Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 januari 2024
gepubliceerd op 16 februari 2024

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt

bron
federale overheidsdienst beleid en ondersteuning
numac
2024000904
pub.
16/02/2024
prom.
25/01/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 JANUARI 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt


Verslag aan de Koning Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen heeft tot doel maatregelen in te voeren die de loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt aantrekkelijker maken en de openbare werkgever concurrentiëler maken op de arbeidsmarkt.

De voorgestelde maatregelen zijn : 1. De toegang tot een taaltoelage voor een gebarentaal;2. Het opnemen van de concepten "duurzaam reizen" en "gedeelde mobiliteit" in de verplaatsingen die verband houden met dienstopdrachten;3. het vaststellen van het referentiebedrag voor de aanvullende compenserende vergoeding voor bepaalde reizende functies. De in het koninklijk besluit bedoelde maatregelen hebben als toepassingsgebied ratione personae de personeelsleden van de federale diensten bedoeld in de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken. 1. Taaltoelage - gebarentaal De artikelen 2 tot 6 stellen voor om drie afzonderlijke afdelingen in te voegen in Titel II, Hoofdstuk IV - Taaltoelage. De eerste afdeling behandelt een algemene bepaling (art. 56) die geen specifiek commentaar behoeft.

De taalwetgeving die van toepassing is in de overheidsdiensten (wet op het gebruik van de talen van 18 juli 1966) beperkt zich tot het regelen van het gebruik van de administratieve talen van de overheidsdiensten in hun interne dienst, in de betrekkingen met andere diensten, in mededelingen of aankondigingen bestemd voor het publiek en in akten, certificaten en machtigingen (Afdeling 2: Taaltoelage - administratieve talen).

Sinds de voornoemde wet is aangenomen is de context waarin de federale diensten moeten werken aanzienlijk geëvolueerd.

Om inclusief werken en de dienstverlening van de federale overheid naar doven en slechthorenden toe te bevorderen, wordt na artikel 62 één Afdeling 3 :Taaltoelage - gebarentaal, toegevoegd.

Deze bepaalt onder welke voorwaarden de toekenning van taaltoelagen kan gebeuren voor kennis van gebarentaal.

Indien het personeelslid in het bezit is van onderscheiden certificaten die de kennis attesteren van gebarentaal die respectievelijk overeenkomt met een van de nationale talen (Frans, Nederlands of Duits), geniet hij van de taaltoelagen - gebarentaal, mits ook aan de andere voorwaarden voor toekenning is voldaan.

De kosten van de gebarentaalopleiding voor een personeelslid (art 62bis) worden betaald door de federale dienst. 2. Duurzaam reizen en gedeelde mobiliteit Artikel 7 van het koninklijk besluit legt er de nadruk op dat het voor de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde verplicht is om zich te vergewissen van het daadwerkelijke belang van de dienstopdracht en tevens om ervoor te zorgen dat er gekozen wordt voor een financiële tussenkomst in de verplaatsingskosten die verband houden met het meest verantwoorde vervoermiddel, rekening houdend met de referentiecriteria "kosten", "duurzaamheid" en "snelheid". Volgens een gelijkaardige logica als die die gevolgd wordt in het kader van de instapheffing voor korteafstandsvluchten is luchtvervoer uitgesloten voor elke verplaatsing van minder dan 500 kilometer, behoudens uitzonderingen die naar behoren gemotiveerd zijn. Als uitzonderingen kunnen worden genoemd: - het onevenredige verlies van tijd of middelen waartoe het gebruik van het meest verantwoorde vervoermiddel zou leiden; - het bestaan van specifieke omstandigheden (zoals oorlog of zware overstromingen) die gebeurtenissen zouden zijn waardoor de verplaatsing met het meest verantwoorde vervoermiddel een aanzienlijk risico zou kunnen lopen.

Zonder afbreuk te doen aan het voorgaande behoudt de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde, wanneer contacten met de internationale diensten of de nationale of internationale veiligheid de essentie vormen van de taken die binnen een dienst van een federale dienst verricht worden, de mogelijkheid om, bij het geven van de toestemming om de opdracht uit te voeren, af te wijken van het verbod om luchtvervoer te gebruiken voor een verplaatsing die korter is dan de voormelde minimumafstand.

Met betrekking tot de referentiecriteria die moeten worden gebruikt om het meest verantwoorde vervoermiddel te kiezen moeten de volgende elementen worden benadrukt. - Het kostencriterium verwijst alleen naar de werkelijke kosten die rechtstreeks gefactureerd worden bij het gebruik van het vervoermiddel. - Het duurzaamheidscriterium houdt rekening met de externe kosten voor elk type verplaatsing. - Het snelheidscriterium wordt beoordeeld via een evaluatie van het verlies van arbeidstijd dat veroorzaakt wordt door het gebruik van een specifiek vervoermiddel. - Het tijdverlies dat in aanmerking moet worden genomen beperkt zich tot de niet effectief gepresteerde diensturen die besteed zijn aan vervoer met het oog op de uitvoering van de dienstopdracht. Daar wordt de tijd aan bijgevoegd voor de noodzakelijke ritten naar de luchthaven/het station vanwaar de verplaatsing met het betrokken vervoermiddel wordt gemaakt.

Artikel 8 van het koninklijk besluit bepaalt dat wanneer het personeelslid voor gedeelde mobiliteit kiest om zich in het kader van een dienstopdracht te verplaatsen, hij de werkelijk gemaakte kosten terugbetaald krijgt.

Onder deelmobiliteit moet worden begrepen mobiliteitsoplossingen die op basis van een abonnement of tegen betaling per gebruik kunnen worden gebruikt. Het betreft oplossingen zoals deelfietsen en deelwagens. Elektrische deelsteps worden uitgesloten.

In dit kader, kunnen de totale abonnementskosten gekoppeld aan het gebruik van het vervoermiddel voor gedeelde mobiliteit kunnen worden terugbetaald als dit abonnement wordt besteden voor de dienstopdrachten.

De terugbetaling gebeurt volgens de praktische modaliteiten die zijn bepaald door de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde.

Het respecteren van de aanbevelingen in verband met verkeersveiligheid is van toepassing op het personeelslid dat kiest voor gedeelde mobiliteit om zich in het kader van een dienstopdracht te verplaatsen.

Artikel 9 van het koninklijk besluit bepaalt dat enkel als het personeelslid geen gebruik kan maken van het openbaar vervoer, zijn eigen voertuig, zijn fiets of een middel voor gedeelde mobiliteit hij aanspraak kan maken op de terugbetaling van de werkelijke kosten voor het gebruik van elk ander vervoermiddel waarvan het gebruik wordt gerechtvaardigd door de aard en de urgentie van de opdracht.

Tot slot bevordert de federale dienst, met het oog op duurzaamheid, zoveel mogelijk het groeperen van verplaatsingen bij gebruik van de auto om het aantal aldus afgelegde kilometers te verminderen. 3. Aanvullende compenserende vergoeding voor bepaalde reizende functies Tot slot verduidelijkt artikel 10 van het koninklijk besluit het bedrag dat als referentie dient om het totale bedrag vast te stellen van de compenserende vergoeding die toegevoegd wordt aan de maandelijkse forfaitaire verblijfsvergoeding, een vergoeding waarop het personeelslid dat regelmatige prestaties verricht buiten de administratieve standplaats en van wie de woonplaats is vastgesteld als administratieve standplaats aanspraak kan maken, dit alles op basis van een beslissing van de leidend ambtenaar. Naast de verwijzing naar de betaling van kosten voor internettoegang en telefoongebruik houdt het uitoefenen van zijn functie in de eigen woonplaats eveneens in dat men de kosten voor nutsvoorzieningen zoals water, elektriciteit en verwarming, het klein computermateriaal enz. betaalt Bijgevolg kan de leidend ambtenaar beslissen om in toepassing van artikel 87 van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten een aanvullende compenserende vergoeding toe te kennen waarvan het totale bedrag overeenkomt met de som van eenmaal het forfaitaire basisbedrag (tussenkomst voor de verbindings- en communicatiekosten) en tweemaal het forfaitaire bedrag voor tussenkomst in de kantoorkosten zoals bedoeld in artikel 96, derde lid.

Tenslotte, voert artikel 11 een overgangsmaatregel in voor het personeelslid dat een reizende functie uitoefent en die op het ogenblik van de inwerkingtreding van het koninklijk besluit geniet van een gunstiger regeling inzake kantoorkosten. Dit voordeel is niet onverenigbaar met een beslissing van de leidend ambtenaar om, krachtens artikel 87 van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de vergoedingen en tegemoetkomingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, de kosten voor internettoegang en kosten verbonden aan het gebruik van de telefoon te dekken.

Er werd rekening gehouden met alle opmerkingen van de Raad van State.

De betrokken artikelen, de aanhef alsook het verslag aan de Koning werden aangepast.

Er werd geen rekening gehouden met de opmerking met betrekking tot artikel 7 van dit besluit De toepassing van de bepalingen van dit besluit vallen volledig onder de verantwoordelijkheid van de leidend ambtenaren.

De voorstelde formulering van artikel 74ter en meer bepaald de formulering van het derde lid, heeft inderdaad niet de bedoeling de toekenning van een regelgevende bevoegdheid aan de leidend ambtenaar toe te kennen. Onverminderd de in Titel I, Hoofdstuk II bedoelde algemene principes, gaat het erom de praktische regelingen voor de terugbetaling van de kosten van gedeeld mobiliteitsvervoer door de leidend ambtenaar te laten vaststellen.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Ambtenarenzaken, P. DE SUTTER

Raad van State afdeling Wetgeving Advies 74.674/4 van 29 november 2023 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt' Op 16 oktober 2023 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-eersteminister en Minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post verzocht binnen een termijn van dertig dagen verlengd met vijftien dagen * een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt'.

Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 29 november 2023 .

De kamer was samengesteld uit Bernard Blero, kamervoorzitter, Géraldine Rosoux en Dimitri Yernault, staatsraden, Christian Behrendt en Jacques Englebert, assessoren, en Anne-Catherine Van Geersdaele, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Ambre Vassart, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Bernard Blero .

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 29 november 2023 .

Bij e-mail van 18 oktober 2023.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

ONDERZOEK VAN HET ONTWERP AANHEF 1. Het advies van de inspecteur van Financiën is gegeven op 9 juni 2023.Het vierde lid moet in die zin worden herzien. 2. De gemachtigde van de minister is het ermee eens dat het tweede lid dient te vervallen. DISPOSITIEF Artikel 3 Uit de beoogde wijziging volgt dat artikel 56 van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten `tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt', buiten de onderverdeling van titel II, hoofdstuk IV, in afdelingen valt. Het ontwerp dient derhalve aangevuld te worden met een bepaling waarbij in dat hoofdstuk een afdeling 1 ingevoegd wordt met als opschrift "Algemene bepaling" waarin dat artikel 56 opgenomen dient te worden. De ontworpen afdelingen 1 en 2 worden de afdelingen 2 en 3.

Artikel 4 In het ontworpen artikel 59, tweede lid, dient de verwijzing naar artikel 62/1 vervangen te worden door een verwijzing naar artikel 62bis.

Artikel 5 In het ontworpen artikel 62ter, tweede lid, dienen de woorden "van de bijlage" ingevoegd te worden tussen de woorden "van de tabel" en "dat overeenkomt met".

Artikel 6 Artikel 70 van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten bestaat uit slechts één lid. De inleidende zin dient bijgevolg gesteld te worden als volgt: "Artikel 70 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:".

Artikel 7 In het ontworpen artikel 74ter, derde lid, wordt het aan de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde overgelaten om de modaliteiten vast te stellen voor de terugbetaling van de werkelijke kosten vermeld in het ontworpen eerste lid.

In principe kan niet aanvaard worden dat regelgevende bevoegdheid toegekend wordt aan een ambtenaar die geen politieke verantwoordelijkheid draagt ten aanzien van een democratisch verkozen vergadering, omdat aldus afbreuk gedaan wordt aan het beginsel van de eenheid van de verordenende macht. Een dergelijke delegatie kan alleen aanvaard worden wanneer het gaat om maatregelen met een beperkte en technische draagwijdte of wanneer de maatregelen betrekking hebben op de organisatie van de dienst. Het staat niet vast dat de machtiging waarvan sprake is in de ontworpen bepaling beschouwd kan worden als een dergelijke maatregel.

Tenzij dat laatste bewezen kan worden of uitgelegd kan worden waarom de modaliteiten waarvan sprake is in de bepaling dermate technisch zijn dat ze door een ambtenaar vastgesteld dienen te worden en vaststaat dat die modaliteiten alleen betrekking hebben op maatregelen van bijkomstige of detailmatige aard en geen enkele beleidskeuze inhouden, verdient het dan ook aanbeveling dat bij die bepaling een machtiging aan de minister wordt verleend.

De griffier, De voorzitter, Anne-Catherine VAN GEERSDAELE Bernard BLERO

25 JANUARI 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juni 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 17 juli 2023;

Gelet op het advies van het College van de Openbare Instellingen van Sociale Zekerheid, gegeven op 30 juni 2023;

Gelet op het protocol nr. 825 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten op 12 oktober 2023;

Gelet op het advies nr. 74.674/4 van de Raad van State, gegeven op 29 november 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het bepalingen van autoregulering betreft;

Op voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt wordt een punt 27 ingevoegd, luidende: "27° Directoraat-generaal: het directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning".

Art. 2.In titel II, Hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt tussen het vermeld hoofdstuk "Hoofdstuk IV- Taaltoelage" en het artikel 56 de volgende afdeling ingevoegd : "Afdeling 1. - Algemene bepaling"

Art. 3.In artikel 56 van hetzelfde besluit worden de punten 3° en 4° toegevoegd, luidende: "3° administratieve talen: de Nederlandse, de Franse of de Duitse taal die wordt erkend in bestuurszaken door de gecoördineerde wetten; 4° gebarentaal: visuele gebarentaal eigen aan de dovengemeenschap die overeenstemt met een van de landstalen, respectievelijk Frans, Nederlands of Duits.".

Art. 4.Tussen artikel 56 en artikel 57 van hetzelfde besluit wordt een afdeling ingevoegd, luidende: "Afdeling 2: Taaltoelage - administratieve talen"

Art. 5.In artikel 59 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt: "Onverminderd het eerste lid, als het personeelslid aan de voorwaarden voldoet voor de toekenning van meerdere toelagen voor de kennis van drie talen bedoeld respectievelijk in artikel 57 en in voorkomend geval in artikel 62bis krijgt hij de overeenkomstige toelagen."

Art. 6.Na artikel 62 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 september 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/09/2021 pub. 04/11/2021 numac 2021032720 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het Rijkspersoneel sluiten, worden de volgende wijzigingen ingevoegd: "Afdeling 3: taaltoelage - gebarentaal Art 62bis.

Er wordt een taaltoelage voor gebarentaal toegekend aan het personeelslid dat voldoet aan de volgende cumulatieve toekenningsvoorwaarden: 1° het bewijs geleverd hebben dat men in het bezit is van een certificaat van kennis van gebarentaal uitgereikt door een instelling voor taalonderwijs erkend door een van de Gemeenschappen;2° deze aanvragen. De directeur-generaal van het directoraat-generaal valideert de conformiteit van het in punt 1° bedoelde taalcertificaat met inachtneming van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen.

Art 62ter.

Het bedrag van de taaltoelage varieert naargelang van het vereiste taalvaardigheidsniveau van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen.

