Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 april 2004
gepubliceerd op 01 juni 2004

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2004022364
pub.
01/06/2004
prom.
25/04/2004
ELI
eli/besluit/2004/04/25/2004022364/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 APRIL 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 23, § 2, gewijzigd bij de wetten van 25 januari 1999 en 22 augustus 2002 en bij het koninklijk besluit van 25 april 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, 2e lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en de prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen, inzonderheid op hoofdstuk II van de bijlage, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 mei 1996 en 15 april 2002;

Gelet op het advies uitgebracht op 15 mei 2003 door de Raad voor advies inzake revalidatie, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;

Gelet op het advies uitgebracht op 11 juni 2003 door het College van geneesheren-directeurs, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;

Gelet op het advies uitgebracht op 23 juli 2003 door de Commissie voor begrotingscontrole van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;

Gelet op het advies uitgebracht op 28 juli 2003 door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 oktober 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, van 10 februari 2004;

Gelet op het advies 36.720/1 van de Raad van State, gegeven op 18 maart 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale zaken, Besluit :

Artikel 1.In hoofdstuk II van de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, 2e lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 mei 1996 en 15 april 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° na de verstrekking 771536-771540 wordt de volgende verstrekking ingevoegd : « 771551-771562 Individuele revalidatiezitting door een orthoptist, die ten minste 60 minuten duurt .. . . . R 35 » 2° de bepalingen onder A, B, C en D worden vervangen als volgt : « A.De zittingen 771536-771540 en 771551-771562 worden gewijd aan orthoptische behandelingen met schriftelijk tussentijds technisch verslag gestuurd aan de voorschrijvend geneesheer voorzien in punt B 1° of 2° hieronder en dat de evolutie beschrijft van de rechthebbende die de voorgeschreven behandeling volgt.Die zittingen kunnen omvatten : - orthoptische oefeningen; - amblyopiebehandeling; - visuele stimulatie van slechtziende rechthebbenden; - stimulatie van de visuele functies van rechthebbenden met neurofysiologische stoornissen; - aanpassen van prismaglazen; - aanpassen en leren manipuleren van "low-vision" hulpmiddelen.

B. 1. De zitting 771536-771540 moet worden voorgeschreven door een geneesheer-specialist voor oftalmologie. 2. De zitting 771551-771562 moet worden voorgeschreven door een geneesheer-specialist voor oftalmologie met een aanvullende erkenning als geneesheer-specialist voor functionele revalidatie.Zij wordt voorbehouden aan de rechthebbenden met een gezichtsdeficiëntie die gekenmerkt wordt door ofwel een gecorrigeerde gezichtsscherpte lager dan of gelijk aan 3/10 aan het beste oog, of door een of meer aantastingen van het gezichtsveld die meer dan 50 % van de centrale zone van 30° beslaan of die het gezichtsveld concentrisch verminderen tot minder dan 20°, ofwel door een volledige altitudinale hemianopsie, een oftalmoplegie, een oculomotorische apraxie of een oscillopsie (subjectieve instabiliteit van het gezichtsveld), ofwel door een ernstige gezichtsstoornis (zoals : visuele agnosie, verwaarlozing van een lichaamshelft, ontbreken van discriminatie figuur-achtergrond...) die voortvloeit uit een geobjectiveerde cerebrale pathologie. 3. In alle gevallen moet de voorschrijvend geneesheer de volgende elementen preciseren : - de aard van de stoornissen en van de gezichtsdeficiëntie, die het voorschrift van orthoptiezittingen rechtvaardigt; - de doelstellingen die deze geneesheer nastreeft met het voorschrift van die zittingen; - het type aangevraagde zittingen, alsook hun aantal en frequentie.

C. 1. De aanvraag tot tegemoetkoming moet onverwijld op verzoek van de rechthebbende worden ingediend bij de adviserend geneesheer van zijn ziekenfonds, zijn gewestelijke dienst of de Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. De tegemoetkoming wordt geweigerd voor zittingen die meer dan 30 dagen vóór de datum van ontvangst door de adviserend geneesheer, zijn verricht. 2. De aanvraag moet de identificering van de orthoptist die de zittingen zal uitvoeren, mogelijk maken. D. 1. Ieder akkoord voor verzekeringstegemoetkoming mag maximum betrekking hebben op een periode van drie maanden. 2. Indien de tegemoetkomingsperiode moet worden verlengd, moet een medisch evolutieverslag, opgesteld door een geneesheer-specialist voor oftalmologie met een aanvullende erkenning van geneesheer-specialist voor functionele revalidatie, aan de aanvraag worden toegevoegd.3. Voor eenzelfde pathologische toestand mag de periode van de verzekeringstegemoetkoming in totaal de duur van 6 maanden vanaf de eerste verrichte zitting, ongeacht het type zitting, niet overschrijden.Zij kan nooit verlengd of hernieuwd worden na deze duur. 4. Eenzelfde rechthebbende kan per dag maar één enkele verzekeringstegemoetkoming ontvangen voor een zitting 771536-771540 of voor een zitting 771551-771562.5. Een rechthebbende kan geen verzekeringstegemoetkoming ontvangen voor een zitting 771536-771540 of voor een zitting 771551-771562, gedurende een periode van tegemoetkoming van de verzekering vastgelegd door het College van geneesheren-directeurs in het kader van de revalidatieovereenkomst afgesloten met welke revalidatie-eenheid dan ook voor de functionele revalidatie van rechthebbenden getroffen door een gezichtsstoornis.» 3° in het eerste lid onder E worden de woorden « zittingen voor behandeling door een orthoptist » vervangen door de woorden « zittingen verricht door een orthoptist ».

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 april 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE

^