gepubliceerd op 18 mei 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de nieuwe en overgangsbepalingen voor de functie- en loopbaanclassificatie van de bedienden en kaderleden in dienst getreden vóór 1 oktober 2003
25 APRIL 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de nieuwe en overgangsbepalingen voor de functie- en loopbaanclassificatie van de bedienden en kaderleden in dienst getreden vóór 1 oktober 2003 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de nieuwe en overgangsbepalingen voor de functie- en loopbaanclassificatie van de bedienden en kaderleden in dienst getreden vóór 1 oktober 2003.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 april 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2006 Nieuwe en overgangsbepalingen voor de functie- en loopbaanclassificatie van de bedienden en kaderleden in dienst getreden vóór 1 oktober 2003 (Overeenkomst geregistreerd op 23 juni 2006 onder het nummer 80137/CO/328.03) Preambule Deze collectieve arbeidsovereenkomst vormt de derde stap van de uitvoering van de functieclassificatie en loopbanen in de onderneming.
Ze consolideert de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 maart 2005 betreffende de principes van de functieclassificatie en heeft betrekking op de bedienden en de kaderleden die in dienst getreden zijn vóór 1 oktober 2003 (met uitzondering van het directiepersoneel).
Ze is gebaseerd op de volgende principes : 1. De "historische" verworvenheid wordt niet ter discussie gesteld. Dat betekent dat : 1.1. de vlakke loopbanen (buiten promotie) van het personeel dat vóór 1 oktober 2003 in dienst getreden is niet ter discussie worden gesteld, zelfs in geval van te hoge classificatie.
Opmerking - Vlakke loopbanen : - onder de vorm van de overgang naar een hoger barema ° overgang van de opzichters naar barema 23 bij 15 jaar functie-uitoefening; ° overgang van de werkplaatsonderchefs, onderhoudsonderchefs, depotonderchefs, en de spoorleggers naar barema 24 bij 15 jaar functie-uitoefening; ° overgang van de onderhoudschefs, werkplaatschefs, depotchefs en spoorleggers naar barema 27 bij 15 jaar functie-uitoefening; ° overgang van barema 26 (sectiechef) naar barema 28 (technisch inspecteur) bij 10 jaar in de graad van sectiechef; - onder de vorm van de toekenning van barematoeslagen of premies ° vlakke loopbanen van barema's 16, 22, 23, 24, 27 en afgeleiden; ° vlakke loopbaan van de gespecialiseerde gediplomeerde klerken barema 22.6/22.7. - mits inachtneming van alle vereiste voorwaarden en vooral de positieve evaluaties. 1.2. op het niveau van de functieklassen 8a en 8b (hetzij de gelijkwaardige barema's 23.7 en 24.7) wordt een historiciteitsindex toegepast voor het personeel dat 20 jaar anciënniteit heeft op 1 oktober 2003, waardoor deze barema's worden verlengd tot 130 pct. (135 pct. indien 25 jaar anciënniteit) van het referentieloon*. De historiciteitsindex is niet meer van toepassing voor de promoties vanaf 1 januari 2011. *Enkel geldig voor de promoties van diegenen die zich in de barema's 22.6 en 22.7 bevinden. 2. Naleving van de gelijkheid van kansen die op de volgende manier geconcretiseerd wordt : 2.1. elke vacante betrekking wordt gepubliceerd binnen de onderneming zodat het personeel waarvan het profiel overeenstemt met de vereisten te gelegenertijd kan solliciteren. 2.2. wanneer er ook extern naar kandidaten wordt gezocht, gaat de voorkeur, bij gelijke bekwaamheden, altijd naar de interne kandidaat. 3. Behoudens uitdrukkelijk voorziene uitzonderingen zijn de nieuwe barema's van toepassing.Dit betekent dat de nieuwe barema's slechts van toepassing zijn voor het personeel dat in dienst getreden is vóór 1 oktober 2003, wanneer de baremasituatie gewijzigd wordt ten gevolge van een promotie, een functie-uitbreiding of een herpositionering van de bestaande functie in een hogere klasse (conform de principes van de functieclassificatie).
Bovendien behouden de personeelsleden hun statuut, wanneer ze overgaan naar de nieuwe barema's.
Tenslotte is de keuze, wanneer deze bestaat, om over te gaan naar de nieuwe barema's of in de oude barema's te blijven, onomkeerbaar.
Het volgende wordt overeengekomen :
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgever die valt onder het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest alsook op al zijn bedienden en kaderleden aangeworven vóór 1 oktober 2003. Deze overeenkomst is niet van toepassing op het directiepersoneel.
Ze heeft betrekking op de arbeiders die bediende worden, zonder afbreuk te doen aan de bestaande arbeidersbarema's.
Art. 2.Voorwerp Deze collectieve arbeidsovereenkomst betreft de consolidatie van de bestaande overeenkomsten betreffende de functieclassificatie en de instelling van nieuwe overgangsbepalingen op het gebied van loopbanen voor het personeel aangeworven vóór 1 oktober 2003.
I. Definitie en gevolgen van de mechanismen van functieclassificatie
Art. 3.Positionering Elke functie is geklasseerd in de functiematrix met inachtneming van haar relatieve gewicht in de organisatie van de onderneming en de verantwoordelijkheden die ze heeft. De positionering is de klassering van een functie in een functieklasse die overeenstemt met het huidige loonbarema.
Art. 4.Herpositionering 4.1. Definitie De herpositionering van een functie is de klassering van een functie in een klasse waarvan het loonbarema hoger ligt dan het huidige loopbarema, terwijl de functie geen enkele wijziging van verantwoordelijkheden heeft ondergaan, noch wijzigingen van verantwoordelijkheden die de overgang naar een hogere functieklasse niet rechtvaardigen. De herpositionering gebeurt enkel ter gelegenheid van de invoering van het systeem van functieclassificatie. 4.2. Gevolgen a) De herpositionering uit zich in principe door de koppeling aan het barema van de overeenstemmende klasse in de nieuwe barema's, met behoud van het oude statuut.b) Bij de overgang naar de nieuwe barema's wordt er rekening gehouden met de vaste premies alsook met de volgende stap van de evolutie van de vlakke loopbaan (binnen een termijn van 4 jaar) (behalve de met promotie gelijkgestelde stap van de vlakke loopbaan) in de oude barema's.De slaagpremies voor de examens en de premies voor waarneming van een functie komen in dit proces niet aan bod en worden behouden.
Opmerking De titularissen van een functie die wordt geherpositioneerd hebben de mogelijkheid om naar de nieuwe barema's over te gaan of hun huidige loopbaan voort te zetten.
De berekening van de overgang naar een nieuw barema wordt uitgevoerd met inachtneming van de baremasituatie van de titularis op het moment van de herpositionering van de functie (hetzij op de datum van de ondertekening van deze overeenkomst).
De titularis kan zijn keuze bekendmaken tot en met 31 december 2006.
Er is geen terugwerkende kracht. Dit betekent dat de overgang naar het nieuwe barema plaatsvindt op de datum van de keuze zonder werking in het verleden.
Art. 5.Functie-uitbreiding 5.1. Definitie Wanneer de verantwoordelijkheden van een functie worden uitgebreid en deze functie dus wordt gepositioneerd in een hogere klasse, spreekt men van een functie-uitbreiding.
Opmerking Op basis van de behoeften van de organisatie kan het verantwoordelijkheidsdomein van een functie uitgebreid worden ten gevolge van een herverdeling van de verantwoordelijkheden, een reorganisatie of de invoering van nieuwe processen. 5.2. Gevolgen a) Aangezien het gaat om een versterking van de verantwoordelijkheden, wordt de uitreiking gevaloriseerd door een verhoging met 5 pct.op voorwaarde dat de titularis slaagt voor een bekwaamheidsproef voor de uitgeoefende functie, indien de functie-uitbreiding bijzondere gedragsvoorwaarden of een technische bevestigingstest vereist. De slaagpremies voor de examens en de premies voor waarneming van een functie worden behouden.
Deze valorisatie mag plaatsvinden op voorwaarde dat de titularis de functie gedurende minstens 2 jaar vóór de uitreiking heeft uitgeoefend. Zoniet moet gewacht worden tot deze termijn van 2 jaar verstreken is. b) De uitreiking wordt geconcretiseerd door een overgang naar de nieuwe barema's, met behoud van het oude statuut. Opmerking In het geval van niet-slagen voor de gedragsbekwaamheid, kan een tweede poging worden ondernomen binnen een termijn van maximum 3 jaar, mits een opleiding in voorkomend geval.
Bij wijze van overgang kan het personeelslid in kwestie, tot eind 2008, kiezen om tot het moment van de wijziging in de oude barema's te blijven, maar dit zonder de verhoging met 5 pct.. De titularis blijft dus in het barema van de functie vóór de uitbreiding.
Vanaf 2009 komt het personeelslid in de nieuwe barema's terecht en, indien hij daar belang bij heeft, op hetzelfde niveau als in zijn oude barema.
De berekening van de overgang naar het nieuwe barema wordt uitgevoerd met inachtneming van de baremastudie van de titularis van de functie op het moment dat hij slaagt voor de gedragsbekwaamheidstest of de technische bevestigingstest.
Art. 6.Gedragsbekwaamheidstest 6.1. De gedragsbekwaamheidstest is een evaluatie van de gedragsbekwaamheden teneinde zich ervan te vergewissen dat het personeelslid in kwestie de gedragsbekwaamheden bezit die vereist zijn voor de goede uitoefening van een functie. 6.2. De gedragsbekwaamheidstest wordt gebruikt in het kader van een promotie of een functie-uitbreiding.
In geval van niet slagenvoor de gedragsbekwaamheidstest, kan men zich niet kandidaat stellen voor proeven voor een functie die dezelfde gedragsbekwaamheden vereist gedurende een periode van maximum 3 jaar, mits, in het kader van een functie-uitbreiding, het volgen van een opleiding.
Opmerkingen De gedragsbekwaamheidstest kan in vier situaties worden gebruikt : 1° in geval van overgang naar functies van ondersteunend management (omkadering "net", opzichter); 2° wanneer bijzondere gedragsbekwaamheden vereist zijn voor de functie (dispatchers, opleiders, bepaalde overgangen van arbeiders- naar bediendestatuut...); 3° in geval van functie-uitbreiding;4° in geval van overgang naar de functies van middle management (functieklasse 8a). Het kan gaan om een schiftende of een begeleidende test (in het geval van een functie-uitbreiding).
Rekening houdend met de aard van de gedragsbekwaamheidstest wordt een feedback voorzien en is geen verhaal mogelijk.
II. Specifieke en unieke procedure op het gebied van regularisatie
Art. 7.Overgang van arbeiders- naar bediendestatuut voor functies, uitgeoefend door arbeiders, die door de functieclassificatie geïdentificeerd worden als behorende tot het bediendestatuut 7.1. Deze verandering van statuut wordt uitgevoerd voor de bestaande gevallen wanneer aan alle voorwaarden is voldaan.
In dit kader, zijn de voorwaarden waaraan tegelijk moet worden voldaan de volgende : 1. een functie uitoefenen die duidelijk geïdentificeerd wordt als een bediendefunctie;2. een anciënniteit van 3 jaar in de functie bezitten;3. slagen voor een gedragsbekwaamheidstest en een schriftelijke test (in geval van promotie).In geval van niet-slagen kan de test een tweede maal worden afgelegd binnen de 2 jaar; 4. voldoen aan de voorwaarde voor het taalexamen. 7.2. De overgang naar het bediendestatuut kan een van de volgende vormen aannemen : - een promotie (met een stijging van 10 pct. en overgang naar de nieuwe barema's) wanneer een verandering optreedt in de verantwoordelijkheden van de titularis, die leidt tot de overgang naar een hogere functieklasse. Een gedragsbekwaamheidstest moet beslissend zijn; - een herpositionering (met een koppeling aan het barema van de overeenstemmende klasse in de nieuwe barema's) wanneer er geen verandering optreedt in de verantwoordelijkheden van de titularis.