Het personeelslid ontvangt het bedrag van de taaltoelage - gebarentaal vermeld in kolom 2 van de onderstaande tabel dat overeenkomt met het taalvaardigheidsniveau van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen vermeld in kolom 1 van de betreffende tabel.

Niveau de compétence linguistique: Taalvaardigheidsniveau:

Montant de l'allocation Bedrag van de toelage

B1

50 EUR

B2

60 EUR

C1

90 EUR

C2

110 EUR


De artikelen 59, 61 en 62 zijn van toepassing op de in deze afdeling bedoelde taaltoelage - gebarentaal."

Art. 7.Artikel 70 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "De leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde keurt het vervoermiddel dat het meest verantwoord is goed, rekening houdend met de volgende criteria: kostprijs, snelheid en duurzaamheid De keuze voor luchtvervoer is uitgesloten wanneer de verplaatsing voor de uitoefening van de functie een verplaatsing van minder dan vijfhonderd kilometer vereist, behalve als wordt vastgesteld dat: - reizen met een ander vervoermiddel dan luchtvervoer een onevenredig verlies van tijd of middelen met zich meebrengt; - redenen van internationale of nationale veiligheid of, in voorkomend geval, andere ernstige redenen de reis verhinderen.

Elke federale dienst bezorgt jaarlijks vóór 1 mei een volledig verslag aan de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning over het gebruik van vervoermiddelen tijdens de dienstopdrachten van het voorafgaande jaar.".

Art. 8.Tussen artikel 74bis en Afdeling 4 "Ander vervoermiddel", van hetzelfde besluit wordt een nieuwe Afdeling 3bis ingevoegd, luidende: "Afdeling 3bis: Deelmobiliteit Art. 74ter.

Het personeelslid dat zich voor de uitoefening van zijn functie verplaatst via deelmobiliteit krijgt de werkelijke kosten terugbetaald inclusief, in voorkomend geval, de totale kosten van het abonnement.

Hij draagt de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen tijdens de bovenvermelde verplaatsingen.

Voor de toepassing van het eerste lid stelt de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde de modaliteiten vast voor de terugbetaling van de werkelijke kosten."

Art. 9.In artikel 75 van hetzelfde besluit worden de woorden "of zijn fiets of een systeem van gedeelde mobiliteit, met uitzondering van elektrische steps" ingevoegd tussen de woorden "eigen voertuig" en de woorden "te gebruiken".

Art. 10.In artikel 87 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: - in het eerste lid wordt het woord "enerzijds" ingevoegd tussen het woord "die" en de woorden "de kosten verbonden" en worden de woorden "en anderzijds de kantoorkosten" toegevoegd na het woord "dekt"; - het tweede lid wordt vervangen als volgt : "Het bedrag van de bovenvermelde vergoeding komt overeen met de som van eenmaal het in artikel 96, derde 3, eerste streepje, bedoelde forfaitair basisbedrag ter dekking van de kosten voor internettoegang en de kosten verbonden aan het telefoongebruik en tweemaal het in artikel 96, derde lid, tweede streepje, bedoelde forfaitair bedrag ter dekking van de kantoorkosten.".

Art. 11.Het personeelslid dat op de datum van inwerkingtreding van dit koninklijk besluit een reizende ambtsbetrekking uitoefent en een maandelijkse forfaitaire vergoeding geniet die met name de kantoorkosten dekt overeenkomstig een koninklijk of ministerieel besluit die voor de inwerkingtreding van dit besluit bestaan, blijft deze vergoeding ontvangen zolang het toegekende bedrag gunstiger is.

In voorkomend geval geniet bovengenoemd personeelslid van het forfaitaire basisbedrag bedoeld in artikel 96, lid 3, eerste streepje, van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt ter dekking van de kosten van internettoegang en telefoongebruik volgens de modaliteiten bepaald in artikel 87 van hetzelfde koninklijk besluit.

Art. 12.Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 januari 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, P. DE SUTTER

^