Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 januari 2024
gepubliceerd op 14 februari 2024

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het recht of outplacement voor sommige bedienden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2023048634
pub.
14/02/2024
prom.
25/01/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 JANUARI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het recht of outplacement voor sommige bedienden (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het recht of outplacement voor sommige bedienden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 januari 2024 FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2023 Recht of outplacement voor sommige bedienden (Overeenkomst geregistreerd op 27 juli 2023 onder het nummer 181218/CO/126) - Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités; - Gelet op de wet van 5 september 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/09/2001 pub. 15/09/2001 numac 2001012802 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers sluiten tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, inzonderheid op hoofdstuk V, zoals gewijzigd door de bepalingen van hoofdstuk V, afdeling 3 van de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen de arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen; - Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82 van 10 juli 2002 betreffende outplacement voor werknemers van vijfenveertig jaar en ouder die worden ontslagen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82bis van 17 juli 2007.

Algemeen toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking behoren.

Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden. Afdeling I. - Bijzondere regeling van outplacement voor de bedienden

van minstens 45 jaar HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 2.Deze afdeling is van toepassing op de werkgevers en de bedienden die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 5 september 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/09/2001 pub. 15/09/2001 numac 2001012802 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers sluiten tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, hoofdstuk V, afdeling 2 - Bijzondere regeling van outplacement voor de werknemers van minstens 45 jaar.

Deze afdeling is niet van toepassing op de bedienden en de werkgevers die ressorteren onder afdeling III van deze collectieve arbeidsovereenkomst, ongeacht of deze al dan niet opteren voor de hierin vermelde sectorale regeling.

Art. 3.De bediende wiens werkgever de arbeidsovereenkomst heeft beëindigd en die de leeftijd van vijfenveertig jaar heeft bereikt op het moment waarop het ontslag is gegeven, heeft recht op outplacementbegeleiding zoals bepaald door deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Outplacement wordt slechts toegekend indien de bediende tegelijk aan de volgende voorwaarden voldoet : - Niet wegens dringende reden ontslagen zijn geworden; - De leeftijd van 45 jaar hebben bereikt op het tijdstip van het ontslag; - Een ononderbroken anciënniteit van ten minste één jaar hebben op het tijdstip van het ontslag. Het recht wordt niet langer toegekend vanaf het tijdstip waarop de bediende voldoet aan de voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op het rustpensioen. De werkgever is niet verplicht outplacement voor te stellen aan de hierna opgesomde bedienden, tenzij deze laatsten hem daar uitdrukkelijk om vragen : - de werknemers van wie de arbeidsregeling minder dan de helft van de arbeidsduur van een voltijdse werknemer bedraagt; - de werknemers die, als werkloze aan het eind van hun opzeggingstermijn, niet langer beschikbaar zouden moeten zijn voor de arbeidsmarkt, zoals bepaald door artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/10/2007 pub. 21/11/2007 numac 2007012641 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 13, § 3, 2°, van de wet van 5 september 2001 tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van artikelen 7 en 9 van de wet van 17 mei 2007 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2007-2008 sluiten tot uitvoering van artikel 13, § 3, 2° van de wet van 5 september 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/09/2001 pub. 15/09/2001 numac 2001012802 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers sluiten tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van artikelen 7 en 9 van de wet van 17 mei 2007 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2007-2008.

Art. 4.Outplacement is het geheel van begeleidende diensten en adviezen die in opdracht van een werkgever door een derde, hierna genoemd "dienstverlener", individueel of in groep worden verleend om een werknemer in staat te stellen zelf binnen een zo kort mogelijke termijn een betrekking bij een nieuwe werkgever de vinden of een beroepsbezigheid als zelfstandige te ontplooien. HOOFDSTUK II. - De dienstverlener

Art. 5.De onder artikel 2 van deze overeenkomst vermelde werkgevers wijzen deze opdracht toe aan de vzw Woodwize, het sectoraal vormingsinstituut. Door deze toewijzing voldoen deze werkgevers aan de verplichtingen die op hen rusten ingevolge de wettelijke en conventionele instrumenten die in de aanhef van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden vermeld. De vzw Woodwize kan de organisatie van deze outplacementbegeleiding geheel of gedeeltelijk uitbesteden aan derden, voor zover deze laatste(n) voldoen aan de reglementaire vereisten om deze activiteit te mogen uitoefenen.

Art. 6.In afwijking van artikel 5 kan de raad van bestuur van de vzw Woodwize de in het vorige artikel vermelde verplichtingen opnieuw in handen van de werkgever leggen wanneer deze ter voldoening ervan kosteloos een beroep kan doen op een erkende dienstverlener die optreedt in het kader van een regionaal, subregionaal of lokaal initiatief dat opgezet wordt in het kader van een gewestelijke tewerkstellingsdienst en dat paritair mede wordt beheerd.

Art. 7.De vzw Woodwize neemt bij de uitvoering van deze opdracht de kwaliteitsnormen in acht die bepaald worden in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82bis van 17 juli 2007 van de Nationale Arbeidsraad met name : - een verzekering aangaan tegen de ongevallen die zich voordoen tijdens de uitvoering van de outplacementopdracht, inclusief voor de verplaatsingen naar de plaats van de opdracht en die niet worden gedekt door de arbeidsongevallenverzekering die door de werkgever is gesloten; - de dienstverlener verbindt zich ertoe, in geval van niet-naleving van laatstgenoemde verbintenis, aan de werknemer die slachtoffer is van een ongeval een forfaitaire aanvullende vergoeding te waarborgen die gelijk is aan drie maanden loon, onverminderd de vorderingen die de werknemer op grond van zijn schade tegen de dienstverlener kan instellen; - de inlichtingen over de werknemers vertrouwelijk behandelen. Deze inlichtingen mogen niet worden verspreid zonder de uitdrukkelijke toestemming van de werknemer; - aan de werknemer, op zijn verzoek, na beëindiging van de opdracht zijn dossier teruggeven; - noch de ontslagbeslissing, noch de onderhandeling daaromtrent beïnvloeden; - zich niet inlaten met de contacten tussen de werknemer en de potentiële werkgevers; - een aanbod doen met betrekking tot de aan te bieden minimale dienstverlening, de beoogde begeleidingsmethodes, de aanvangsdatum, de plaats(en) waar de begeleiding waarschijnlijk zal worden georganiseerd en het programma; - vooraf een gesprek met de werknemer hebben en een persoonlijke en professionele balans opmaken; - bijzondere aandacht besteden aan het omgaan met de verandering en aan de emotionele aspecten; - een redelijke afstand waarborgen tussen de plaats van tewerkstelling of de woonplaats van de werknemer en de plaats waar de beroepsbegeleiding zal worden georganiseerd.

De derden die de outplacementbegeleiding in opdracht van de vzw Woodwize op zich nemen, dienen er zich te schikken naar de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82bis van 17 juli 2007 van de Nationale Arbeidsraad in acht te nemen. HOOFDSTUK III. - Duur en inhoud van de outplacementbegeleiding

Art. 8.De begeleiding duurt maximum 12 maanden. Ze bestaat uit 3 fasen (2 maanden, 4 maanden en 6 maanden) die elk 20 uren begeleiding omvatten. § 1. De vzw Woodwize organiseert voor de bedienden vermeld onder artikel 2, een outplacementbegeleiding die de volgende fasen en elementen bevat : - 1ste fase : 2 maanden met een intensiteit van 20 uren voor het opmaken van een persoonlijke balans en hulp bij de opbouw van een zoekcampagne psychologische begeleiding, begeleiding met het oog op de onderhandeling over een nieuwe arbeidsovereenkomst, begeleiding tijdens de integratie in het nieuwe werkmilieu, logistieke en administratieve steun waarvan 4 uren voor consultancy betreffende de meest dringende opleidingsnoden met snelle geleiding naar vzw Woodwize- en andere cursussen; - 2de fase : Indien de bediende nog geen betrekking heeft gevonden bij een nieuwe werkgever of nog geen beroepsbezigheid als zelfstandige heeft : 4 maanden met een intensiteit van 20 uren verdere uitvoering van de begeleidingsinspanningen; - 3de fase : Indien de bediende nog geen betrekking heeft gevonden bij een nieuwe werkgever of nog geen beroepsbezigheid als zelfstandige heeft : 6 maanden met een intensiteit van 20 uren verdere uitvoering van de begeleidingsinspanningen. § 2. De raad van bestuur van de vzw Woodwize bepaalt zo nodig nader de inhoud en de modaliteiten van deze outplacementbegeleiding.

De werknemer moet, zo spoedig mogelijk, de vzw Woodwize meedelen dat hij een nieuwe betrekking heeft gevonden of dat hij aan een beroepsbezigheid als zelfstandige is begonnen. In dat geval neemt de begeleiding een einde. Wanneer de bediende, die een betrekking bij een nieuwe werkgever heeft gevonden, deze betrekking verliest binnen drie maanden na de indiensttreding, kan op zijn verzoek de oorspronkelijke outplacementbegeleiding hervat worden.

Die hervatting vangt aan in de fase waarin het outplacementprogramma werd onderbroken en neemt in elk geval een einde bij het verstrijken van de periode van twaalf maanden nadat het programma werd aangevat. HOOFDSTUK IV. - Aanvraagprocedure

Art. 9.De bediende die bij de vzw Woodwize outplacementbegeleiding krijgt, moet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt en hiervan het bewijs leveren door een attest van de publieke bemiddelingsdienst af te leveren waaruit blijkt dat zij/hij zich bij laatstgenoemde dienst als vrije werkzoekende heeft ingeschreven.

Art. 10.De bediende dient te goeder trouw mee te werken aan de outplacementbegeleiding

Art. 11.In uitvoering van artikel 7, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82bis doet de werkgever binnen een termijn van 15 dagen nadat de opzeggingstermijn een einde heeft genomen (of, bij ontstentenis van een opzeggingstermijn, nadat de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen), schriftelijk aan de rechthebbende bediende het aanbod om een outplacementbegeleiding te volgen georganiseerd door het sectoraal opleidingsfonds, de vzw Woodwize. De bediende dient binnen de maand na ontvangst van het aanbod van de werkgever, een schriftelijke aanvraag tot outplacementbegeleiding aan de vzw Woodwize te richten. De vzw Woodwize licht de werkgever in over de ingediende aanvragen.

Indien de werkgever binnen de termijn van 15 dagen geen outplacementbegeleiding aanbiedt, kan de bediende dit rechtstreeks schriftelijk aan de vzw Woodwize vragen. Hij beschikt daartoe over 6 maanden na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Outplacement kan worden voorgesteld of gevraagd bij de kennisgeving van het ontslag. De werkgever en de bediende kunnen in onderlinge overeenstemming beslissen de outplacementbegeleiding aan te vatten tijdens de opzeggingstermijn. Indien de bediende weigert mee te werken of een geldig outplacementaanbod te aanvaarden, of indien hij niet reageert op een geldig aanbod, is de werkgever ontheven van zijn verplichting om een outplacementbegeleiding aan te bieden.

Wat de in artikel 3, laatste lid van deze overeenkomst bedoelde bediende betreft, aan wie de werkgever geen outplacementbegeleiding hoeft aan te bieden, maar die de wens uitdrukt ze te kunnen genieten, moet deze aanvraag schriftelijk aan de werkgever worden gericht uiterlijk 2 maanden na de kennisgeving van het ontslag, zo niet vervalt het recht op outplacement.

De raad van bestuur van de vzw Woodwize bepaalt de modaliteiten waaraan deze vraag dient te voldoen.

Art. 12.De bediende beschikt over een termijn van één maand om schriftelijk aan de vzw Woodwize zijn instemming met de aangeboden begeleiding te betuigen. Wanneer outplacement gekoppeld wordt aan een ontslag mag de bediende pas na betekening van de opzegtermijn of van de onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst zijn instemming geven om de outplacementbegeleiding aan te vatten.

Art. 13.De vzw Woodwize biedt uiterlijk 2 maanden na de aanvaarding van het aanbod door de bediende schriftelijk de outplacementbegeleiding aan.

Het voornoemde geschrift mag enkel betrekking hebben op outplacement als zodanig en bevat de navolgende vermeldingen : 1° de aanvangsdatum van de outplacementbegeleiding;2° het soort outplacement dat beoogd wordt : individueel of groepsoutplacement;3° de naam van het outplacementbureau;4° het programma van de bediende tijdens de outplacementbegeleiding.

Art. 14.De outplacementbegeleiding mag slechts aangevat worden nadat de betrokken bediende schriftelijk zijn instemming heeft betuigd aan de vzw Woodwize.

Art. 15.De maximumduur van de begeleiding is vastgesteld op 12 maanden. Deze twaalf maanden worden theoretisch ingedeeld in drie perioden (maximum 2 maanden + maximum 4 maanden + maximum 6 maanden) die elk minstens 20 uren begeleiding omvatten. De overgang naar een volgende fase van de outplacementbegeleiding gebeurt automatisch, tenzij de bediende de vzw Woodwize ervan in kennis heeft gesteld dat hij een nieuwe dienstbetrekking heeft gevonden of een beroepsbezigheid als zelfstandige heeft uitgebouwd en dat hij de begeleiding niet wenst voort te zetten. De outplacementbegeleiding wordt dan onderbroken.

Indien de bediende deze nieuwe betrekking binnen de 3 maanden na zijn indiensttreding verliest, kan hij de oorspronkelijke outplacementbegeleiding hervatten op het punt waar hij ze voorheen had onderbroken. De begeleiding neemt in ieder geval een einde wanneer de totale periode van 12 maanden verstreken is.

Ook de bediende die tijdens de opzeggingstermijn (betekend door de werkgever), een einde stelt aan de arbeidsovereenkomst met een tegenopzeg omdat hij een andere betrekking heeft gevonden, behoudt het recht op een outplacementbegeleiding tot drie maanden nadat de arbeidsovereenkomst bij zijn vorige werkgever een einde heeft genomen en onder dezelfde voorwaarden als bepaald in vorige alinea.

De bediende, die overeenkomstig artikel 8, § 2, 2de lid van deze collectieve arbeidsovereenkomst de outplacementbegeleiding wenst te hervatten, moet zijn verzoek daartoe schriftelijk bij de vzw Woodwize indienen binnen een termijn van een maand na het verlies van de dienstbetrekking. Bij dit verzoek voegt de bediende een getuigschrift waarin bevestigd wordt dat hij op dat ogenblik als werkzoekende is ingeschreven. HOOFDSTUK V. - Algemene en slotbepalingen

Art. 16.Wanneer de begeleiding plaatsvindt tijdens de opzeggingstermijn worden vanaf het begin van de begeleiding de afwezigheidsdagen, bepaald door artikel 41 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, om een nieuwe betrekking te zoeken verminderd met het aantal uren van begeleiding.

Art. 17.De vzw Woodwize mag aan de bediende outplacementbegeleiding aanbieden indien de dienstverlener er zich tegenover de vzw Woodwize uitdrukkelijk toe verbindt om een ongevallenverzekering te sluiten, waarbij voor alle ongevallen, die zich voordoen tijdens de uitvoering van de outplacementopdracht en op de weg van en naar de plaats waar ze wordt uitgevoerd en die niet door de arbeidsongevallenverzekering van de werkgever vergoed worden, dezelfde bescherming wordt geboden als die welke door de arbeidsongevallenwetgeving wordt gewaarborgd.

De dienstverlener moet er zich tevens toe verbinden om, bij niet-naleving van de bij het vorig lid bedoelde verbintenis, aan de bediende die het slachtoffer wordt van een ongeval, naast de vorderingen die de bediende op grond van zijn schade eventueel tegenover het outplacementbureau kan instellen, een aanvullende forfaitaire vergoeding gelijk aan drie maanden loon te waarborgen.

Commentaar Indien de werkgever zijn verplichtingen inzake outplacementbegeleiding niet heeft nageleefd, is hij verplicht een bijdrage te betalen ten gunste van de RVA, die toegewezen wordt aan de begeleiding van de werknemers, die deze niet genoten. Het bedrag van de bijdrage alsook de procedure om via de RVA een outplacement te bekomen, zijn vastgesteld bij koninklijk besluit van 23 januari 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/01/2003 pub. 27/02/2003 numac 2003011056 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en programmatorische federale overheidsdienst consumentenzaken Koninklijk besluit betreffende kabelbaaninstallaties voor personenvervoer sluiten.

Indien de bediende weigert mee te werken of een geldig outplacementaanbod niet aanvaardt, of indien hij niet reageert op een geldig aanbod, kan de bediende worden bestraft in het kader van de werkloosheidsreglementering. Hetzelfde geldt indien hij niet de professionele begeleiding vraagt waarop hij recht heeft. Afdeling II. - Regeling van outplacement voor bedienden waarvan de

arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd door middel van een opzeggingstermijn van minstens 30 weken

Art. 18.Deze afdeling is van toepassing op de werkgevers en de bedienden die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 5 september 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/09/2001 pub. 15/09/2001 numac 2001012802 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers sluiten tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, hoofdstuk V, afdeling 1 - Algemene regeling van outplacement, waarvan de arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd door middel van een opzeggingstermijn, verkregen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, van minstens 30 weken.

Art. 19.Het recht op outplacement en de modaliteiten ervan worden voor de bedienden, die onder deze afdeling II ressorteren, geregeld door de bepalingen van afdeling I van deze collectieve arbeidsovereenkomst, met inachtname van de wet van 5 september 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/09/2001 pub. 15/09/2001 numac 2001012802 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers sluiten zoals gewijzigd door de bepalingen van afdeling 3 van hoofdstuk V van de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen de arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen.

Art. 20.§ 1. De werkgever doet uiterlijk 4 weken na de aanvang van de opzeggingstermijn schriftelijk aan de rechthebbende bediende een outplacementaanbod georganiseerd door het sectoraalopleidingsfonds, de vzw Woodwize, conform de bepalingen van afdeling I. § 2. Indien de werkgever binnen de voormelde termijn van 4 weken geen outplacementbegeleiding aan de bediende aanbiedt, stelt deze laatste de werkgever binnen 4 weken na het verstrijken van die termijn schriftelijk in gebreke. De werkgever doet binnen een termijn van 4 weken na het tijdstip van de ingebrekestelling aan de bediende schriftelijk een geldig outplacementaanbod. § 3. De bediende beschikt over een termijn van 4 weken, te rekenen vanaf het tijdstip van het aanbod door de werkgever, om al dan niet zijn schriftelijke instemming met dit aanbod te geven, door een schriftelijke aanvraag tot outplacementbegeleiding aan de vzw Woodwize te richten. De vzw Woodwize licht de werkgever in over de ingediende aanvragen. § 4. De bediende mag ten vroegste op het ogenblik waarop de opzegging wordt gegeven zijn instemming geven om de outplacementbegeleiding aan te vatten. § 5. Het geschrift waarbij de bediende zijn instemming geeft mag enkel betrekking hebben op outplacement als zodanig. Afdeling III. - Regeling van outplacement voor bedienden waarvan de

arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd met een vergoeding die berekend wordt op een lopend loon dat overeenstemt met de duur van een opzeggingstermijn van minstens 30 weken, hetzij met het resterende gedeelte van die termijn HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 21.Deze afdeling is van toepassing op de werkgevers en de bedienden die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 5 september 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/09/2001 pub. 15/09/2001 numac 2001012802 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers sluiten tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, hoofdstuk V, afdeling 1 - Algemene regeling van outplacement, waarvan de arbeidsovereenkomst door de werkgever wordt beëindigd door middel van een opzeggingsvergoeding die gelijk is aan het lopend loon dat overeenstemt hetzij met de duur van de opzeggingstermijn, verkregen overeenkomstig de bepalingen van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, van minstens 30 weken, hetzij met het resterende gedeelte van die termijn. HOOFDSTUK II. - De dienstverlener

Art. 22.De werkgevers van de bedienden die onder deze afdeling ressorteren kunnen er voor opteren om volgens de hiernavolgende sectorale modaliteiten te voldoen aan de verplichtingen die voor hen voortvloeien uit de wet van 5 september 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/09/2001 pub. 15/09/2001 numac 2001012802 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers sluiten, zoals gewijzigd door de bepalingen van afdeling 3 van hoofdstuk V van de voormelde wet van 26 december 2013.

Art. 23.Wanneer overeenkomstig artikel 22 van deze afdeling geopteerd wordt voor de toepassing van de sectorale regeling, wordt de outplacementbegeleiding toevertrouwd aan de vzw Woodwize.

Door deze toewijzing voldoen deze werkgevers aan de verplichtingen die op hen rusten in gevolge de in aanhef van deze collectieve arbeidsovereenkomst vermelde wetgevende en conventionele bepalingen.

De vzw Woodwize kan de organisatie van deze outplacementbegeleiding geheel of gedeeltelijk uitbesteden aan derden, voor zover deze laatsten voldoen aan de reglementaire vereisten om deze activiteiten te mogen uitoefenen.

Art. 24.De vzw Woodwize neemt bij de uitvoering van deze opdracht de kwaliteitsnormen in acht die bepaald worden door artikel 11/4 van de wet van 5 september 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/09/2001 pub. 15/09/2001 numac 2001012802 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers sluiten, zoals gewijzigd door de bepalingen van afdeling 3 van hoofdstuk V van voormelde wet van 26 december 2013.

Dit houdt onder meer in dat : - de derden die de outplacementbegeleiding in opdracht van de vzw Woodwize op zich nemen zich dienen te schikken naar deze kwaliteitsnormen; - de derden die de outplacementbegeleiding in opdracht van de vzw Woodwize op zich nemen er zich toe moeten verbinden om een ongevallenverzekering te sluiten, waarbij voor alle ongevallen die zich voordoen tijdens de uitvoering van de outplacementopdracht en op de weg van en naar de plaats waar ze wordt uitgevoerd en die niet door de arbeidsongevallenverzekering van de werkgever vergoed worden, dezelfde bescherming wordt geboden als die welke door de arbeidsongevallenwetgeving wordt gewaarborgd; - De derden moeten er zich tevens toe verbinden om bij niet-naleving van deze verbintenis aan de bediende die het slachtoffer wordt van een ongeval, naast de vorderingen die de bediende op grond van zijn schade eventueel tegenover hen kan instellen, een aanvullende forfaitaire vergoeding gelijk aan drie maanden loon te waarborgen. HOOFDSTUK III. - Duur en inhoud van de outplacementbegeleiding

Art. 25.De door de vzw Woodwize overeenkomstig deze afdeling georganiseerde begeleiding duurt maximum 12 maanden.

Ze bestaat uit 3 fasen (maximum 2 maanden, maximum 4 maanden en maximum 6 maanden) die elk 20 uren begeleiding omvatten en die de volgende elementen bevatten : § 1. Voor de bedienden waarvan 1/12de van het wettelijk bepaald jaarloon 3 000 EUR niet overschrijdt : een outplacementbegeleiding met een waarde van 3 000 EUR als volgt : Eerste fase (maximum 2 maanden) Gedurende een termijn van maximum van 2 maanden, te rekenen vanaf de aanvangsdatum van het outplacementprogramma, krijgt de werknemer in totaal 20 uren begeleiding, behalve wanneer hij de werkgever verwittigd heeft dat hij een betrekking bij een nieuwe werkgever heeft of een beroepsbezigheid als zelfstandige en dat hij die begeleiding niet wenst aan te vatten.

Deze 20 uren zijn samengesteld als volgt : 12 uren groepsbegeleiding en 4 uren individuele begeleiding voor het opmaken van een persoonlijke balans en hulp bij de opbouw van een zoekcampagne, psychologische begeleiding, begeleiding met het oog op de onderhandeling over een nieuwe arbeidsovereenkomst, begeleiding tijdens de integratie in het nieuwe werkmilieu, logistieke en administratieve steun samen met 4 uren voor consultancy betreffende de meest dringende opleidingsnoden met snelle geleiding naar vzw Woodwize- en andere cursussen.

Tweede fase (maximum 4 maanden) De begeleiding wordt voortgezet gedurende een daaropvolgende termijn van maximum 4 maanden ten belope van, in totaal, 20 uren behalve wanneer de werknemer de werkgever verwittigd heeft dat hij een betrekking bij een nieuwe werkgever of een beroepsbezigheid als zelfstandige heeft en dat hij de begeleiding niet wenst voor te zetten.

Deze 20 uren zijn samengesteld als volgt : 17 uren groepsbegeleiding en 3 uren individuele begeleiding.

Derde fase (maximum 6 maanden) De begeleiding wordt nogmaals voortgezet gedurende een daaropvolgende termijn van maximum 6 maanden ten belope van, in totaal, 20 uren behalve wanneer de werknemer de werkgever verwittigd heeft dat hij een betrekking bij een nieuwe werkgever of een beroepsbezigheid als zelfstandige heeft en dat hij de begeleiding niet wenst voort te zetten.

Deze 20 uren zijn samengesteld als volgt : 17 uren groepsbegeleiding en 3 uren individuele begeleiding. § 2. Voor de bedienden waarvan 1/12de van het wettelijk bepaald jaarloon zich bevindt tussen 3 001 EUR en 4 200 EUR : een outplacementbegeleiding met een waarde van 4 200 EUR als volgt : Voor deze bedienden gelden dezelfde modaliteiten en fasen als vermeld in § 1 met dien verstande dat in fase 1 de groepsbegeleiding 9 uren bedraagt en de individuele begeleiding 7 uren aangevuld met 4 uren opleidingsadvies, in fase 2 en 3 telkens 14 uren groepsbegeleiding en 6 uren individuele begeleiding. § 3. Voor de bedienden waarvan 1/12de van het wettelijk bepaald jaarloon 4 201 EUR en meer bedraagt : een outplacementbegeleiding met een waarde van 5 500 EUR als volgt : Voor deze bedienden gelden dezelfde modaliteiten en fasen als vermeld in § 1 met dien verstande dat in fase 1 de groepsbegeleiding 8 uren bedraagt en de individuele begeleiding 8 uren aangevuld met 4 uren opleidingsadvies, in fase 2 en 3 telkens 10 uren groepsbegeleiding en 10 uren individuele begeleiding. § 4. § 1 tot § 3 zijn in principe ongewijzigd van toepassing op de deeltijdse werknemers behalve indien toekomstige wetgeving een proratisering van de 60 uren outplacementbegeleiding zou voorzien in functie van het arbeidsregime. In dat geval zal onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst met ingang van de wettelijke wijziging worden aangepast teneinde voormelde waarden van de outplacementbegeleidingen in functie van het arbeidsregime te proratiseren. HOOFDSTUK IV. - Procedure

Art. 26.De bediende dient te goeder trouw mee te werken aan de outplacementbegeleiding.

Art. 27.§ 1. De werkgever doet binnen een termijn van 15 dagen nadat de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen schriftelijk een geldig outplacementaanbod aan de bediende. Indien hij overeenkomstig artikel 21 van deze afdeling opteert voor de toepassing van de sectorale regeling, zal hij dit doen volgens de modelbrief in bijlage, welke verwijst naar de sectorale modaliteiten en de sectoraal bepaalde waarde van de aangeboden begeleiding. § 2. Indien de werkgever binnen de voormelde termijn van 15 dagen geen outplacementbegeleiding aan de werknemer aanbiedt, stelt deze laatste de werkgever binnen 39 weken na het verstrijken van die termijn schriftelijk in gebreke.

De werkgever doet binnen een termijn van 4 weken na het tijdstip van de ingebrekestelling aan de bediende schriftelijk een geldig outplacementaanbod. Indien hij overeenkomstig artikel 22 van deze afdeling opteert voor de toepassing van de sectorale regeling, zal hij dit doen volgens de in § 1 vermelde modelbrief. § 3. De bediende beschikt over een termijn van 4 weken, te rekenen vanaf het tijdstip van het aanbod door de werkgever, om al dan niet zijn schriftelijke instemming met dit aanbod te geven. Indien de werkgever overeenkomstig artikel 22 van deze afdeling heeft geopteerd voor de toepassing van de sectorale regeling, gebeurt de schriftelijke instemming van de bediende volgens de modelbrief in bijlage, welke verwijst naar de sectorale modaliteiten en de sectoraal bepaalde waarde van de aangeboden begeleiding, en welke de bediende binnen de voormelde termijn naar de werkgever zal sturen, welke deze doorstuurt naar Woodwize. § 4. De bediende mag ten vroegste op het ogenblik waarop de opzegging wordt gegeven zijn instemming geven om de outplacementbegeleiding aan te vatten. § 5. Het geschrift waarbij de bediende zijn instemming geeft mag enkel betrekking hebben op outplacement als zodanig. § 6. Voor de ontslagen die zich hebben voorgedaan vanaf 1 januari 2014 wordt aan de werkgever, die nog dient over te gaan tot het aanbieden van een outplacementbegeleiding en die wenst te opteren voor de sectorale regeling, de mogelijkheid geboden om, in overeenstemming met de wettelijk voorziene termijnen, volgens de modelbrief in bijlage een geldig outplacementaanbod te doen.

De verdere inhoud en de vorm worden bepaald door de raad van bestuur van de vzw Woodwize.

Art. 28.§ 1. Wanneer overeenkomstig artikel 22 van deze afdeling geopteerd wordt voor de toepassing van de sectorale regeling, betaalt de werkgever, aansluitend aan de aanvaarding van het aanbod van de werkgever door de bediende zoals vermeld in artikel 27, § 3, aan het sociaal fonds 1/12de van het wettelijk bepaald jaarloon van de bediende met een minimum van 1 800 EUR en een maximum van 5 500 EUR. Ingeval de arbeidsregeling van de bediende deeltijds is, wordt deze minimum- en maximumvork herleid aan de hand van de tewerkstellingsbreuk. § 2. De opzeggingsvergoeding waarop de bediende recht heeft stemt overeen met hetzij de duur van de opzeggingstermijn van minstens 30 weken, hetzij met het resterend gedeelte van die termijn, waarop 4 weken worden aangerekend. § 3. Overeenkomstig artikel 11/12 van de wet van 5 september 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/09/2001 pub. 15/09/2001 numac 2001012802 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers sluiten tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, zoals gewijzigd door de bepalingen van afdeling 3 van hoofdstuk V van de wet van 26 december 2013, is § 2 tot en met 31 december 2015 enkel van toepassing indien de bediende het outplacementaanbod van de werkgever heeft aanvaard.

Art. 29.De vzw Woodwize biedt uiterlijk 2 maanden na ontvangst van de aanvaarding van het aanbod van de werkgever door de bediende vermeld in artikel 27, § 3 en voor zover de werkgever de betaling heeft verricht overeenkomstig artikel 28 schriftelijk de outplacementbegeleiding aan de bediende aan.

Dit geschrift mag enkel betrekking hebben op outplacement als zodanig en bevat de navolgende vermeldingen : 1. de aanvangsdatum van de outplacement-begeleiding;2. de waarde en de fasen en uren van de begeleiding overeenkomstig de modaliteiten bepaald door voormeld artikel 25;3. de naam van het outplacementbureau.

Art. 30.De bediende moet zo spoedig mogelijk de vzw Woodwize meedelen dat hij een nieuwe betrekking heeft gevonden of dat hij aan een activiteit als zelfstandige is begonnen. In dat geval wordt de begeleiding onderbroken.

Wanneer de bediende, die een betrekking bij een nieuwe werkgever heeft gevonden, deze betrekking verliest binnen 3 maanden na de indiensttreding, kan hij de vzw Woodwize verzoeken de oorspronkelijke outplacementbegeleiding te hervatten. De bediende moet zijn verzoek daartoe schriftelijk bij de vzw Woodwize indienen binnen een termijn van één maand na het verlies van de dienstbetrekking. Bij dit verzoek voegt de bediende een getuigschrift waarin bevestigd wordt dat hij op dat ogenblik als werkzoekende is ingeschreven. De hervatting vangt aan in de fase waarin het outplacementprogramma werd onderbroken en neemt in elk geval een einde bij het verstrijken van de periode van 12 maanden nadat het programma werd aangevat. HOOFDSTUK V. - Overige bepalingen

Art. 31.De bediende die in toepassing van deze afdeling een door de vzw Woodwize georganiseerde outplacement-begeleiding volgt, ontvangt van deze een kostenvergoeding van 70 EUR per effectief voltooide fase van 20 uren begeleiding zoals omschreven in voormeld artikel 25, met een maximum van 210 EUR (3 x 20 uren). Afdeling IV. - Duur, herziening of opzegging

Art. 32.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor bepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 januari 2023 en houdt op van kracht te zijn op 30 september 2023.

Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds, en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde, notulen van de vergadering.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 januari 2024 De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^