gepubliceerd op 08 februari 2010
Koninklijk besluit tot vastlegging van de samenstelling, de opdrachten en de werkingsregels van een interdepartementale coördinatiegroep alsook van het niveau van minimale kwalificaties van zijn leden in uitvoering van artikel 8 van de wet van 12 januari 2007 strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen
26 JANUARI 2010. - Koninklijk besluit tot vastlegging van de samenstelling, de opdrachten en de werkingsregels van een interdepartementale coördinatiegroep alsook van het niveau van minimale kwalificaties van zijn leden in uitvoering van artikel 8 van de wet van 12 januari 2007 strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 8 van de wet van 12 januari 2007 strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 mei 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 26 mai 2009;
Gelet op het protocol nr. 633 van 16 juni 2009 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op het advies 47.052/1/V van de Raad van State, gegeven op 11 augustus 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Gelijke Kansen, van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder : 1° « wet » : de wet van 12 januari 2007 strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen;2° « groep » : de interdepartementale coördinatiegroep ingesteld door artikel 6 van de wet;3° « coördinator in geïntegreerde genderaanpak » : de persoon die binnen elke federale overheidsdienst, het Ministerie van Defensie en elke programmatorische federale overheidsdienst aangeduid is om deel te nemen aan de interdepartementale coördinatiegroep voorzien door het artikel 6 van de wet;4° « geïntegreerde genderaanpak » : een aanpak die bestaat uit de (re)organisatie, de verbetering, de evolutie en de evaluatie van de besluitvormingsprocessen met het oog op de integratie van het perspectief van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen in alle domeinen en op alle niveaus, door de actoren die in het algemeen betrokken zijn bij de tenuitvoerlegging van de beleidslijnen;5° « genderstatistieken » : de geproduceerde, verzamelde en bestelde statistieken die naar geslacht worden opgesplitst in toepassing van artikel 4 van de wet. Het gebruik van het mannelijk in dit besluit is gemeenslachtig. HOOFDSTUK II. - Samenstelling van de groep
Art. 2.De groep is als volgt samengesteld : 1° een lid van de beleidscel van elke minister, door hem aangewezen en ambtenaar van niveau A of houder van een diploma dat toegang geeft tot dit niveau;2° een ambtenaar van niveau A van elke federale overheidsdienst, van het Ministerie van Defensie en van elke programmatorische federale overheidsdienst, naargelang van het geval aangewezen door de voorzitter van het directiecomité, de secretaris-generaal of de voorzitter;3° een lid van de directie van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, die het voorzitterschap van de groep verzorgt. Op dezelfde wijze wordt een plaatsvervanger voor elk van de voormelde leden aangewezen.
Art. 3.§ 1. De groepsleden bedoeld in artikel 2, 2°, nemen de functie van coördinator in geïntegreerde genderaanpak op binnen hun federale overheidsdienst, hun ministerie of hun programmatorische federale overheidsdienst. In dit opzicht brengen ze rechtstreeks verslag uit aan de voorzitter van het directiecomité, de secretaris-generaal of de voorzitter. § 2. De opdrachten uitgevoerd in het kader van de functie van coördinator in geïntegreerde genderaanpak worden opgenomen in de functiebeschrijving van de groepsleden en zullen geëvalueerd worden in het kader van de evaluatiecyclus van de coördinatoren. § 3. Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen organiseert een opleiding omtrent geïntegreerde genderaanpak voor alle groepsleden. § 4. Er wordt geen enkele verloning, toelage, vergoeding of presentiegeld toegekend aan de groepsleden. HOOFDSTUK III. - Opdrachten van de groep
Art. 4.§ 1. De groep heeft als algemene opdracht : 1° het stimuleren, oriënteren en bijdragen tot de uitvoering van de geïntegreerde genderaanpak, in het bijzonder door de verspreiding en het gebruik van hulpmiddelen, instrumenten en methodes in het geheel van de federale beleidslijnen;2° het bevorderen van de samenwerking en de verspreiding van informatie en goede praktijken tussen alle diensten bedoeld in artikel 6 van de wet;3° het organiseren van een voortdurend overleg en een permanente coördinatie tussen de administraties en de beleidscellen. § 2. Daartoe ziet de groep zich in het bijzonder de volgende opdrachten toevertrouwd : 1° het opstellen van een ontwerp van federaal plan dat ten doel heeft de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen te integreren met het oog op het vermijden of corrigeren van eventuele ongelijkheden tussen vrouwen en mannen.Dit ontwerp van plan, opgesteld voor de legislatuur, baseert zich met name op : - de strategische doelstellingen met dat doel vastgesteld en bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet; - de ministeriele initiatieven zoals bedoeld in artikel 2, § 3, van de wet en vastgesteld in de algemene beleidsnota's van het begin van de legislatuur; - de informatie aangaande de integratie van de genderdimensie in de managementplannen, de beheerscontracten en in elk ander instrument voor strategische planning conform artikel 3, 1°, van de wet; - de andere acties en middelen die de integratie van de genderdimensie in de administraties beogen; - de relevante genderindicatoren bedoeld in artikel 3, 1°, alinea 2, van de wet.
