25 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren van het Paleis voor Schone Kunsten titularis kunnen zijn

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 12 augustus 1981 houdende oprichting van een publiekrechtelijke rechtspersoon genaamd « Paleis voor Schone Kunsten », inzonderheid op artikel 13;

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 37°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 september 1994 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995 en 39°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995 en op artikel 36, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 maart 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 maart 1989 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het Paleis voor Schone Kunsten;

Gelet op het advies van de Raad van Beheer van het Paleis voor Schone Kunsten, gegeven op 30 juni 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 29 april 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 29 april 1999;

Gelet op het protocol nr. 90/3 van 28 mei 1999 van sectorcomité I;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989;

Overwegende dat de aanpassing van de administratieve loopbaan van de ambtenaren, die titularis zijn van bijzondere graden, op dezelfde wijze dient te geschieden als die van de ambtenaren, die titularis zijn van gemene graden;

Op de voordracht van Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bijzondere graden waarvan de ambtenaren bij het Paleis voor Schone Kunsten met ingang van 1 januari 1998 titularis kunnen zijn, worden over de onderscheiden niveaus, afdelingen en rangen verdeeld overeenkomstig de als bijlage I bij dit besluit gevoegde tabel.

Art. 2.Het koninklijk besluit van 6 maart 1989 betreffende de hiërarchische indeling van de graden die de personeelsleden van het Paleis voor Schone Kunsten kunnen dragen wordt opgeheven.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op dezelfde datum als het koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van het Paleis voor Schone Kunsten.

Art. 4.Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 november 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, R. DEMOTTE

Bijlage I Hiërarchie der bijzondere graden Alfabetische rangschikkingvan de nederlandstalige benamingen Afdeling A. - Administratief personeel

Niveau 1 Rang 16 : directeur-generaal (leidend ambtenaar) Rang 15 : adjunct-directeur-generaal (adjunct-leidend ambtenaar) Niveau 2+ Rang 28 : hoofdproctiesecretaris Rang 26 : productiesecretaris Afdeling B. - Technisch personeel

Niveau 2+ Rang 28 : hoofdproductietechnicus Rang 26 : productietechnicus Niveau 3 Rang 32 : hoofdregietechnicus Rang 30 : regietechnicus Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 november 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Wetenschappelijke onderzoek, R. DEMOTTE