gepubliceerd op 31 januari 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 2000 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige openbare instellingen in de vervoerskosten van de federale personeelsleden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten
26 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 2000 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige openbare instellingen in de vervoerskosten van de federale personeelsleden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 september 2000 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige openbare instellingen in de vervoerskosten van de federale personeelsleden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten, inzonderheid op de artikelen 4, 6, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 februari 2003 en 28 april 2005, en 12, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 mei 2005;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 juni 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 13 november 2006;
Gelet op het protocol nr. 576 van 21 december 2006 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 11 januari 2007 - N-250;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het dringend geboden is, om sociale en ecologische redenen, het gebruik van alle vervoermiddelen van de regionale maatschappijen voor gemeenschappelijk openbaar vervoer aan te moedigen en dat de nieuwe regeling inzake ten laste neming door de Staat zo vlug mogelijk in werking moet kunnen treden;
Overwegende dat, vermits het gratis treinvervoer NMBS voor federale personeelsleden reeds bestaat sedert 1 maart 2004 en dit gecombineerd met gratis MIVB-vervoer sedert 1 juli 2004, het om redenen van billijkheid en vooral van gelijkheid niet verantwoord is nog langer te wachten om ook gratis openbaar vervoer toe te kennen aan de gebruikers van de andere openbare vervoersmaatschappijen en van de MIVB alleen;
Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 4 van het koninklijk besluit van 3 september 2000 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige openbare instellingen in de vervoerskosten van de federale personeelsleden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten, wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking van het eerste en het tweede lid betalen de personeelsleden in het resterend gedeelte van de prijs van het abonnement bij deze maatschappijen hun deel, dat overeenstemt met het aandeel werknemersbijdrage, niet voor valideringsbewijzen die worden aangekocht tijdens de periode vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2007, ongeacht de duur van hun geldigheid. »
Art. 2.Artikel 6, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 april 2005, wordt opgeheven.
Art. 3.Een artikel 6bis wordt in hetzelfde besluit ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 6bis.Artikel 4, derde lid, is evenzeer van toepassing op gecombineerde treinkaarten of abonnementen, zoals bepaald in dit hoofdstuk. ».
Art. 4.In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 februari 2003, worden de woorden « 80 % » vervangen door de woorden « 100 % ».
Art. 5.In artikel 12, vierde lid, van dit besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 mei 2005, worden de woorden « artikel 10,1°, » vervangen door de woorden « artikel 10 ».
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.
Art. 7.Onze Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 januari 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Ambtenarenzaken, C. DUPONT