Het ontwerp van federaal plan wordt verzonden naar de Minister van Gelijke Kansen, die het voorstelt aan de Ministerraad. 2° het opstellen van een halfjaarlijks opvolgingsverslag over de tenuitvoerlegging van het federaal plan verzonden naar de Minister van Gelijke Kansen.3° het voorbereiden en coördineren van het ontwerp van tussentijds verslag en het verslag op het eind van de legislatuur bedoeld in hoofdstuk VI en het verzekeren van de opvolging ervan volgens de bepalingen van het artikel 10. Met het oog hierop, kan de groep de organen, instanties of experten betrokken bij de studie en tenuitvoerlegging van de gelijkheid van vrouwen en mannen raadplegen. HOOFDSTUK IV. - Werking van de groep
Art. 5.Het huishoudelijk reglement van de groep wordt door hem bepaald binnen de drie maanden na zijn installatie.
Art. 6.De Voorzitter en de groep worden in hun werkzaamheden bijgestaan door een secretariaat verzekerd door personeelsleden van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen aangeduid door de directeur. HOOFDSTUK V. - Tenuitvoerlegging van de geïntegreerde genderaanpak binnen de administraties
Art. 7.§ 1. De coördinator in geïntegreerde genderaanpak heeft als hoofdopdrachten : 1° het voorbereiden van het voorstel tot bijdrage van de administratie waar hij van afhangt voor het federaal plan bedoeld in het artikel 4, § 2, 1°;2° het voorbereiden van de bijdrage van zijn administratie voor de verslagen bedoeld in Hoofdstuk VI;3° het installeren van een proces van opvolging van de « gendertests » en gendernota's uitgevoerd binnen zijn administratie;4° het installeren van een proces van opvolging van de inachtneming van de geïntegreerde genderaanpak in het kader van de toekenning van overheidsopdrachten en de toekenning van subsidies van zijn administratie en bedoeld in het artikel 3, 3°, van de wet;5° het installeren van een proces van opvolging voor de productie van naar geslacht opgesplitste statistieken en de opstelling van genderindicatoren bedoeld in het artikel 4 van de wet;6° het organiseren van de opleiding en het verspreiden van informatie binnen zijn administratie wat de geïntegreerde genderaanpak en de concrete uitvoering daarvan betreft. § 2. De coördinator in geïntegreerde genderaanpak is de referentiepersoon voor elke beambte die betrokken is bij de uitvoering van de geïntegreerde genderaanpak binnen zijn administratie.
Art. 8.§ 1. De opdrachten van de coördinator in geïntegreerde genderaanpak worden uitgevoerd onder het gezag van de leidende ambtenaar die de eindverantwoordelijkheid op zich neemt. § 2. De leidende ambtenaar waakt erover dat de coördinator in geïntegreerde genderaanpak de interne coördinatie noodzakelijk voor de uitvoering van de opdrachten vastgesteld in § 1 van artikel 7 kan verzekeren. § 3. De leidende ambtenaar verzekert zich van de inachtneming van de geïntegreerde genderaanpak door de leden van het directiecomité. § 4. De leidende ambtenaar brengt regelmatig verslag uit van de uitvoering van de geïntegreerde genderaanpak binnen zijn departement aan de minister waarvan hij afhangt. HOOFDSTUK VI. - De verslagen
Art. 9.§ 1. Het tussentijds verslag heeft minstens betrekking op de beschrijving, de stand van zaken en de vorderingen van de volgende elementen : - het plan bedoeld in artikel 4, § 2, 1°, in het bijzonder de relevante genderindicatoren bedoeld in artikel 3, 1°, alinea 2, van de wet; - de productie, de analyse en het gebruik door de administraties van de genderstatistieken bedoeld in artikel 4 van de wet; - de gendernota bedoeld in artikel 2, § 2, van de wet; - de acties en initiatieven met betrekking tot de « gendertest » bedoeld in artikel 3, 2°, van de wet; - rekening houden met de geïntegreerde genderaanpak in de procedures voor de toekenning van overheidsopdrachten en de toekenning van subsidies bedoeld in artikel 3, 3°, van de wet. § 2. Het gaat bovendien over de beschrijving en de vorderingen van de integratie van de genderdimensie in het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid en over het specifieke beleid inzake gelijkheid van vrouwen en mannen, overeenkomstig het artikel 5, § 1, van de wet. § 3. Het formuleert alle aanbevelingen die de beleidslijnen of de tenuitvoerlegging ervan in de onder §§ 1 en 2 bedoelde domeinen zouden kunnen verbeteren.
Art. 10.§ 1. Het verslag aan het einde van de legislatuur bestaat uit een diagnostische nota die een analyse bevat van de maatregelen bedoeld in artikel 9, § 1 en de vorderingen die verwezenlijkt werden door de regering en de administraties tijdens de legislatuur. § 2. Het verslag aan het einde van de legislatuur beschrijft de moeilijkheden bij de uitvoering van de wet en formuleert aanbevelingen om ze aan te pakken.
Art. 11.De goedgekeurde verslagen bedoeld in de artikels 9 en 10 worden doorgestuurd naar de Minister die Gelijke Kansen tussen vrouwen en mannen onder zijn bevoegdheden heeft. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 12.De Minister van Gelijke Kansen en de Minister van Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 januari 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Gelijke kansen, Mevr. J. MILQUET De Minister van Ambtenarenzaken, Mevr. I. VERVOTTE