De gevallen van regularisatie die vallen onder de toepassing van dit artikel worden binnen de 3 maanden van de ondertekening van deze collectieve overeenkomst geïdentificeerd en moeten worden geëvalueerd in het kader van het paritair comité voor evaluatie.
III. Gevolgen op het niveau van de baremische loopbanen
Art. 8.Overgang naar de nieuwe barema's zonder overgang naar het nieuwe statuut In de volgende gevallen wordt er overgegaan naar de nieuwe barema's, maar niet naar de nieuwe statuten (behalve in sommige gevallen die in de versnelde procedure zijn voorzien) : - functie-uitbreiding, met een verhoging van 5 pct.; - promotie naar een functie die werd uitgebreid; - promotie naar een functie die werd geherpositioneerd in de nieuwe barema's; - promotie van een functie die bezoldigd wordt in de nieuwe barema's; - overgang van het arbeidersstatuut naar het bediendestatuut voor de functies die regularisaties zijn van historische gevallen, alsook voor de administratieve arbeidersfuncties die zich in klasse 4b bevinden.
IV. Inwerkingtreding
Art. 9.Inwerkingtreding Deze arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2006 en wordt voor onbepaalde duur afgesloten.
Elke ondertekenende partij mag deze collectieve arbeidsovereenkomst verbreken, mits een opzeg van drie maanden, betekend aan de andere partij per aangetekend schrijven bij de post. De partij die het initiatief neemt deze collectieve arbeidsovereenkomst te verbreken is gehouden tot het preciseren van de motieven en het formuleren van een voorstel tot nieuwe tekst.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Bijlage I aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de nieuwe en overgangsbepalingen voor de functie- en loopbaanclassificatie van de bedienden en kaderleden in dienst getreden vóór 1 oktober 2003 Functieclassificatie (nieuwe overgangsmaatregelen) herspositionering van de functie (artikel 4.2) - Voorbeeld
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Bij de koppeling aan het baremaniveau wordt rekening gehouden met het volledige baremabedrag met toevoeging van de premie van sociale programmatie, de haard- en standplaatstoelage, indien verschuldigd, de premie van verdienste, indien verschuldigd, de volgende stap in de vlakke loopban binnen een termijn van maximum 4 jaar (uitgezonderd de met een promotie gelijkgestelde stappen in de vlakke loopbaan). De premie voor functiewaarnemer en de slaagpremie spelen niet mee in de berekening en worden behouden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Bijlage II aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de nieuwe en overgangsbepalingen voor de functie- en loopbaanclassificatie van de bedienden en kaderleden in dienst getreden vóór 1 oktober 2003 Functieclassificatie (nieuwe overgangsmaatregelen) - Functie-uitbreiding (artikel 5.2.) - Voorbeelden
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
De verhoging van 5 pct. wordt berekend op het volledige baremabedrag.
Aan het aldus verkregen bedrag wordt de premie van sociale programmatie toegevoegd alsook de haard- en standplaatstoelage, indien verschuldigd, en de premie van verdienste, indien verschuldigd. De premie voor functiewaarnemer en de slaagpremie spelen niet mee in de berekening en worden behouden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Bijlage III aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de nieuwe en overgangsbepalingen voor de functie- en loopbaanclassificatie van de bedienden en kaderleden in dienst getreden vóór 1 oktober 2003 Functieclassificatie (nieuwe overgangsmaatregelen) - Gedragsbekwaamheidstest - Verdeling van de 65 pct. (artikel 6) Verdeling over 65 pct. van de punten voor de proeven, het gewicht van de bekwaamheidstest en de technische test Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Uiteraard hebben de bekwaamheidstest en de technische test een schiftend karakter. Het resultaat behaald voor de ene test compenseert dus niet het eventuele onvoldoende resultaat behaald voor de andere test.
Om te slagen moet men voor elk van beide proeven een resultaat van 60 pct. behalen. De uiteindelijke rangschikking zal gebaseerd zijn op het tot 65 pct. herleide totaal van beide tests, het evaluatie- en anciënniteitscijfer.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 april 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN