26 MAART 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/11/2003 pub. 12/12/2003 numac 2003014265 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1998 inzake uitrusting van zeeschepen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement type koninklijk besluit prom. 09/11/2003 pub. 05/12/2003 numac 2003023024 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, wat betreft de uitbetaling van het vakantiegeld in geval van overlijden van de arbeider of leerling-arbeider sluiten tot regeling van de voorwaarden en modaliteiten van de eigendomsoverdracht van administratieve en logistieke gebouwen van de Staat naar de gemeenten of meergemeentepolitiezones en de bepaling van de correctiemechanismen en tot regeling van de principes inzake de tenlasteneming door de gemeenten of meergemeentepolitiezones van de huurkosten

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet (I) van 26 december 2013, artikelen 4 tot 8;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/11/2003 pub. 12/12/2003 numac 2003014265 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1998 inzake uitrusting van zeeschepen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement type koninklijk besluit prom. 09/11/2003 pub. 05/12/2003 numac 2003023024 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, wat betreft de uitbetaling van het vakantiegeld in geval van overlijden van de arbeider of leerling-arbeider sluiten tot regeling van de voorwaarden en modaliteiten van de eigendomsoverdracht van administratieve en logistieke gebouwen van de Staat naar de gemeenten of meergemeentepolitiezones en de bepaling van de correctiemechanismen en tot regeling van de principes inzake de ten lasteneming door de gemeenten of meergemeentepolitiezones van de huurkosten;

Overwegende dat het besloten is tijdens het begrotingsconclaaf van maart 2013 om het Fonds tot uitvoering van het correctiemechanisme ingesteld bij de overdracht van ex-rijkswachtgebouwen aan de gemeenten en de meergemeente politiezones te vervangen vanaf het begrotingsjaar 2013 door andere uitvoeringsmodaliteiten van de financiële bewegingen in verband met de overdracht van de gebouwen; dat er voor het surplus geen afbreuk wordt gedaan aan de financiële mechanismen die aanleiding geven tot de ontvangsten en uitgaven van het hier betrokken Fonds zoals het correctiemechanisme in geval van de overdracht naar de politiezones van de eigendom van de onroerende goederen waar federale ambtenaren die naar de lokale politie zijn overgedragen ondergebracht zijn, de door de politiezone betaalde huur in geval van het behoud in het gebouw waarvan ze overdacht van eigendom geweigerd heeft en de opbrengst van de verkoop van de zo door de politiezone geweigerde en opgegeven gebouwen;

Overwegende dat dit ontwerp als voorwerp heeft om de nieuwe modaliteiten te bepalen voor de inning van de ontvangsten en de liquidatie van de uitgaven;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 september 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 5 november 2013;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 54.951/2, gegeven op 22 januari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 9 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/11/2003 pub. 12/12/2003 numac 2003014265 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1998 inzake uitrusting van zeeschepen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement type koninklijk besluit prom. 09/11/2003 pub. 05/12/2003 numac 2003023024 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, wat betreft de uitbetaling van het vakantiegeld in geval van overlijden van de arbeider of leerling-arbeider sluiten tot regeling van de voorwaarden en modaliteiten van de eigendomsoverdracht van administratieve en logistieke gebouwen van de Staat naar de gemeenten of meergemeentepolitiezones en de bepaling van de correctiemechanismen en tot regeling van de principes inzake de ten lasteneming door de gemeenten of meergemeentepolitiezones van de huurkosten, worden de artikelen 5/1 en 5/2 ingevoegd, luidende : «

Art. 5/1.Met ingang van het begrotingsjaar 2013 en tot op het einde van de termijn van 20 jaar bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt het bedrag C in voorkomend geval vermeerderd in toepassing van artikel 4, vijfde lid dat hoger is dan 0 EURO jaarlijks betaald door de gemeenten en de meergemeenten politiezones op het niet-geaffecteerd ontvangstenartikel dat wordt gedefinieerd daartoe. De betaling gebeurt binnen de 3 maanden na ontvangst van de schuldvordering vanwege de ordonnateur van het betreffende niet-geaffecteerd ontvangstenartikel.

Met ingang van hetzelfde begrotingsjaar, worden de opbrengst van de verkoop en de marktconforme huurprijs bedoeld in artikel 3, tweede en derde leden gestort aan het niet-geaffecteerd ontvangstenartikel bedoeld in het eerste lid.

De door de gemeenten en de meergemeentenpolitiezones nog verschuldigde bedragen voor de vorige begrotingsjaren en die niet voldaan zijn worden betaald op het niet-geaffecteerd ontvangstenartikel bedoeld in het eerste lid.

Art. 2.2. Met ingang van het begrotingsjaar 2013 en tot op het einde van de termijn van 20 jaar bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt het bedrag C in voorkomend geval vermeerderd in toepassing van artikel 4, vijfde lid dat minder is dan 0 EURO jaarlijks betaald aan de gemeenten en de meergemeentenpolitiezones door middel van de limitatieve kredieten daartoe ingeschreven op de sectie 13 van de Algemene uitgavenbegroting.

De aan de gemeenten en de meergemeentenpolitiezones verschuldigde bedragen voor de vorige begrotingsjaren en die niet voldaan zijn op dezelfde datum worden betaald door middel van de limitatieve kredieten bedoeld in het eerste lid.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op datum van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4.De Minister van Binnenlandse zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 maart 2014.

FILIP Van Koningswege : De Eerste Minister, E. DI RUPO De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Minister van Financiën, K. GEENS