gepubliceerd op 04 maart 2008
Koninklijk besluit tot verlenging van de werkzaamheden van de aanvullende kamers van de hoven van beroep
26 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit tot verlenging van de werkzaamheden van de aanvullende kamers van de hoven van beroep
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 106bis, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 9 juli 1997 en gewijzigd bij de wet van 22 december 1998 en de wet van 3 mei 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 augustus 1998 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de aanvullende kamers van het hof van beroep te Bergen, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 september 1998 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de aanvullende kamers van het hof van beroep te Antwerpen, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 september 1998 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de aanvullende kamers van het hof van beroep te Gent, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 september 1998 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de aanvullende kamers van het hof van beroep te Luik, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 januari 2001 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de aanvullende kamers van het hof van beroep te Brussel, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot verlenging van de werkzaamheden van de aanvullende kamers van de hoven van beroep;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 februari 2002 tot verlenging van de werkzaamheden van de aanvullende kamers van de hoven van beroep Gelet op het koninklijk besluit van 6 februari 2004 tot verlenging van de werkzaamheden van de aanvullende kamers van de hoven van beroep;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 februari 2006 tot verlenging van de werkzaamheden van de aanvullende kamers van de hoven van beroep;
Gelet op de verslagen van de eerste voorzitters van de hoven van beroep;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 februari 2008;
Gelet op de beraadslaging van 14 februari 2008 van de Wetgevende Kamers, besluitend dat, in aanmerking nemende de behoeften van de diensten, zoals toegelicht in de onderscheiden verslagen, een verlenging van de werkzaamheden van de aanvullende kamers van de hoven van beroep zich opdringt;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De werkzaamheden van de aanvullende kamers van de hoven van beroep bepaald in artikel 1 van de koninklijke besluiten van 31 augustus 1998 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de aanvullende kamers van het hof van beroep te Bergen, van 6 september 1998 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de aanvullende kamers van het hof van beroep te Antwerpen, van 6 september 1998 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de aanvullende kamers van het hof van beroep te Gent, van 6 september 1998 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de aanvullende kamers van het hof van beroep te Luik en van 17 januari 2001 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de aanvullende kamers van het hof van beroep te Brussel en verlengd bij de koninklijke besluiten van 8 februari 2001, 7 februari 2002, 6 februari 2004 en 7 februari 2006 wordt verlengd voor twee jaar.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 14 februari 2008.
Art. 3.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 februari 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, J. VANDEURZEN