Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 april 2017
gepubliceerd op 18 mei 2017

Koninklijk besluit tot vaststelling van de proeven waaraan de verschillende wapens onderworpen zijn en tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juni 1924 tot goedkeuring van het nieuw algemeen reglement der te Luik gevestigde wapenproefbank

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2017012105
pub.
18/05/2017
prom.
26/04/2017
ELI
eli/besluit/2017/04/26/2017012105/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 APRIL 2017. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de proeven waaraan de verschillende wapens onderworpen zijn en tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juni 1924 tot goedkeuring van het nieuw algemeen reglement der te Luik gevestigde wapenproefbank


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108 ;

Gelet op de wet van 24 mei 1888 houdende regeling van de toestand der proefbank voor vuurwapens gevestigd te Luik, artikel 9, 1° en 5°, en artikel 11, vervangen bij de wet van 10 augustus 1923 en gewijzigd bij de wet van 21 april 2016;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 juni 1924 tot goedkeuring van het nieuw algemeen reglement der te Luik gevestigde wapenproefbank;

Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, ref. 2014/0361/B, op 23 juli 2014, met toepassing van artikel 8, lid 1, van richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;

Gelet op het advies 60.783/1 van de Raad van State, gegeven op 3 februari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Overeenkomst: de overeenkomst tot wederzijdse erkenning van draagbare vuurwapens goedgekeurd bij de wet van 20 januari 1971 houdende goedkeuring van de overeenkomst tot wederzijdse erkenning van de beproevingsstempels voor draagbare vuurwapens en van het reglement met bijlagen I en II, opgemaakt te Brussel op 1 juli 1969; 2° C.I.P. : Vaste Internationale Commissie ter beproeving van draagbare vuurwapens opgericht bij de Overeenkomst; 3° C.I.P.-bank : proefbank voor vuurwapens erkend door de C.I.P.; 4° Bank : de C.I.P.-bank gevestigd te Luik; 5° wapenhandelaar : elke natuurlijke of rechtspersoon die voldoet aan de artikelen 2, 1°, en 5, van de wet van 8 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/06/2006 pub. 09/06/2006 numac 2006009449 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens sluiten houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens;6° ontplofbare stoffen : de producten ingedeeld in klasse A, 1ste of 3e categorie, van artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 september 1958Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/09/1958 pub. 21/02/2001 numac 2001000085 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen;7° munitie : de producten ingedeeld in klasse B, 2e of 6e categorie, van artikel 2 van voornoemd koninklijk besluit van 23 september 1958Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/09/1958 pub. 21/02/2001 numac 2001000085 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen - Duitse vertaling sluiten;8° handelsmunitie : industrieel vervaardigde munitie in grote hoeveelheden, door lading van hulzen met ontplofbare stoffen en eventueel een kogel, hagels of een projectiel, waarvan het kaliber opgenomen is in het reglement van de Overeenkomst, in elementaire verpakkingen van verschillende eenheden en bestemd voor de verkoop door een wapenhandelaar;9° bijzondere munitie : munitie waarvan het kaliber niet is opgenomen in het reglement van de Overeenkomst en waarvan de inhoud ontplofbare stoffen beantwoordt aan de laadtafels van de fabrikant;10° vuurwapen : draagbaar wapen met loop dat kan geladen worden met minstens een ontplofbare stof in los kruit of vervat in een munitie, die kan aangestoken worden;11° onderdeel onderworpen aan beproeving : origineel onderdeel of identiek vervangstuk, ontworpen voor een vuurwapen, essentieel voor de werking ervan, onderworpen aan sterke mechanische belastingen bij het schieten en opgenomen in het reglement van de Overeenkomst of, bij gebrek, in bijlage 1 bij dit besluit;12° wapens : de vuurwapens, onderdelen onderworpen aan de beproeving alsook munitie;13° conventionele wapens : vuurwapens en onderdelen onderworpen aan de beproeving die geïnventariseerd zijn in het reglement van de Overeenkomst alsook handelsmunitie;14° niet-conventionele wapens : de vuurwapens en de eraan aangepaste onderdelen onderworpen aan de beproeving, opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit, vervaardigd per eenheid of in beperkt aantal, en die niet zijn opgenomen in het reglement van de Overeenkomst;15° minister : minister bevoegd voor Economie.

Art. 2.Conventionele wapens worden onderworpen aan een voorafgaande proef of inspectie naar gelang het geval, uitgevoerd op de Bank volgens de voorschriften van het reglement van de Overeenkomst.

De vuurwapens en onderdelen onderworpen aan de proef die geslaagd zijn voor de proef overeenkomstig het eerste lid worden gemarkeerd met de volgende geschikte stempels : 1° de stempels voorgeschreven door het reglement van de Overeenkomst volgens het type proef;2° de identificatiestempel van de Bank vermeld in bijlage 2 bij dit besluit;3° de stempel betreffende de jaarletter vermeld in bijlage 3 bij dit besluit of van het volledige jaar in vier cijfers. Het geweigerde vuurwapen of onderdeel dat aan de proef werd onderworpen wordt enkel gemarkeerd met de identificatiestempel van de Bank vermeld in bijlage 2 bij dit besluit.

De elementaire verpakkingen van de handelsmunitie die voor de inspectie geslaagd zijn, dragen de afdruk van de stempel bepaald door het reglement van de Overeenkomst.

Art. 3.Worden erkend de proeven, de inspecties en de stempels uitgevoerd op conventionele wapens volgens de voorschriften van het reglement van de Overeenkomst door een C.I.P.-bank.

Worden vrijgesteld van de voorafgaande proef bij de Bank volgens artikel 2, eerste en tweede lid, de conventionele wapens die, volgens het geval, beproefd of geïnspecteerd werden en met de gepaste stempels gemarkeerd werden volgens de bepaling van het eerste lid.

Art. 4.De niet-conventionele wapens met hun bijzondere munitie worden aan een voorafgaande proef bij de Bank onderworpen volgens één van de specifieke procedures beschreven in bijlage 4 bij dit besluit.

Het vuurwapen en de voornoemde onderdelen onderworpen aan de proef en die hierin geslaagd zijn, worden met de volgende gepaste stempels gemarkeerd : 1° het kaliber op elke loop indien het ontbreekt;2° de identificatiestempel van de Bank vermeld in bijlage 2 bij dit besluit;3° de stempel betreffende de jaarletter vermeld in bijlage 3 bij dit besluit of van het volledige jaar in vier cijfers;4° de stempel betreffende het type proef opgenomen in bijlage 5 bij dit besluit. De beproeving van een niet-conventioneel wapen, met zijn bijzondere munitie, kan geweigerd worden als hun specificiteiten deze onmogelijk maken.

Het vuurwapen of het onderdeel dat in de beproeving niet geslaagd is of waarvan deze geweigerd werd, wordt enkel gemarkeerd met de identificatiestempel van de Bank vermeld in bijlage 2 bij dit besluit.

Art. 5.Elk vuurwapen, al dan niet conventioneel, niet beproefd of zonder stempels volgens artikel 2, 3 of 4 of waarop na de voorafgaande proef een wijziging aangebracht werd bij minstens één onderdeel onderworpen aan de proef opgenomen in het reglement van de Overeenkomst of, bij gebrek, in bijlage 1 bij dit besluit, wordt aan de Bank aangeboden voor een beproeving. De Bank mag de uitvoering van de beproeving weigeren als de aangebrachte aanpassingen deze niet toelaten. De weigering wordt gemotiveerd. De Bank mag de initiële stempels wijzigen.

De voorlegging aan de Bank wordt niet vereist wanneer een onderdeel van het vuurwapen onderworpen aan de proef enkel vervangen werd door een identiek onderdeel dat beproefd werd volgens de bepalingen van artikel 2, artikel 3 of artikel 4.

Art. 6.De ingevoerde wapens in de zin van artikel 1, 12°, die niet beantwoorden aan artikel 3 of onderworpen zijn aan artikel 4 worden aan de Bank bezorgd binnen de 2 weken na hun intrede op het grondgebied.

De invoerder verwittigt de Bank binnen de drie dagen na hun intrede op het grondgebied. De Bank bevestigt de ontvangst van dit bericht.

Art. 7.De manometrische kanonnen en afsluitingsmiddelen ervan worden aan één enkele proef onderworpen.

De beproevingsdruk moet minstens 30 % hoger liggen dan die ontwikkeld door de grootste slagkracht van de patroon uit de handel met hetzelfde kaliber.

Na beproeving worden ze gemarkeerd met de goedkeuringsstempel opgenomen in bijlage 6 bij dit besluit.

Art. 8.De Bank laat minstens twee fysieke en digitale modellen maken van de identificatiestempel van de Bank vermeld in bijlage 2 bij dit besluit en van de specifieke stempels voor de proef opgenomen in de bijlagen 5 en 6 bij dit besluit.

Ze neemt de nodige maatregelen om de modellen te beschermen tegen diefstal en schending van hun integriteit.

Art. 9.De volgende bepalingen van het koninklijk besluit van 30 juni 1924 tot goedkeuring van het nieuw algemeen reglement der te Luik gevestigde wapenproefbank worden opgeheven : 1° de titel V, die de artikelen 20 tot 42 bevat, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 februari 1968 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 oktober 1977 en 14 september 1992;2° de titel VI, die de artikelen 43 en 44 bevat, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 februari 1968;3° de titel VII, die het artikel 45 bevat, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 februari 1976;4° de titel VIII, die de artikelen 46 tot 49 bevat, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 februari 1968;5° de bijlage, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 februari 1968.

Art. 10.De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 april 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, K. PEETERS

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^