Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 november 1999
gepubliceerd op 24 december 1999

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, betreffende het tewerkstellingsakkoord

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012821
pub.
24/12/1999
prom.
25/11/1999
ELI
eli/besluit/1999/11/25/1999012821/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, betreffende het tewerkstellingsakkoord (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, betreffende het tewerkstellingsakkoord.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 november 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.

Bijlage Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 april 1999 Tewerkstellingsakkoord (Overeenkomst geregistreerd op 9 juli 1999 onder het nummer 51484/COF/132) Gelet op het interprofessioneel akkoord van 8 december 1998, dat in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen aan de sectorale onderhandelaars in de paritaire comités vraagt om voor de periode 1999-2000 een tewerkstellingsakkoord te sluiten, hebben de in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken vertegenwoordigde organisaties van werkgevers en werknemers deze collectieve arbeidsovereenkomst gesloten.

Artikel 1.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken en op de door hen tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 8 december 1998 en ter uitvoering van het hoofdstuk IV van titel III van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

Art. 3.Dit tewerkstellingsakkoord heeft tot doel om voor de sector tewerkstellingsbevorderende maatregelen te voorzien die kunnen aanleiding geven tot de indienstneming van bijkomende werknemers.

De sectorale onderhandelaars in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken stellen vast dat het aantal in de sector tewerkgestelde voltijdse of deeltijdse werknemers de laatste jaren gestabiliseerd is. Het is de vaste wil van de ondertekende partijen om de op dit ogenblik in de sector bestaande werkgelegenheid in elk geval te behouden en, zo mogelijk, nog uit te breiden. Deze collectieve arbeidsovereenkomst moet in dit perspectief gelezen worden.

Art. 4.De ondertekende partijen stellen vast dat zij in het verleden collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten hebben die mogelijkerwijze een positief effect kunnen hebben op de globale werkgelegenheid in de sector. Zij willen deze collectieve arbeidsovereenkomsten verlengen en op bepaalde punten aanpassen zodat het tewerkstellingsbevorderend effect van deze overeenkomsten nog kan versterkt worden : - er is een regeling uitgewerkt waarbij met ingang van 1 januari 1999, de sectoraal voorziene wekelijkse arbeidsduur verminderd wordt van 40 uren per week tot 39 uren per week en dit via de techniek van onbetaalde compensatiedagen, met een perequatie van de lonen met 2,56 pct.; - er is voor de jaren 1997 en 1998 een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten in toepassing waarvan de werknemers tijdens de werkuren een opleiding kunnen volgen die betrekking heeft op de verbetering van hun socio-economische vorming en op de vorming inzake de gezondheid en de veiligheid op het werk.

De ondertekenende partijen hebben beslist om met ingang van 1 januari 1999 deze vormingsinspanningen te verhogen en de middelen die in dit verband worden aangewend te verhogen. De bijdrage wordt gebracht van 0,10 pct. op 0,30 pct.

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd op de griffie van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.

Art. 6.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe een werkgroep op te richten die de thematiek van de tewerkstelling in de sector zal bespreken.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2001.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 november 1999.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^