gepubliceerd op 15 maart 2013
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2006 tot de bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten om een arbeidscontract aan te gaan in het kader van de Vrijwillige Dienst bij de Ontwikkelingssamenwerking
26 FEBRUARI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2006 pub. 22/05/2006 numac 2006015076 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit tot de bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten om een arbeidscontract aan te gaan in het kader van de vrijwillige dienst bij de Ontwikkelingssamenwerking sluiten tot de bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten om een arbeidscontract aan te gaan in het kader van de Vrijwillige Dienst bij de Ontwikkelingssamenwerking
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 21 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/1998 pub. 30/12/1998 numac 1998015196 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet tot oprichting van de « Belgische Technische Coöperatie » in de vorm van een vennootschap van publiek recht sluiten tot oprichting van de Belgische Technische Coöperatie in de vorm van een vennootschap van publiek recht, in het bijzonder artikel 9ter, § 3, ingevoegd door de programmawet van 27 december 2005 en de wijziging van artikel 9ter, § 3, bij de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2006 pub. 22/05/2006 numac 2006015076 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit tot de bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten om een arbeidscontract aan te gaan in het kader van de vrijwillige dienst bij de Ontwikkelingssamenwerking sluiten tot bepaling van de voorwaarden en modaliteiten om een arbeidscontract aan te gaan in het kader van de vrijwillige dienst bij de ontwikkelingssamenwerking;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 22 juni 2012;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 30 augustus 2012;
Gelet op het advies van Onze Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, gegeven op 21 september 2012;
Gelet op het protocol nr. 17/1 van 22 november 2012 van het Sectorcomité VII - Buitenlandse Zaken;
Gelet op het advies 52.582/4 van de Raad van State, gegeven op 9 januari 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling uit te voeren, waarbij besloten is dat een effectbeoordeling niet vereist is;
Op de voordracht van Onze Minister van Ontwikkelingssamenwerking en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het opschrift van het koninklijk besluit van 3 mei 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2006 pub. 22/05/2006 numac 2006015076 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit tot de bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten om een arbeidscontract aan te gaan in het kader van de vrijwillige dienst bij de Ontwikkelingssamenwerking sluiten worden de woorden « de Vrijwillige Dienst bij de Ontwikkelingssamenwerking » vervangen door de woorden « het Juniorprogramma van de Belgische ontwikkelingssamenwerking ».
Art. 2.Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Artikel 1.De toelatingsvoorwaarden tot het Juniorprogramma georganiseerd door de Belgische Technische Coöperatie (BTC) zijn de volgende : 1.de Belgische nationaliteit bezitten of onderdaan zijn van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of het Zwitsers eedgenootschap; 2. minder dan 31 jaar oud zijn op de laatste dag van de periode van kandidatuurstelling voor een specifieke betrekking van Junior assistent;3. minstens houder zijn van een diploma van professioneel gerichte bachelor uitgereikt in België of als gelijkwaardig erkend door de bevoegde Belgische autoriteiten;4. een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van de functie en de burgerlijke en politieke rechten genieten;5. met succes de algemene informatiecyclus voor ontwikkelingssamenwerking gevolgd hebben georganiseerd door BTC of een vorming die als gelijkwaardig is erkend door de Minister van Ontwikkelings-samenwerking.»
Art. 3.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het eerste lid worden de woorden « vrijwilligers te rekruteren om een Vrijwillige Dienst bij de Ontwikkelingssamenwerking uit te voeren » vervangen door de woorden « Junior assistenten te rekruteren om het Junior Programma van de Belgische ontwikkelingssamenwerking uit te voeren ».2° Het tweede lid wordt vervangen als volgt : « Deze oproep tot kandidatuurstelling zal worden gepubliceerd op de internetsite van BTC.De oproep zal minstens de beschrijving(en) van de generieke profielen voor de junior assistenten omvatten, de interventiedomeinen, de selectiemodaliteiten, alsook de datum waarop de publicatie van specifieke betrekkingen van Junior assistenten zal worden afgesloten. » 3° Het derde lid wordt vervangen als volgt : « De geïnteresseerde personen dienen het gestandaardiseerde elektronische kandidatuurformulier en het elektronische curriculum vitae in te vullen, die op de internetsite van de BTC geplaatst zullen worden.Op diens verzoek zendt de BTC naar de geïnteresseerde persoon een papieren versie van het gestandaardiseerd formulier en van het curriculum vitae. »
Art. 4.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art.3. § 1. BTC organiseert een preselectie. Deze zal gebaseerd zijn op de ontvankelijkheid van de kandidatuur in verhouding tot de toelatingsvoorwaarden aangehaald in artikel 1. Deze moeten zijn ingevuld op de slotdatum van de oproep tot kandidatuurstelling. § 2. Het eigenlijke selectieproces omvat zowel een schriftelijke als een mondelinge proef. De geschreven proef kan geïnformatiseerd worden.
Op basis van de resultaten van de geschreven proef wordt een rangschikking van de kandidaten opgemaakt. Enkel de kandidaten die minstens 60 % behaalden op de schriftelijke proef worden in de rangschikking opgenomen. § 3. BTC bepaalt, op datum van de oproep tot kandidatuurstelling voor het Juniorprogramma, in functie van de behoeften, het aantal kandidaten van de rangschikking van de schriftelijke proef, die zullen worden toegelaten om deel te nemen aan de mondelinge proef.
Op basis van de geschreven en mondelinge proef worden de kandidaten ingedeeld in twee categorieën : A (positief) en B (negatief). § 4. Na elke selectie zal BTC een lijst van vacante specifieke betrekkingen van Junior assistenten in de partnerlanden voorleggen aan de kandidaten die werden gerangschikt in de categorie A. Deze kandidaten hebben de mogelijkheid te postuleren voor één of meerdere specifieke betrekkingen van Junior assistent naar keuze. BTC zal de kandidaturen analyseren.
De kandidaten wiens profiel overeenkomt met het gevraagde profiel zullen voorgedragen worden aan de verantwoordelijken van het betrokken programma of project of de betrokken representatie of partnerorganisatie.
Als zij één of meerdere kandidaten geschikt bevinden om de functie uit te oefenen, zullen ze de meest geschikte kandidaat selecteren. § 5. Geen enkele functie zal kunnen worden voorgesteld aan de kandidaten in de categorie B.
Art. 5.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 4.§ 1. De personen die geslaagd zijn in de schriftelijke proef maar niet werden weerhouden voor de mondelinge proef of die na de mondelinge proef in categorie B werden gerangschikt, worden vrijgesteld van de schriftelijke proef voor de twee volgende selectieprocedures die georganiseerd worden. § 2. De kandidaten die geslaagd waren in de schriftelijke proef en na de mondelinge proef in categorie A werden gerangschikt, worden opgenomen in een wervingsreserve. Ze blijven hierin opgenomen tot de dag waarop ze de leeftijd van 31 jaar bereiken. »
Art. 6.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 5.De duur van de tewerkstelling in het kader van het Juniorprogramma van de Belgische ontwikkelingssamenwerking zal minimum één jaar bedragen en is beperkt tot maximum twee jaar.
De opleiding die wordt georganiseerd voor het vertrek naar het buitenland wordt niet in aanmerking genomen.
Voorafgaand aan de ondertekening van de arbeidsovereenkomst, zal de geselecteerde kandidaat moeten kunnen bewijzen dat hij voldoet aan de voorwaarden voorzien in artikel 1.
De aangeworven persoon moet voldoen aan het medisch onderzoek bij aanwerving dat bedoeld is om na te gaan of de betrokkene fysiek geschikt is om te werken in de landen genoemd in artikel 9ter, § 1, van de wet van 21 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/1998 pub. 30/12/1998 numac 1998015196 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet tot oprichting van de « Belgische Technische Coöperatie » in de vorm van een vennootschap van publiek recht sluiten tot oprichting van BTC. »
Art. 7.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 6.§ 1. De Junior assistent zal genieten van : 1. een maandelijkse brutovergoeding vastgelegd op 881,44 euro.Dit bedrag is gekoppeld aan spilindex 138,01. Dit bedrag wordt geïndexeerd op hetzelfde moment en op dezelfde manier als de wedden van de federale ambtenaren; 2. een tussenkomst in zijn huisvestingskosten tijdens de duur van de tewerkstelling in het buitenland;3. een betaling van de premies met betrekking tot zijn aansluiting tot de overzeese sociale zekerheid voor wat betreft de verzekeringen in verband met pensioenen, ziekte en gezondheidszorg tijdens de duur van de tewerkstelling in het buitenland;4. ongevallen-, hospitalisatie- en repatriëringsverzekering zoals voor het personeel van BTC in het buitenland tijdens de duur van de tewerkstelling in het buitenland;5. een tussenkomst in de reis- en bagagetransportkosten om zich naar de toegewezen aanstellingsplaats te begeven en ervan weer te keren. § 2. Onder dezelfde voorwaarden die van toepassing zijn voor het personeel van BTC in het buitenland, zal de Junior assistent recht hebben op de toekenning van de extralegale kinderbijslag en de geboortepremie. »
Art. 8.De minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 februari 2013.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ontwikkelingssamenwerking, J.-P. LABILLE