25 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van het Paleis voor Schone Kunsten

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli 1993;

Gelet op de wet van 12 augustus 1981 houdende oprichting van een publiekrechtelijke rechtspersoon genaamd "Paleis voor Schone Kunsten";

Gelet op het koninklijk besluit van 15 mei 1984 betreffende de organisatie en werking van het Paleis voor Schone Kunsten;

Gelet op het advies van de Raad van Beheer van het Paleis voor Schone Kunsten, gegeven op 30 juni 1998;

Gelet op het advies van de afgevaardigde van de Minister van Financiën, gegeven op 8 juli 1998 en 25 maart 1999;

Gelet op het met redenen omkleed en gedateerd advies van het Basisoverlegcomité op 1 juli 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 16 juni 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen, gegeven op 8 oktober 1999;

Op de voordracht van Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De personeelsformatie van het Paleis voor Schone Kunsten wordt als volgt vastgesteld : Administratief personeel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.§ 1. In de hierna vermelde betrekkingen van artikel 1, mag slechts worden voorzien wanneer de arbeidsposten van contractuelen waarvoor ze in de plaats komen afgeschaft worden door het vertrek van de leden van het contractueel personeel die ze bekleden : Administratief personeel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De afgevaardigde van de Minister van Financiën moet voor de bezetting van de betrekkingen vaststellen dat de voorwaarde vermeld in § 1 vervuld is.

Art. 3.Het koninklijk besluit van 6 maart 1989 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Paleis voor Schone Kunsten wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 5.Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 november 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, R. DEMOTTE