Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 november 2002
gepubliceerd op 14 december 2002

Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een beschikbaarheidshonorarium betaalt aan de artsen die deelnemen aan georganiseerde wachtdiensten

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002023003
pub.
14/12/2002
prom.
25/11/2002
ELI
eli/besluit/2002/11/25/2002023003/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 NOVEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een beschikbaarheidshonorarium betaalt aan de artsen die deelnemen aan georganiseerde wachtdiensten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 36quinquies, ingevoegd bij de wet van 22 augustus 2002;

Gelet op het voorstel van de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen, gedaan op 1 juli 2002;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole van 11 september 2002;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 22 juli 2002;

Gelet op het advies van de Algemene raad, gegeven op 22 juli 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 september 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 14 oktober 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat voor een goed beheer van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, het noodzakelijk is de wachtdiensten van de huisartsen te ontwikkelen en te bevorderen en een correcte vergoeding ervan te waarborgen om de beschikbare middelen op een efficiënte wijze te gebruiken; dat de snelle invoering van een beschikbaarheidshonorarium voor dokters van wacht noodzakelijk is om deze doelstelling te realiseren; zodat onderhavig besluit dat de voorwaarden en de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een beschikbaarheidshonorarium betaalt aan de artsen die deelnemen aan georganiseerde wachtdiensten vaststelt, zo vlug mogelijk genomen en bekendgemaakt wordt;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit bepaalt de voorwaarden en de modaliteiten waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen een beschikbaarheidshonorarium betaalt aan de artsen die deelnemen aan georganiseerde wachtdiensten.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit worden de georganiseerde wachtdiensten voor huisartsgeneeskunde op zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen in aanmerking genomen, in tijdsblokken van 24 of 12 uur.

Art. 3.§ 1. Enkel de erkende huisartsen die deelnemen aan de wachtdiensten die overeenkomstig artikel 9, § 1 van het koninklijk besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen worden meegedeeld aan de bevoegde geneeskundige commissie komen in aanmerking voor het beschikbaarheidshonorarium. § 2. De erkende huisartsen die deelnemen aan een wachtdienst zoals bedoeld in de eerste paragraaf duiden onder elkaar een verantwoordelijke aan voor de toepassing van dit besluit. Deze aanduiding gebeurt schriftelijk en wordt ondertekend door alle erkende huisartsen die aan de wachtdienst deelnemen. Het document met de aanduiding wordt door de verantwoordelijke bewaard gedurende drie jaar na het einde van het trimester waarvoor hij als verantwoordelijke optreedt. § 3. Vanaf een door Ons te bepalen datum nadat de Minister die de Volksgezondheid in zijn bevoegdheid heeft is overgegaan tot de erkenning van de huisartsenkringen overeenkomstig artikel 9, § 1, van het koninklijk besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, wordt de toepassing van § 2 waargenomen door de raad van bestuur van de vereniging zonder winstgevend doel van de huisartsenkring.

Art. 4.Na het einde van elk trimester en ten laatste op de laatste dag van het volgende trimester maakt de verantwoordelijke voor elk erkend huisarts de volgende gegevens over aan de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering : 1° het RIZIV-identificatienummer, de naam, de voornaam en het post- of bankrekeningnummer;2° de data waarop de huisarts heeft deelgenomen aan de georganiseerde wachtdienst over een periode van 24 of 12 uur. De informatie wordt aan voornoemde dienst overgemaakt via de website van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (www.riziv.fgov.be). Vanaf de datum bepaald door de Minister die de Sociale Zaken onder zijn bevoegdheid heeft kan de informatie eveneens worden overgemaakt via http://www.sociale-zekerheid.be

Art. 5.Het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering betaalt de beschikbaarheidshonoraria aan de huisarts overeenkomstig de gegevens meegedeeld in toepassing van artikel 4.

Art. 6.Het beschikbaarheidshonorarium bedraagt vanaf het jaar 2002 125 euro per 24 uur of 62,5 euro per 12 uur.

Art. 7.De informatie bedoeld in artikel 4 kan door de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering worden overgemaakt : - aan het Bestuur van de gezondheidszorg van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu; - aan de bevoegde geneeskundige commissie zoals bedoeld in artikel 3, § 1, van onderhavig besluit, via het Bestuur van de gezondheidszorg van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu; - aan de verzekeringsinstellingen; - aan de Dienst voor geneeskundige controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2002.

Art. 9.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 november 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^