Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 augustus 2003
gepubliceerd op 24 september 2003

Koninklijk besluit houdende de tenlasteneming en de betaling van de kosten, vergoedingen en de renten inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten overkomen aan personeelsleden van de geïntegreerde politie

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2003000594
pub.
24/09/2003
prom.
26/08/2003
ELI
eli/besluit/2003/08/26/2003000594/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 AUGUSTUS 2003. - Koninklijk besluit houdende de tenlasteneming en de betaling van de kosten, vergoedingen en de renten inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten overkomen aan personeelsleden van de geïntegreerde politie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, aangevuld bij de wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;

Gelet op de wet van 10 april 1971 betreffende de arbeidsongevallen, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990 en 12 augustus 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 februari 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 30 april 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 31 maart 2003;

Gelet op het protocol nr. 106 van 25 juni 2003 van het Onderhandelingscomité voor de politiediensten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op het dringend karakter;

Overwegende dat het huidig besluit maatregelen bevat die betrekking hebben op de tenlasteneming en betaling van de kosten, vergoedingen en renten voor arbeidsongevallen en beroepsziekten overkomen aan de personeelsleden van de geïntegreerde politie sinds 1 april 2001;

Overwegende dat vanaf die datum vele personeelsleden van de geïntegreerde politie het slachtoffer zijn geworden van een arbeidsongeval, zelfs met dodelijke afloop voor enkelen onder hen;

Overwegende dat het van belang is deze personeelsleden of hun rechthebbenden zo spoedig mogelijk te kunnen vergoeden;

Overwegende dat dit besluit is onderworpen geweest aan de voorgeschreven procedures;

Overwegende dat dit besluit derhalve beantwoordt aan de omschrijving van het begrip voorzichtige en lopende zaken voorzien in punt 3 van de nota van de heer Eerste Minister van 10 april 2003 met betrekking tot de voorzichtige en lopende zaken;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « de overheid » : de overheid zoals bepaald in artikel X.III.1, 2°, RPPol; 2° « de medische dienst » : de medische dienst zoals bepaald in artikel I.I.1, 22°, RPPol. HOOFDSTUK II. - Tenlasteneming en betaling van de kosten, de vergoedingen en de renten

Art. 2.De kosten bedoeld in de artikelen X.III.3 en X.III.5 RPPol zijn ten laste van de overheid en worden betaald : - door de medische dienst voor wat betreft de personeelsleden van de federale politie; - door de overheid voor wat betreft de personeelsleden van de lokale politie.

Art. 3.Wanneer de medische dienst belast is met de geneeskundige verzorging of met de terugbetaling van de medische zorgen verstrekt aan een personeelslid van de lokale politie in het raam van een arbeidsongeval of van een beroepsziekte, worden de kosten voor het verstrekken van die medische zorgen of de betaalde sommen voor de verstrekte zorgen, gefactureerd aan één van de overheden bedoeld in artikel X.III.1, 2°, b, 1 en 2, RPPol, al naar gelang van het geval.

Art. 4.De kosten voor prothesen en orthopedische toestellen, bedoeld in artikel X.III.3, 2°, RPPol, worden vergoed binnen de limieten van het tarief van de honoraria en de prijzen zoals dit resulteert uit de toepassing van de nomenclatuur van de gezondheidsprestaties ter uitvoering van de wetgeving houdende de verplichte verzekering voor gezondheidszorgen en vergoedingen.

De kosten bedoeld in het eerste lid, die niet worden hernomen in de nomenclatuur van de gezondheidsprestaties zoals bepaald in het eerste lid, worden terugbetaald ten belope van hun reële kost voorzover deze kost redelijk is in verhouding tot het gebruikelijk tarief voor analoge prestaties, hernomen in de nomenclatuur van de gezondheidszorgen.

Voor wat betreft de personeelsleden van de federale politie is de terugbetaling van de kosten, zoals bepaald in het eerste lid, onderworpen aan het voorafgaandelijk akkoord van de medische dienst.

Voor wat betreft de personeelsleden van de lokale politie is de terugbetaling van de kosten, zoals bepaald in het eerste lid, onderworpen aan het voorafgaandelijk akkoord van de overheid.

Art. 5.De kosten bedoeld in artikel X.III. 3, 3°, RPPol worden terugbetaald ten belope van hun reële kost voor zover deze kost redelijk is.

Voor wat betreft de personeelsleden van de federale politie is de terugbetaling van de kosten, bedoeld in het eerste lid, onderworpen aan het voorafgaandelijk akkoord van de medische dienst.

Voor wat betreft de personeelsleden van de lokale politie is de terugbetaling van de kosten, zoals bedoeld in het eerste lid, onderworpen aan het voorafgaandelijk akkoord van de overheid.

Art. 6.De renten zijn ten laste van : - de Openbare Schatkist en worden betaald door de Administratie der Pensioenen voor wat betreft de personeelsleden van de federale politie; - de overheid en worden betaald door deze overheid voor wat betreft de personeelsleden van de lokale politie.

Art. 7.De vergoeding voor begrafeniskosten wordt toegekend overeenkomstig artikel XI.IV.1 RPPol.

Deze vergoeding wordt betaald door de overheid.

Art. 8.De tussenkomst in de begrafeniskosten wordt toegestaan overeenkomstig de artikelen XI.V.2 tot XI.V.10 RPPol.

Deze tussenkomst wordt betaald door de overheid. HOOFDSTUK III. - Herverzekering

Art. 9.De overheden bedoeld in artikel X.III.1, 2°, b, 1 en 2, RPPol mogen, om de tenlasteneming die hen geheel of gedeeltelijk is opgedragen, te dekken, verzekeringscontracten onderschrijven met een verzekeringsonderneming die toegelaten is tot de ongevallenverzekering of de ongevallenverzekering mag beoefenen in België door middel van een bijkantoor of in vrije dienstverrichting overeenkomstig de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle op de verzekeringingsondernemingen. HOOFDSTUK IV. - Burgerlijke aansprakelijkheid

Art. 10.Voor de toepassing van artikel 14, § 1, 4° van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, worden de federale politie, de politiezones en de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie geacht een en dezelfde rechtspersoon te zijn. Al hun personeelsleden worden geacht daartoe te behoren. HOOFDSTUK V. - Verminderde prestaties

Art. 11.Indien de gerechtelijk geneeskundige dienst hem geschikt acht om zijn ambt weer op te nemen met verminderde prestaties, zowel tijdens de periode van tijdelijk ongeschiktheid als na de consolidatie, mag, ongeacht de reglementaire bepalingen betreffende het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte, de getroffene zonder tijdsbeperking en volgens de verdeling bepaald door de gerechtelijk geneeskundige dienst zijn ambt uitoefenen onder voorbehoud nochtans dat hij ten minste de helft van de normale duur van een ambt met volledige prestaties kan volbrengen. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2001.

Art. 13.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 26 augustus 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^