de werkelijk gemaakte onkosten hoger zijn, forfaitair vastgelegd worden op 20 .
Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 26 maart 2014 tot goedkeuring van het huishoudelijk regelement van het Comité van wijzen.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Consumenten, J. VANDE LANOTTE De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM