26 APRIL 2009. - Koninklijk besluit houdende de toekenning van presentiegelden, toelagen, alsmede de terugbetaling van de reis- en verblijfkosten aan de leden van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid en aan de deskundigen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 december 1995 houdende maatregelen tot uitvoering van het meerjarenplan voor werkgelegenheid, artikel 42;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 april 1998 houdende de toekenning van presentiegelden, alsmede de terugbetaling van de reis- en verblijfkosten aan de leden van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid en aan de deskundigen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 januari 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 16 maart 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 11 april 2007;

Gelet op het Onderhandelingsprotocol nr. 604 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten, gesloten op 21 september 2007;

Gelet op het advies nr. 45.860 van de Raad van State, gegeven op 12 februari 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Werk, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor zover zij niet behoren tot een federale overheidsdienst of tot een federale instelling van openbare nut, genieten de leden van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid, alsmede de deskundigen een presentiegeld van 45 euro per zittingsdag.

De leden van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid, alsmede de deskundigen die behoren tot een federale overheidsdienst of tot een federale instelling van openbare nut genieten een bijzondere toelage van 45 euro per zittingsdag.

Art. 2.De leden van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid alsmede de experten genieten : - de terugbetaling van de reiskosten onder de voorwaarden bepaald bij het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten; - de terugbetaling van de verblijfkosten, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten.

Voor de toepassing van dit artikel, worden de leden van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid alsmede de deskundigen die niet tot een federale overheidsdienst of tot een instelling van openbare nut behoren, gelijkgesteld met de ambtenaren van klasse A3.

Art. 3.Het koninklijk besluit van 28 april 1998 houdende de toekenning van presentiegelden, alsmede de terugbetaling van de reis- en verblijfkosten aan de leden van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid en aan de deskundigen wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 28 september 2006.

Art. 5.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 april 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 22 december 1995 Belgisch Staatsblad van 30 december 1995.

Koninklijk besluit van 28 april 1998, Belgisch Staatsblad van 28 mei 1998.