gepubliceerd op 22 mei 2014
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding in het kader van de regeling van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 jaar met een lange loopbaan (1)
26 JANUARI 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding in het kader van de regeling van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 jaar met een lange loopbaan (40 jaar effectief beroepsverleden) (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding in het kader van de regeling van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 jaar met een lange loopbaan (40 jaar effectief beroepsverleden).
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 januari 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de cementfabrieken Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2013 Toekenning van een aanvullende vergoeding in het kader van de regeling van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 jaar met een lange loopbaan (40 jaar effectief beroepsverleden) (Overeenkomst geregistreerd op 23 juli 2013 onder het nummer 116273/CO/106.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken (PSC 106.01).
Met "arbeiders" worden : zowel arbeiders als arbeidsters bedoeld. HOOFDSTUK II. - Bepalingen
Art. 2.Overeenkomstig de wet van 12 april 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/2011 pub. 28/04/2011 numac 2011012030 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord sluiten houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord en de wet van 29 maart 2012, voor de periode van 1 januari 2013 tot 30 juni 2015, binnen de wettelijke mogelijkheden en beperkingen, is de toegangsleeftijd tot een regeling van aanvullende vergoeding in geval van ontslag 56 jaar of ouder, voor zover de arbeider op het einde van zijn arbeidsovereenkomst tenminste 40 jaar effectief beroepsverleden als loontrekkende kan bewijzen
Art. 3.De hierboven gedefinieerde regeling van aanvullende vergoeding is onderworpen aan de regelgeving vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.
Art. 4.In uitvoering van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, wordt het recht op een aanvullende vergoeding toegekend aan de ontslagen werknemers in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de laatste werkgever : - wanneer de werknemers opnieuw als loontrekkende aan het werk gaan bij een andere werkgever dan die welke hen heeft ontslagen en die niet tot dezelfde technische bedrijfseenheid behoort als de werkgever die hen heeft ontslagen; - wanneer een zelfstandige activiteit wordt uitgeoefend als hoofdactiviteit op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelf de technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.
De werknemers bedoeld in dit artikel die hun activiteiten als loontrekkende of zelfstandige stopzetten moeten op dat ogenblik aan de werkgever die de aanvullende vergoeding betaalt het bewijs leve- ren dat zij recht hebben op werkloosheidsuitkeringen. De werknemers mogen de voordelen van twee of meer aanvullende regelingen niet cumuleren.
Art. 5.De partners geven zich er rekenschap van dat het ten gevolge van de organisatorische of technologische evolutie moeilijk kan zijn om elke vertrekkende bruggepensioneerde, post per post, te vervangen.
Er wordt bij een brugpensionering dan ook de voorkeur gegeven aan de naleving van het statuut, waarover, zo nodig, lokaal met de sociale gesprekspartners overleg wordt gepleegd.
Art. 6.Deze overeenkomst wordt gesloten voor bepaalde tijd, van 1 januari 2013 tot 30 juni 2015.
Deze overeenkomst kan worden opgezegd door één van de partijen met een opzeggingstermijn van zes maanden, per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het paritair subcomité en aan de erin vertegenwoordigde instellingen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 januari 2014.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK