26 JULI 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 juli 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2006 Toekenning van een eindejaarspremie (Overeenkomst geregistreerd op 27 juni 2006 onder het nummer 80204/CO/319.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers van de "services d'accueil spécialisé de la petite enfance" (de vroegere kinderkribben en crisiscentra) die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap of de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die erkend en/of gesubsidieerd worden door de Franse Gemeenschap, alsook op de werknemers en op de werkgevers van de inrichtingen en diensten die dezelfde activiteiten uitoefenen en die niet erkend of gesubsidieerd worden en waarvan de hoofdactiviteit wordt verricht in het Waalse Gewest.

Art. 2.Onder "werknemers" wordt verstaan : - de mannelijke en vrouwelijke bedienden; - de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Bepalingen

Art. 3.Er is een eindejaarspremie verschuldigd aan de werknemers bedoeld in artikel 1 en 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, volgens de hierna bepaalde modaliteiten.

Art. 4.Het bedrag van de eindejaarspremie is samengesteld uit een vast gedeelte en uit een variabel gedeelte. Het bedrag van de uitkering wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1989 (algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 juli 1990, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 juli 1990), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 oktober 1996 (algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 december 1997, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 5 juni 1998), betreffende de toekenning van een eindejaarspremie.

Art. 5.1° Het totale bedrag van de toelage wordt uitgekeerd aan de werknemer die, verbonden door een arbeidsovereenkomst (voor bedienden of voor werklieden), een functie uitoefent die bestaat uit het uitvoeren van werkelijke of daarmee gelijkgestelde volledige arbeidsprestaties, en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten, tijdens de gehele referteperiode (van 1 januari tot 30 september van het jaar waarvoor de toelage is verschuldigd). 2° Wanneer een werknemer, die volledige arbeidsprestaties verricht, het totale bedrag van de toelage niet kan genieten wegens onvolledige arbeidsprestaties ("parttime"), wordt dit bedrag verminderd naar rato van het loon dat hij heeft of zou hebben ontvangen.3° Wanneer een werkman, die volledige arbeidsprestaties verricht, het totale bedrag van de toelage niet kan genieten, omdat hij in dienst van de inrichting is getreden in de loop van de referentieperiode, wordt dit bedrag verminderd naar rato van de tijdens de referentieperiode verrichte of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties.4° Iedere gewerkte maand of daarmee gelijkgesteld tijdens de referentieperiode geeft recht op één negende van het bedrag van de toelage, berekend overeenkomstig artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.5° Elke verbintenis ingegaan voor de dertiende dag van de maand wordt beschouwd als een verbintenis voor een volledige maand.

Art. 6.1. De eindejaarstoelage is niet verschuldigd aan de om dringende reden ontslagen werknemers, noch voor de arbeidsprestaties verricht tijdens een niet afdoende proefperiode. 2. De werknemers die zich in proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling van de eindejaarstoelage, hebben geen recht op deze toelage.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op werknemers die reeds een toelage genieten welke hiermee ten minste gelijkwaardig is.

Art. 8.In afwachting van de wijziging van de specifieke subsidiëringsregels van de "services d'aide spécialisée à la petite enfance"(SASPE) wordt een ad hoc-comité opgericht in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap of de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit comité zal eventueel eveneens vergaderen over elke vraag tot afwijking op deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De gerechtvaardigde en geargumenteerde aanvragen zullen door de betrokken werkgevers bij de voorzitter van het paritair subcomité uiterlijk op 15 november van het refertejaar worden ingediend. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2006 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van drie maanden wordt betekend, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap of de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die alle ondertekenende organisaties ervan in kennis stelt.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 juli 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN