25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale inhoud en de structuur van het operationeel organisatieschema van de hulpverleningszones en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2012 pub. 27/11/2012 numac 2012000661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen sluiten tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen

VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit voor te leggen, strekt ertoe de minimale inhoud en de structuur van het operationeel organisatieschema van de hulpverleningszones te bepalen.

ALGEMENE BESCHOUWINGEN Het operationeel organisatieschema bevat de modaliteiten van de operationele organisatie van de zone en de nodige operationele middelen om de opdrachten te verzekeren die vastgelegd zijn in artikel 11 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten zoals de proactie, de preventie, de preparatie, de uitvoering en de evaluatie, om met name het volgende te verzekeren : - de operationele dekking van de recurrente risico's; - de operationele dekking van de punctuele risico's; - de opschaling van de middelen en van de bevelvoeringsketen tijdens de hulpverleningsoperaties.

Het operationeel organisatieschema moet parallel gelezen worden met het meerjarenbeleidsplan bedoeld in artikel 23 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid. Het operationeel organisatieschema vermeldt immers alle elementen die verbonden zijn aan de operationele organisatie van de zone en beoogt als publiek de operationele en administratieve leden van de zone. Het meerjarenbeleidsplan is voornamelijk gebaseerd op de strategische doelstellingen van de zone en beoogt als hoofdpubliek de leden van de raad. Deze twee documenten zijn complementair om een goed overzicht op de zone te hebben.

De artikelen 1 tot 5 van het besluit behoeven geen bijzondere commentaar.

De artikelen 6 tot 10 hebben betrekking op de bepalingen die het koninklijk besluit van 10 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2012 pub. 27/11/2012 numac 2012000661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen sluiten tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen wijzigen. Zij preciseren dat het in deze artikelen bedoelde plan enkel van toepassing is op de prezones. De prezones moeten immers bij het operationeel organisatieplan van de zone bedoeld in artikel 221/1, § 2, 4°, van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten een plan voegen waarvan de inhoud bepaald is door het koninklijk besluit van 10 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2012 pub. 27/11/2012 numac 2012000661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen sluiten.

Zodra de hulpverleningszones in werking zullen treden, zal onderhavig koninklijk besluit op hen van toepassing zijn en zal het voornoemd plan vervangen worden door het operationeel organisatieschema.

In deel 1 van de bijlage punt 1 en punten 1.1 tot 1.2 behoeven geen bijzondere commentaar.

In deel 1 van de bijlage heeft punt 2 betrekking op de bevoegdheden van de zone en het list van de door de zone uitgevoerde opdrachten, zonder afbreuk te doen aan artikel 11 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten.

In deel 1 van de bijlage bestaat punt 3 betreffende de administratieve organisatie van de zone uit de beschrijving van deze organisatie van de zone en de identificatie van de personen die aangewezen zijn om de functies te verzekeren die bepaald zijn door de Koning of door de reglementen van de zone, zowel op beleidsniveau (zoneraad, zonecollege) als op operationeel niveau.

In deel 1 van de bijlage heeft punt 3.1 betrekking op de samenstelling van de zoneraad. Het gaat om een lijst met de namen van de leden van de raad en de naam van de gemeente waaruit zij afkomstig zijn en de identificatie van de voorzitter.

In deel 1 van de bijlage heeft punt 3.2 betrekking op de samenstelling van het college. Het gaat om een lijst met de namen van de leden van het college en de naam van de gemeente waaruit zij afkomstig zijn en de identificatie van de voorzitter.

In deel 1 van de bijlage bestaat punt 3.3 erin de verschillende directies te beschrijven en evenals de rol van de zonecommandant.

In deel 1 van de bijlage heeft punt 3.4 betreffende de samenstelling van de technische commissie en van de staf betrekking op de opdrachten en de samenstelling van deze twee.

In deel 1 van de bijlage behoeft punt 3.5 geen bijzondere opmerking.

Deel 2 van de bijlage heeft betrekking op de geografische en demografische elementen van de zone. In dit deel dient voor elke gemeente van de zone de volgende informatie meegedeeld te worden : de geografische en demografische elementen en de plaats van de infrastructuren (de posten van de zone, de eventuele administratieve en logistieke gebouwen).

De in deel 2 van de bijlage opgenomen inlichtingen zijn de elementen die minimaal meegedeeld moeten worden. Deze tabel is interessant aangezien de bevolkingsdichtheid er met name in weergegeven wordt. De zone erbij voegt een kaart van de bevolkingsdichtheid. Zo zou men onmiddellijk kunnen zien de stedelijke zones en de landelijke zones.

Een geografische kaart van de zone met de lokalisering van de infrastructuren wordt bijgevoegd.

Deel 3 van de bijlage heeft betrekking op de territoriale organisatie en operationele inzet. In dit deel dient de rol en de organisatie van de infrastructuren die een rol spelen bij de operationele organisatie van de zone beschreven te worden om een zo goed mogelijk gevolg te geven aan de noodoproepen waarbij operationele middelen uitgestuurd moeten worden, met name vanuit het netwerk van posten, en de niveaus van dienstverlening die vastgelegd zijn in het meerjarenbeleidsplan.

Wanneer de zone buiten haar grondgebied intervenieert of wanneer zij gebruik maakt van de middelen van een andere zone in het kader van de snelste adequate hulp, worden de modaliteiten ervan gepreciseerd in het operationeel organisatieschema. Het operationeel organisatieschema bevat informatie over de bijzondere nood- en interventieplannen en de voorafgaande interventieplannen waarvan een lijst als bijlage bij het schema gevoegd zal worden.

In deel 3 van de bijlage heeft punt 1 betrekking op de posten van de zone, de snelste adequate hulp en de adequate middelen. Overeenkomstig het koninklijk besluit van 10 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2012 pub. 27/11/2012 numac 2012000661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen sluiten tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen, bepaalt de zone haar adequate middelen. Het operationeel organisatieschema bevat de door de zone vastgestelde adequate middelen per opdracht in de vorm van een tabel. De tabel wordt aangevuld voor de bijzondere voertuigen van de zone (bijvoorbeeld voor het voertuig "Operationele commandopost").

In deel 3 van de bijlage heeft punt 1.1 betrekking op de lijst van de opdrachten zoals voorzien in artikel 11 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten, met name de proactie, de preventie, de preparatie, de uitvoering en de evaluatie.

In deel 3 van de bijlage heeft punt 1.1.1 betrekking op de algemene opdrachten. Het komt erop aan de algemene opdrachten uitgevoerd door alle posten van de zone op te sommen, met name de operationele opdrachten of de opdrachten inzake logistieke of administratieve ondersteuning.

In deel 3 van de bijlage heeft punt 1.1.2 betrekking op de bijzondere opdrachten. Het komt erop aan de bijzondere opdrachten uitgevoerd door een of meerdere post(en) op te sommen, met name de operationele opdrachten of de opdrachten inzake logistieke of administratieve ondersteuning.

In deel 3 van de bijlage heeft punt 1.2 betrekking op de hiërarchische verantwoordelijke van de posten. De posten worden onder de hiërarchische bevoegdheid geplaatst van een verantwoordelijke officier. Eenzelfde officier kan verantwoordelijk zijn voor meerdere posten. De verantwoordelijke officier brengt verslag uit aan de zonecommandant of aan zijn afgevaardigde. De verantwoordelijke officier wordt geïdentificeerd in het organisatieschema.

In deel 3 van de bijlage heeft punt 1.3 betrekking op de interventievoertuigen van de posten. Het schema omvat een tabel die per post het aantal en het type voertuigen voor de snelste adequate hulp detailleert. De tabel geeft eveneens het totaal aantal per type voertuig voor de zone.

In deel 3 van de bijlage heeft punt 1.4 betrekking op de minimale personeelsbezetting van wacht in de kazerne of oproepbaar, in de vorm van een tabel. Voor alle posten, wordt het aantal brandweerlieden van wacht of oproepbaar, alsook hun graad vermeld. De personeelsbezetting wordt aangepast aan de operationele activiteit van de post en houdt rekening met de beschikbaarheid van de vrijwillige personeelsleden.

In deel 3 van de bijlage heeft punt 1.5 betrekking op de inzet van de middelen. Het principe van de snelste adequate hulp is doorslaggevend bij het uitsturen van de middelen. In geval van onbeschikbaarheid van de adequate middelen van de snelste post(en), zijn het de middelen van de tweede snelste posten met de adequate middelen die uitgestuurd worden. Dit watervalprincipe voor het uitsturen van de snelste adequate middelen wordt zo veel keer als nodig herhaald.

Het schema beschrijft hoe de snelste adequate hulp georganiseerd wordt binnen de zone en tussen zones. Het vermeldt ook de interventiesectoren voor de verschillende posten van de zone, rekening houdend met de snelste adequate hulp. De sectoren van de tweede en derde snelste posten die beschikken over de adequate middelen moeten ook vermeld worden. Volgens de analyse van de beschikbare middelen, wordt het principe van het netwerk van posten ook in aanmerking genomen voor het uitsturen van de nodige middelen. Zo kunnen de nodige middelen voor eenzelfde interventie van verschillende posten komen.

Er wordt een voorbeeldtabel voorzien.

Hetzelfde type tabel kan opgemaakt worden voor andere opdrachten (bijvoorbeeld voor de interventies op de autosnelwegen, rekening houdend met de op- en afritten van de autosnelwegen).

