gepubliceerd op 12 mei 2005
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 2000 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige openbare instellingen in de vervoerskosten van de federale personeelsleden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten
28 APRIL 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 2000 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige openbare instellingen in de vervoerskosten van de federale personeelsleden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 september 2000 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige openbare instellingen in de vervoerskosten van de federale personeelsleden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij koninklijk besluit van 3 februari 2003;
Gelet op het vierde bijvoegsel bij het tweede beheerscontract tussen de Staat en de N.M.B.S., goedgekeurd bij koninklijk besluit van 31 juli 2004, inzonderheid op punt 1.2;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 november 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 10 december 2004;
Gelet op het protocol nr. 516 van 26 januari 2005 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 4 februari 2005;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het dringend geboden is, om sociale en ecologische redenen, het gebruik van de vervoermiddelen van de MIVB aan te moedigen en dat de nieuwe regeling reeds op 1 juli 2004 uitwerking moet hebben;
Dat het aldus noodzakelijk was de gebruikers en de betrokken diensten op tijd te verwittigen, zodat elk misverstand bij de overschakeling naar het nieuwe systeem kon vermeden worden, wat inmiddels reeds gebeurde bij omzendbrief nr. 546 d.d. 17 juni 2004, maar dat uiteraard ook de regelgeving terzake zo vlug mogelijk dient aangepast te worden;
Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 6 van het koninklijk besluit van 3 september 2000 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige openbare instellingen in de vervoerskosten van de federale personeelsleden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten, gewijzigd bij koninklijk besluit van 3 februari 2003, wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking van het eerste lid betalen de personeelsleden in het resterend gedeelte van de prijs van het valideringsbiljet bij de treinkaart hun deel, dat overeenstemt met het aandeel MIVB of de werknemersbijdrage, niet voor valideringsbewijzen die worden aangekocht tijdens de periode van 1 juli 2004 tot en met 31 december 2007, ongeacht de duur van hun geldigheid. ».
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2004.
Art. 3.Onze Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 april 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken, Ch. DUPONT