gepubliceerd op 07 mei 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 mei 1982 houdende reglementering van het in de handel brengen van stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens of voor zijn leefmilieu
26 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 mei 1982 houdende reglementering van het in de handel brengen van stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens of voor zijn leefmilieu
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, inzonderheid op artikel 7, § 2, 3°;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 mei 1982 houdende reglementering van het in de handel brengen van stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens of voor zijn leefmilieu, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 februari 1985, 14 september 1989, 19 juli 1994, 13 november 1997, 14 december 1998, 25 november 1999, 4 februari 2000, 28 september 2000, 11 juli 2001, 14 september 2001 en van 17 juli 2002, inzonderheid op artikel 5, § 1;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 10 februari 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 20 februari 2003;
Gelet op de beraadslaging van de Ministerraad;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de omstandigheid dat de bepalingen van artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit van 24 mei 1982 onverwijld moeten worden aangepast, overeenkomstig de nieuwe benamingen van de bevoegde Ministeries en Wetenschappelijke instellingen als gevolg van de herstructurering van ambtenarenzaken, en op grond van de wijzigingen die resulteren uit de gewestvorming, en dit om een dringende aanpassing van het ministerieel besluit van 2 juli 1982 tot aanstelling van de leden van de Commissie gevaarlijke producten mogelijk te maken en om nadelige gevolgen voor de chemische nijverheid inzake productvernieuwing te vermijden;
Gelet op het advies 35032/3 van de Raad van State, gegeven op 11 maart 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid van Werkgelegenheid, van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Economie en van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en van het advies van Onze in de Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het eerste en het tweede lid van § 1 van artikel 5 van het koninklijk besluit van 24 mei 1982 worden vervangen door volgende bepalingen : «
Art. 5.§ 1. Bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu wordt een Commissie gevaarlijke producten opgericht, hierna de « Commissie » genoemd, samengesteld uit gewone leden : 1° twee technische ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;2° twee leden van het wetenschappelijk personeel van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Louis Pasteur van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;3° drie technische ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;4° een lid van het wetenschappelijk personeel van de Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;5° twee technische ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie;6° twee ambtenaren van de Civiele Bescherming van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. De leden van de Commissie worden benoemd door de Minister. Voor de leden bedoeld onder 3°, 5° en 6° van artikel 5, § 1, gebeurt de benoeming op de voordracht van de betrokken Ministers. »
Art. 2.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Portofino, 26 april 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Economie, Ch. PICQUE De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, J. TAVERNIER