In deel 3 van de bijlage heeft punt 2 betrekking op de tabel van de niveaus van dienstverlening van de zone. De raad legt in het meerjarenplan de niveaus van dienstverlening vast die van toepassing zijn op het grondgebied van de zone. Het operationeel organisatieschema detailleert deze niveaus van dienstverlening per interventiesector en per opdracht.

In deel 3 van de bijlage heeft punt 3 betrekking op de behandeling van de oproep. Het operationeel organisatieschema detailleert hoe de oproep behandeld wordt (van de ontvangst van de oproep tot het uitsturen van de hulp) en beschrijft de werking en de middelen die ingezet worden voor de behandeling van de alarmeringsketen, door de centra 100-112 tot aan het uitsturen van de middelen vanuit de posten van de zone. De verzameling van de statistische gegeven wordt ook uitgelegd.

Als er personeel van de zone betrokken is bij een van de schakels van de alarmeringsketen, beschrijft het operationeel organisatieschema de verzekerde functies, de vereiste competenties en de werkwijze van het personeel. Als er bijzondere procedures bepaald zijn door de zone en toegepast worden door de elementen van de alarmeringsketen, worden deze beschreven.

In deel 3 van de bijlage heeft punt 4 betrekking op de specifieke middelen. De dekking van de risico's die specifieke middelen vereisen, wordt verzekerd door de middelen van de posten die bijdragen tot de dekking van de specifieke risico's, zonder specifieke aansluiting bij een gemeente of een sector.

De zone identificeert de nuttige specifieke middelen voor de uitvoering van de opdrachten op haar grondgebied. Ze kan beroep doen, bij overeenkomst, op de middelen van de andere zones. Een overeenkomst beschrijft de middelen, de inzetmodaliteiten en de administratieve modaliteiten (bijvoorbeeld : de facturatie).

De overeenkomsten waarbij de hulpverleningszone zich ertoe verbonden heeft te interveniëren in andere zones, worden eveneens vermeld.

Voor elk specifiek middel dat de zone gebruikt, realiseert ze een beschrijvende fiche die minstens het volgende bevat : - Het materieel; - Het nodige personeel en de nodige specifieke kwalificaties ervan; - De plaats waar de middelen zich bevinden; - De alarmeringswijze voor de middelen; - De mobilisatietijd van het middel; - ...

In deel 3 van de bijlage heeft punt 5 betrekking op de operationele coördinatie en het operationeel beheer van de bevelvoering. Het operationeel organisatieschema beschrijft de bevelvoeringsketen. De bevelvoeringsketen laat de opschaling toe van de hulpverlening op een coherente en afgemeten wijze in verhouding tot de aard en de ernst van de interventies. De bevelvoeringsketen respecteert de nodige competenties voor de uitoefening van de functie en de door het personeel tijdens de opleidingen verworven competenties. Als er een wachtrol bestaat voor de verschillende bevelvoeringsniveaus, wordt deze in het operationeel organisatieschema beschreven. De bevelvoeringsketen moet de operationele coördinatie op het terrein van het incident, in de eventuele operationele commandopost (CP-Ops)) of het eventuele coördinatiecomité garanderen die vermeld zijn in het koninklijk besluit van 16 februari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/02/2006 pub. 15/03/2006 numac 2006000192 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de nood- en interventieplannen sluiten betreffende de noodplanning, alsook de bijhorende ministeriële omzendbrieven.

In deel 3 van de bijlage heeft punt 6.1 betrekking op de veiligheid tijdens de interventie. Het plan beschrijft alle maatregelen die genomen zijn door de zone om de veiligheid van het personeel tijdens de interventies te verzekeren. Als er bijzondere middelen ingezet moeten worden om de veiligheid van de interveniërende personeelsleden te ondersteunen, beschrijft het plan de na te leven procedures.

In deel 3 van de bijlage heeft punt 6.2 betrekking op de logistieke ondersteuning voor het personeel. De zone voorziet met name de middelen om drank en eten te bezorgen aan de personeelsleden tijdens interventies indien dit nodig is. Het operationeel organisatieschema detailleert de uitvoeringsmodaliteiten van de logistieke ondersteuning.

In deel 3 van de bijlage heeft punt 6.3 betrekking op de psychologische bijstand. Om het risico op post-interventie trauma's te beperken bij de interveniërende personeelsleden, organiseert de zone een psychologische bijstand voor de personeelsleden. Ze kan zich hiertoe aansluiten bij de diensten van een bestaande gespecialiseerde organisatie. Het plan detailleert de ingezette middelen om de psychologische bijstand aan de interveniërende personeelsleden te verzekeren in alle belastende of stresssituaties.

In deel 3 van de bijlage heeft punt 6.4 betrekking op de debriefing, ook "feedback van ervaring" genaamd. De zone stelt de evaluatieprocedures op punt die het mogelijk maken om lessen te trekken uit de operationele inzet (RetEx). Het plan beschrijft de organisatie die de zone invoert om de RetEx te verzekeren en beschrijft de procedures inzake debriefing met het personeel. Deze RetEx kan gebeuren in partnerschap met het Kenniscentrum voor de civiele veiligheid.

In deel 3 van de bijlage behoeft punt 7 geen bijzondere commentaar.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Binnenlandse Zaken Mevr. J. MILQUET

Raad van State, afdeling Wetgeving Advies 55.172/2 van 24 februari 2014 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van de minimale inhoud en de structuur van het operationeel organisatieschema van de hulpverleningszones en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2012 pub. 27/11/2012 numac 2012000661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen sluiten tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen' Op 27 januari 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van de minimale inhoud en de structuur van het operationeel organisatieschema van de hulpverleningszones en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2012 pub. 27/11/2012 numac 2012000661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen sluiten tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen'.

Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 24 februari 2014. De kamer was samengesteld uit Pierre VANDERNOOT, staatsraad, voorzitter, Martine BAGUET en Luc DETROUX, staatsraden, Yves DE CORDT en Marianne DONY, assessoren, en Anne-Catherine VAN GEERSDAELE, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Benoît JADOT, eerste auditeur-afdelingshoofd.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Martine BAGUET. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 24 februari 2014.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voormelde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

ALGEMENE OPMERKINGEN 1. Het ontwerpbesluit strekt ertoe uitvoering te geven aan artikel 22/1 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten "betreffende de civiele veiligheid", dat de Koning belast met het bepalen van de minimale inhoud en de structuur van het operationeel organisatieschema van de hulpverleningszones. Het is de bedoeling dat de minimale inhoud en de structuur van het operationeel organisatieschema in de bijlage bij het ontworpen besluit staan.

Die bijlage is niet nauwkeurig genoeg wat betreft de betekenis van bepaalde gegevens die in het operationeel organisatieschema zullen moeten worden opgenomen. Dat is inzonderheid het geval met de gegevens waarvan sprake is in de punten 2.5 en 3 van het derde deel van de minimale inhoud en de structuur van het operationeel organisatieschema.

Voorts wordt opgemerkt dat het verslag aan de Koning veel vollediger en nauwkeuriger is dan de ontworpen bijlage wat de juiste inhoud van het operationeel organisatieschema betreft. Die inhoud dient evenwel bepaald te worden in het besluit zelf en niet alleen in het verslag aan de Koning.

Het ontwerpbesluit moet worden herzien teneinde met deze opmerking rekening te houden. 2. De artikelen 6 tot 10 van het ontwerpbesluit strekken ertoe het voormelde koninklijk besluit van 10 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2012 pub. 27/11/2012 numac 2012000661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen sluiten `tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen' te wijzigen.Die wijzigingen berusten op de idee dat het operationeel organisatieschema in de plaats komt van het zonaal plan tot bepaling van de voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen waarin het koninklijk besluit van 10 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2012 pub. 27/11/2012 numac 2012000661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen sluiten voorziet.

In dat verband mag niet uit het oog worden verloren dat het zonaal plan waarin het voormelde koninklijk besluit van 10 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2012 pub. 27/11/2012 numac 2012000661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen sluiten voorziet daarin wordt opgevat, als een plan dat zowel in de prezones als in de hulpverleningszones moet worden opgesteld maar dat zulks niet het geval is met het operationeel organisatieschema waarin de voormelde wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten voorziet. De bepalingen van de voormelde wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten die op dat schema betrekking hebben, zijn immers van toepassing op de hulpverleningszones maar het is daarentegen niet de bedoeling dat die bepalingen op de prezones van toepassing zijn (1). De wijzigingen die bij het ontwerpbesluit worden aangebracht in het voormelde koninklijk besluit van 10 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2012 pub. 27/11/2012 numac 2012000661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen sluiten kunnen dan ook niet van toepassing zijn op de prezones.

Wat de hulpverleningszones betreft, is het operationeel organisatieschema, gelet op de bedoeling ervan, bestemd om in de plaats te komen van het zonaal plan waarin het voormelde koninklijk besluit van 10 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2012 pub. 27/11/2012 numac 2012000661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen sluiten voorziet. Om dit zo goed mogelijk tot uiting te brengen, is het beter om de bepalingen van dat besluit waarin voorgeschreven wordt dat het zonaal plan moet worden opgesteld en de inhoud ervan wordt geregeld of die naar dit plan verwijzen, gewoon niet toepasselijk te verklaren op de hulpverleningszones, in plaats van het besluit in kwestie te wijzigen, zoals voorgenomen wordt in de artikelen 6 tot 10 van het ontwerpbesluit (2).

Het ontwerpbesluit moet dienovereenkomstig worden herzien.

BIJZONDERE OPMERKINGEN AANHEF De artikelen 3 en 5 ontlenen hun rechtsgrond aan artikel 22/1 van de voormelde wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten juncto artikel 108 van de Grondwet. Die laatste bepaling moet bijgevolg worden vermeld in een nieuw eerste lid van de aanhef.

DISPOSITIEF Artikel 2 Volgens artikel 2, § 1, 9°, van de voormelde wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten is het operationeel organisatieschema het schema dat de nadere regels bevat van de operationele organisatie en de operationele middelen die nodig zijn om de opdrachten te vervullen die vastgelegd zijn in hoofdstuk II van titel II van de wet.

In het licht van die definitie die in de wet aan de uitdrukking "operationeel organisatieschema" wordt gegeven, is het de Raad van State niet duidelijk wat de juiste strekking is die de steller van het ontwerpbesluit aan het voorliggende artikel beoogt te geven.

De bewoordingen waarin dit artikel is gesteld, kunnen de indruk wekken dat de steller van het ontwerpbesluit wenst af te wijken van de definitie die van het "operationeel organisatieschema" wordt gegeven in artikel 2, § 1, 9°, van de voormelde wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten. Dat zou een schending van die laatste bepaling tot gevolg hebben.

Als de bedoeling van de steller van het ontwerpbesluit er in feite louter in zou bestaan de wettelijke definitie van het "operationeel organisatieschema" te herhalen, dan zou een dergelijke herhaling nutteloos zijn. Bovendien heeft het in een besluit in herinnering brengen van een wetsbepaling het nadeel dat hierdoor verwarring kan ontstaan omtrent de ware juridische aard ervan.

Het ontwerpbesluit moet dienovereenkomstig worden herzien.

Artikel 5 Artikel 66 van de voormelde wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten legt de bevoegdheden vast van de technische commissie die binnen elke hulpverleningszone wordt opgericht.

Geen enkele wetsbepaling machtigt de Koning om die bevoegdheden nader te bepalen of uit te breiden.

Afgezien van de bijzondere bevoegdheid die bij het eerste lid van artikel 66 van de voormelde wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten aan de technische commissie wordt opgedragen, wordt het, in het tweede lid van datzelfde artikel, bovendien aan de organen van elke zone overgelaten om te bepalen in welke gevallen het advies van de technische commissie inzake de operationele organisatie van de zone moet worden ingewonnen.

De Koning is bijgevolg niet bevoegd om de zonecommandant te verplichten het advies van de technische commissie in te winnen alvorens het operationeel organisatieschema aan te passen.

De woorden "na advies van de technische commissie" moeten bijgevolg vervallen.

Artikel 12 Doordat in het voorliggende artikel wordt bepaald dat artikel 22/1 van de voormelde wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten en het ontworpen besluit in werking treden "[o]p hetzelfde ogenblik als het koninklijk besluit waarin wordt vastgesteld dat de voorwaarden bedoeld in artikel 220 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten [...] zijn vervuld", bevat dit artikel een bepaling die niet van toepassing kan zijn op de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp. Zoals uitdrukkelijk is bevestigd in artikel 17, § 1, 12°, van de voormelde wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten, is artikel 220 van die wet immers niet van toepassing op de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp.

Het is evenwel de bedoeling dat artikel 22/1 van de voormelde wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten op dat orgaan van toepassing is (3). Hetzelfde geldt voor het ontworpen besluit (4).

De tekst moet dus worden aangevuld met de datum waarop artikel 22/1 van de voormelde wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten en het ontworpen besluit in werking treden voor wat betreft de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp.

De griffier, Anne-Catherine VAN GEERSDAELE De voorzitter, Pierre VANDERNOOT _______ Nota's (1) In dat verband wordt heel in het bijzonder opgemerkt dat, in artikel 221/1, § 3, van de voornoemde wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten, artikel 22/1 niet wordt vermeld bij de bepalingen van deze wet die op de prezones van toepassing zijn.Bovendien moet erop worden gewezen dat artikel 221/1, § 2, 4°, van de voormelde wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten, voorziet in het opstellen en goedkeuren, in de prezones, van een "operationeel organisatieplan van de zone" waarvoor de specifieke regels gelden die deze bepaling bevat; krachtens artikel 13 van het voornoemd koninklijk besluit van 10 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2012 pub. 27/11/2012 numac 2012000661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen sluiten, wordt het zonaal plan tot bepaling van de voorwaarden van de snelste adequate hulp en de adequate middelen als bijlage "gevoegd [bij] het operationeel organisatieplan van de zone bedoeld in artikel 221/1, § 2, 4°, van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten". (2) In dat verband mag artikel 2, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 10 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2012 pub. 27/11/2012 numac 2012000661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen sluiten niet over het hoofd worden gezien.(3) Dat artikel is niet opgenomen in de lijst van de bepalingen die, krachtens artikel 17, § 1, van de voormelde wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten, niet van toepassing zijn op de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp.(4) Dit wordt bevestigd in artikel 11 ervan. 25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale inhoud en de structuur van het operationeel organisatieschema van de hulpverleningszones en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2012 pub. 27/11/2012 numac 2012000661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen sluiten tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid, de artikelen 22/1 en 224, tweede lid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 10 december 2013;

Gelet op het akkoord van de minister van Begroting gegeven op 21 januari 2014;

Gelet op het advies nr. 55.172/2 van de Raad van State, gegeven op 24 februari 2014, op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Titel I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder : 1° wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten : de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid;2° zone : de hulpverleningszone bedoeld in artikel 14 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten;3° raad : de zoneraad bedoeld in artikel 24 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten;4° college : het zonecollege bedoeld in artikel 55 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten;5° zonecommandant : de zonecommandant bedoeld in artikel 109 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten;6° meerjarenbeleidsplan : het meerjarenbeleidsplan bedoeld in artikel 23 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten;7° jaarlijks actieplan : het jaarlijks actieplan bedoeld in artikel 23, § 3 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten;8° operationeel organisatieschema : het operationeel organisatieschema bedoeld in artikel 22/1 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten;9° niveau van dienstverlening : de dekkingsgraad voor een gegeven grondgebied, namelijk de interventietermijn voor een bepaalde opdracht op een bepaald grondgebied en het adequaat reactiepercentage binnen deze termijn. Hoofdstuk II. - Het operationeel organisatieschema

Art. 2.Het operationeel organisatieschema wordt ter beschikking gesteld van de leden van de raad, van de algemene inspectie van de diensten van de civiele veiligheid bedoeld in artikel 168 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten, van de aangrenzende zones, van de gouverneur van de provincie en van het personeel van de zone.

Art. 3.De minimale inhoud en de structuur van het operationeel organisatieschema wordt vastgesteld volgens het als bijlage bij dit besluit gevoegde model.

Art. 4.De zonecommandant voert een driejaarlijkse evaluatie van het schema uit, met name aan de hand van de interventiestatistieken.

Het schema wordt in voorkomend geval aangepast naar gelang van de resultaten van de evaluatie.

Hoofdstuk III. - Wijzigingsbepalingen

Art. 5.De titel van hoofdstuk 3 van het koninklijk besluit van 10 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2012 pub. 27/11/2012 numac 2012000661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen sluiten tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen wordt vervangen als volgt : « Plan van de prezone betreffende de voorwaarden van de snelste adequate hulp en betreffende de adequate middelen ».

Art. 6.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, eerste lid, wordt vervangen door : « Het prezonaal plan betreffende de voorwaarden van de snelste adequate hulp en betreffende de adequate middelen, hierna « het plan » genoemd, bepaalt de inzet van de door dit besluit voorziene middelen en van de adequate middelen die specifiek zijn voor de zone.2° In § 1, tweede lid, worden de woorden « en de prioriteiten bepaald in het meerjarenbeleidsplan » geschrapt;3° In § 1, vierde en vijfde lid, wordt het woord « zone(s) » vervangen door het woord « prezone(s) »;4° § 2 en § 3 worden opgeheven.

Art. 7.In artikel 9 van hetzelfde besluit, wordt het woord « zone » vervangen door het woord « prezone ».

Art. 8.In artikel 12, tweede lid, van hetzelfde besluit, wordt de laatste zin vervangen door « Hiertoe stellen de prezones een plan op waarvan de inhoud conform artikel 8 is en stellen de zones een operationeel organisatieschema op, georganiseerd door het koninklijk besluit van 25 april 2014 tot vaststelling van de minimale inhoud en de structuur van het operationeel organisatieschema van de hulpverleningszones en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2012 pub. 27/11/2012 numac 2012000661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen sluiten tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen. ».

Hoofdstuk IV. - Slotbepalingen

Art. 9.Voor de toepassing van dit besluit, wanneer de term "zone" wordt gebruikt, beoogt deze eveneens de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp. De bevoegdheden die door dit besluit toegekend zijn aan de raad, het college en de zonecommandant worden in dit geval uitgeoefend door de bevoegde organen van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp.

Art. 10.Treden in werking op 1 januari 2015 : 1° artikel 22/1 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid;2° dit besluit. In afwijking van het eerste lid treedt dit besluit, voor de prezones vermeld in artikel 220, § 1, tweede lid, van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten, in werking op de datum bepaald door de raad waarop de brandweerdienst in de zone geïntegreerd wordt, en ten laatste op 1 januari 2016.

Art. 11.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET

Bijlage : Minimale inhoud en de structuur van het operationeel organisatieschema DEEL 1 : ALGEMENE BEPALINGEN. 1. ALGEMEEN. 1.1 Bestaansreden van het operationeel organisatieschema (territoriale draagwijdte en grenzen van de actie van het schema) 1.2. Inhoudsopgave 2. BEVOEGDHEDEN EN OPDRACHTEN VAN DE ZONE 3.ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE VAN DE ZONE 3.1 Samenstelling van de raad. 3.2 Samenstelling van het college. 3.3 Leiding van de zone.

Het komt er met name op aan om het bestaan van de verschillende directies binnen de zone en om de rol zonecommandant te definiëren. 3.4 Samenstelling van de technische commissie en van het directieteam (état-major). 3.5 Organogram van de zone.

DEEL 2 : GEOGRAFISCHE EN DEMOGRAFISCHE ELEMENTEN VAN DE ZONE. Code INS

Gemeente

Locatie van de infrastructuur (post, administratief gebouw, logistiek gebouw, ...)

Bevolking

Oppervlakte

Bevolkings- dichtheid

Totaal per zone :

De zone voegt een kaart van de bevolkingsdichtheid bij om de stedelijke en landelijke zones te kunnen bepalen.

Er wordt een geografische kaart van de zone met de locatie van de infrastructuren bijgevoegd.

DEEL 3 : TERRITORIALE ORGANISATIE EN OPERATIONELE INZET. 1. DE POSTEN VAN DE ZONE EN DE SNELSTE ADEQUATE HULP - ADEQUATE MIDDELEN 1.1 Opdrachten van de posten. 1.1.1. Algemene opdrachten (operationele opdrachten en ondersteuningsopdrachten uitgevoerd door alle posten van de zone). 1.1.2. Bijzondere opdrachten (operationele opdrachten en ondersteuningsopdrachten uitgevoerd door een of meerdere posten van de zone).

Het operationele organisatieschema vermeldt de bijzondere nood- en interventieplannen en de voorafgaande interventieplannen die zullen worden opgelijst in de bijlage van het schema. 1.2. Hiërarchische verantwoordelijke van de posten.

De posten worden onder de hiërarchische bevoegdheid geplaatst van een verantwoordelijke officier. Eenzelfde officier kan verantwoordelijk zijn voor meerdere posten. De verantwoordelijke officier brengt verslag uit aan de zonecommandant of aan zijn afgevaardigde. De verantwoordelijke officier wordt geïdentificeerd in het organisatieschema. 1.3. Interventievoertuigen van de posten in tabelvorm

Post

Multifunctionele AP

AP

Snelle hulp- wagen

Tankwagen

Luchttoestel

Ambulance

signalisatie- wagen

Commando- wagen

Post 1

Post 2

Post n

1.4. De minimale personeelsbezetting van wacht in de kazerne of oproepbaar per post in tabelvorm.

Post

Dag Brandweerlieden van wacht in de kazerne per graad

Dag Oproepbare brandweerlieden per graad

Nacht Brandweerlieden van wacht in de kazerne per graad

Nacht Oproepbare brandweerlieden per graad

Post 1

Post 2

Post n

1.5. Inzet van de middelen.

Het principe van de snelste adequate hulp is doorslaggevend bij het uitsturen van de middelen. In geval van onbeschikbaarheid van de adequate middelen van de snelste post(en), zijn het de middelen van de tweede snelste posten met de adequate middelen die uitgestuurd worden.

Dit watervalprincipe voor het uitsturen van de snelste adequate middelen wordt zo veel keer als nodig herhaald.

Het schema beschrijft hoe de snelste adequate hulp georganiseerd wordt binnen de zone en tussen zones. Het vermeldt ook de interventiesectoren voor de verschillende posten van de zone, rekening houdend met de snelste adequate hulp. De sectoren van de tweede en derde snelste posten die beschikken over de adequate middelen moeten ook vermeld worden. Volgens de analyse van de beschikbare middelen, wordt het principe van het netwerk van posten ook in aanmerking genomen voor het uitsturen van de nodige middelen. Zo kunnen de nodige middelen voor eenzelfde interventie van verschillende posten komen. 1.5.1. Brand

Snelste post

2e snelste post

3e snelste post

Sector 1

P1

P2

P4

Sector 2

P2

P4

P8

Sector 3

P3

P7

P8

1.5.3. Andere interventies

Snelste post

2e snelste post

3e snelste post

Sector 1

P2

P4

P8

Sector 2

P2

P4

P8

Sector 3

P3

P7

P8

2. TABEL : NIVEAU VAN DIENSTVERLENING VAN DE ZONE In uitvoering van het meerjarenbeleidsplan legt de raad niveaus van dienstverlening vast die van toepassing zijn op het grondgebied van de zone.Het operationeel organisatieschema detailleert deze niveaus van dienstverlening per interventiesector en per opdracht.

Interventiesector

Opdracht « a »

Opdracht « b »

Opdracht « n »

Percentage a1

Percentage b1

Percentage c1

Percentage a2

Percentage b2

Percentage c2

Percentage an

Percentage bn

Percentage cn

3. BEHANDELING VAN DE OPROEP. Het operationeel organisatieschema detailleert hoe de alarmering (van de aanname van de oproep tot het uitsturen van de hulpverlening) behandeld wordt en beschrijft de werking en de middelen die ingezet worden voor de behandeling van de alarmeringsketen door de centra 100-112 tot het uitsturen van de middelen vanuit de posten van de zone. De verzameling van statistische gegevens wordt ook uitgelegd.

Als er personeel van de zone betrokken is bij een van de schakels van de alarmeringsketen, beschrijft het operationeel organisatieschema de verzekerde functies, de vereiste competenties en de werkwijze van het personeel. Als er bijzondere procedures vastgelegd zijn door de zone en uitgevoerd worden door de elementen van de alarmeringsketen, dan worden deze beschreven. 4. SPECIFIEKE MIDDELEN (voor de specifieke risico's). De zone identificeert de nuttige specifieke middelen voor de uitvoering van de opdrachten op haar grondgebied. Ze kan beroep doen, bij overeenkomst, op de middelen van de andere zones. Een overeenkomst beschrijft de middelen, de inzetmodaliteiten en de administratieve modaliteiten (bijvoorbeeld : de facturatie).

De overeenkomsten waarbij de hulpverleningszone zich ertoe verbonden heeft te interveniëren in andere zones, worden eveneens vermeld.

Voor elk specifiek middel dat de zone gebruikt, realiseert ze een beschrijvende fiche die minstens het volgende bevat : - Het materieel; - Het nodige personeel en de nodige specifieke kwalificaties ervan; - De plaats waar de middelen zich bevinden; - De alarmeringswijze voor de middelen; - De mobilisatietijd van het middel; - ... 5. OPERATIONELE COORDINATIE EN OPERATIONEEL BEHEER VAN DE BEVELVOERING.(beschrijving van de bevelvoeringsketen).

Het operationeel organisatieschema beschrijft de bevelvoeringsketen.

De bevelvoeringsketen laat de opschaling toe van de hulpverlening op een coherente en afgemeten wijze in verhouding tot de aard en de ernst van de interventies. De bevelvoeringsketen respecteert de nodige competenties voor de uitoefening van de functie en de door het personeel tijdens de opleidingen verworven competenties. Als er een wachtrol bestaat voor de verschillende bevelvoeringsniveaus, wordt deze in het operationeel organisatieschema beschreven. De bevelvoeringsketen moet de operationele coördinatie op het terrein van het incident, in de eventuele operationele commandopost (CP-Ops)) of het eventuele coördinatiecomité garanderen die vermeld zijn in het koninklijk besluit van 16 februari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/02/2006 pub. 15/03/2006 numac 2006000192 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de nood- en interventieplannen sluiten betreffende de noodplanning, alsook de bijhorende ministeriële omzendbrieven. 6. VARIA. 6.1. De veiligheid tijdens de interventie. (maatregelen om de veiligheid van het personeel tijdens de interventies te verzekeren).

Het plan beschrijft alle maatregelen die genomen zijn door de zone om de veiligheid van het personeel tijdens de interventies te verzekeren.

Als er bijzondere middelen ingezet moeten worden om de veiligheid van de interveniërende personeelsleden te ondersteunen, beschrijft het plan de na te leven procedures. 6.2. Logistieke ondersteuning voor het personeel.

De zone voorziet met name de middelen om drank en eten te bezorgen aan de personeelsleden tijdens interventies indien dit nodig is. Het operationeel organisatieschema detailleert de uitvoeringsmodaliteiten van de logistieke ondersteuning. 6.3. Psychologische bijstand voor het personeel.

Om het risico op post-interventie trauma's te beperken bij de interveniërende personeelsleden, organiseert de zone een psychologische bijstand voor de personeelsleden. Ze kan zich hiertoe aansluiten bij de diensten van een bestaande gespecialiseerde organisatie. Het plan detailleert de ingezette middelen om de psychologische bijstand aan de interveniërende personeelsleden te verzekeren in alle belastende of stresssituaties. 6.4. Debriefing / Feedback van ervaring.

De zone stelt de evaluatieprocedures op punt die het mogelijk maken om lessen te trekken uit de operationele inzet (RetEx). Het plan beschrijft de organisatie die de zone invoert om de RetEx te verzekeren en beschrijft de procedures inzake debriefing met het personeel. 7. BIJLAGEN. - kaart van de bevolkingsdichtheid - geografische kaart van de zone met de locatie van de infrastructuren - de bijzondere nood- en interventieplannen en de voorafgaande interventieplannen - andere Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 25 april 2014 tot vaststelling van de minimale inhoud en de structuur van het operationeel organisatieschema van de hulpverleningszones en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2012 pub. 27/11/2012 numac 2012000661 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen sluiten tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET