gepubliceerd op 27 november 2008
Koninklijk besluit tot vaststelling van het aantal zetels dat toegekend wordt aan het Nederlandse kiescollege en het Franse kiescollege voor de verkiezing van het Europees Parlement
24 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het aantal zetels dat toegekend wordt aan het Nederlandse kiescollege en het Franse kiescollege voor de verkiezing van het Europees Parlement
VERSLAG AAN DE KONING Sire, De wet van 5 maart 2004 tot regeling van de verdeling tussen de kiescolleges van het aantal in het Europees Parlement te verkiezen Belgische leden, heeft artikel 10, § 3, van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement gewijzigd, teneinde te voorzien in de vermindering van het aantal Europese parlementsleden dat België zal kunnen kiezen na de uitbreiding van de Europese Unie.
Het Europees Parlement bestaat momenteel uit 24 Belgische leden. Het Verdrag van Nice bepaalde echter dat dit aantal verlaagd zou worden naar 22 vanaf de legislatuur die zou volgen op de toetreding van Bulgarije en Roemenië, d.w.z. vanaf de Europese verkiezingen van 2009.
Artikel 9, punt 2, van het Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie), en de Republiek Bulgarije en Roemenië betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, hierna het toetredingsverdrag, gesloten op 25 april 2005, stelt zo het aantal Belgische vertegenwoordigers in het Europees Parlement op 22 vast voor de legislatuur 2009-2014.
Het Verdrag dat in Lissabon op 13 december 2007 tussen de 27 lidstaten van de Europese Unie getekend werd, voegt aan het verdrag betreffende de Europese Unie inzonderheid een artikel 9A toe waarin het volgende bepaald wordt : « Het Europees Parlement bestaat uit vertegenwoordigers van de burgers van de Unie. Hun aantal bedraagt niet meer dan zevenhonderd vijftig, plus de voorzitter. De burgers zijn degressief evenredig vertegenwoordigd, met een minimum van zes leden per lidstaat. Geen enkele lidstaat krijgt meer dan zesennegentig zetels toegewezen.
De Europese Raad stelt met eenparigheid van stemmen op initiatief van en na goedkeuring door het Europees Parlement een besluit inzake de samenstelling van het Europees Parlement vast, met inachtneming van de in de eerste alinea genoemde beginselen. » Toch is de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon onwaarschijnlijk geworden vóór het houden van verkiezingen voor het Europees Parlement op 7 juni 2009, wegens het feit dat het ratificatieproces van dit Verdrag nog steeds aan de gang is en veel vertraging oploopt door de weigering hieromtrent van Ierland tijdens het referendum van 12 juni 2008.
De verdeling tussen de verschillende lidstaten van het totale aantal leden die te verkiezen zijn in het Europees Parlement had echter al het voorwerp uitgemaakt van een politiek akkoord bij de goedkeuring van dit Verdrag. Dit akkoord voorzag eveneens in de vermindering naar 22 van het aantal zetels dat aan België toegekend zou worden voor de legislatuur 2009-2014.
Uit dit geheel van elementen blijkt dat het aantal Belgische afgevaardigden in het Europese Parlement vastgelegd zal worden op 22 voor deze legislatuur, of het Verdrag van Lissabon nu wel of niet van kracht wordt.
Aangezien krachtens artikel 10, § 5, van voornoemde wet van 23 maart 1989 het Duitstalige kiescollege ambtshalve recht heeft op een zetel, strekt het ontwerp van besluit dat aan Uwe Majesteit wordt voorgelegd ertoe om, met het oog op de verkiezingen van het Europese Parlement van 7 juni 2009, over te gaan tot de verdeling tussen het Nederlandse en Franse kiescollege van de 21 zetels van Europese afgevaardigden waarover de twee colleges samen beschikken.
Overeenkomstig artikel 10, § 4, lid 1, van de wet van 23 maart 1989, zal de nieuwe verdeling gebeuren op basis van de bevolkingscijfers die voortvloeien uit de door het NIS op 1 oktober 2001 uitgevoerde volkstelling en die bekendgemaakt werden in de tweede editie van het Belgisch Staatsblad van 28 mei 2002.
Het voormelde artikel 10 van de wet van 23 maart 1989 eist dat, om deze verdeling uit te voeren, de volgende parameters in beschouwing genomen moeten worden : - de nationale deler, die verkregen wordt door het bevolkingscijfer van het Rijk (10.296.350), min de bevolking van de gemeenten van het Duitse taalgebied (71.304), te delen door 21 (aantal aan België toegekende zetels van Europees volksvertegenwoordiger, na aftrek van de zetel die voor het Duitstalige kiescollege gereserveerd wordt) : deze deler komt in dit geval op 486.907 (10.296.350 - 71.304 = 10.225.046 : 21 = 486.906,95 afgerond op 486.907). - de bevolking die onder het Franse kiescollege ressorteert : deze bevolking wordt bepaald door bij de bevolking van de Waalse kieskring 3.354.711 - 71.304 = 3.283.407) het deel van de bevolking van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad dat verkregen wordt door de bevolking van dit arrondissement (973.565) te vermenigvuldigen met het percentage van het aantal geldige uitgebrachte stemmen op de Franstalige lijsten ten opzichte van het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen bij de verkiezing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement welke het laatst heeft plaatsgehad, te voegen, voordat er tot deze verdeling overgegaan wordt (namelijk die van 13 juni 2004). - de bevolking die onder het Nederlandse kiescollege ressorteert : deze bevolking wordt bepaald door bij de bevolking van de Vlaamse kieskring (5.405.571), de bevolking van het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde (562.503) en het deel van de bevolking van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, dat verkregen wordt door de bevolking van dit arrondissement (973.565) te vermenigvuldigen met het percentage van het aantal geldig uitgebrachte stemmen op de Nederlandstalige lijsten ten opzichte van het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen bij de verkiezing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement van 13 juni 2004, te voegen.
Tijdens de verkiezing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement van 13 juni 2004 zijn het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen, het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen op de Franstalige lijsten en het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen op de Nederlandstalige lijsten respectievelijk vastgesteld op 453.732, 391.216 (F) en 62.516 (N).
Het deel van de bevolking van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad dat geacht wordt tot het Franse kiescollege te behoren, wordt derhalve als volgt bepaald : 391.216 x 100/453.732 x 100 = 86,22 % 973.565 x 86,22 % = 839.427 Het deel van de bevolking van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad dat geacht wordt tot het Nederlandse kiescollege te behoren, wordt derhalve als volgt bepaald : 62.516 x 100/453.732 = 13.78 % 973.565 x 13.78 % = 134.138 Overeenkomstig de voorgaande aanwijzingen : - wordt de bevolking die tot het Franse kiescollege behoort als volgt bepaald : 3.283.407 + 839.427 = 4.122.834; - wordt de bevolking die tot het Nederlandse kiescollege behoort als volgt bepaald : 5.405.571 + 562.503 + 134.138 = 6.102.212.
Overeenkomstig artikel 10, § 3, tweede lid, van de voormelde wet van 23 maart 1989 worden aan elk van de Franse en Nederlandse kiescolleges evenveel zetels toegekend als het aantal maal dat de bevolking die eronder ressorteert de nationale deler bevat, waarbij de overblijvende zetel toegekend wordt aan het college met het grootste nog niet vertegenwoordigde bevolkingsoverschot.
Het aantal zetels dat aan de Franse en de Nederlandse kiescolleges toegekend wordt, wordt derhalve als volgt bepaald : - Frans college : 4.122.834/486.907 = 8,47 zetels; - Nederlands college : 6.102.212/486.907 = 12,53 zetels.
Aangezien het grootste nog niet vertegenwoordigde bevolkingsoverschot tot het Nederlandse kiescollege behoort, heeft dit kiescollege recht op 13 zetels (12 + 1), en heeft het Franse kiescollege recht op 8 zetels.
Het koninklijk besluit van 31 maart 2004 dat de thans van toepassing zijnde verdeling vaststelt, wordt opgeheven.
Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en getrouwe dienaar, De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL
24 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het aantal zetels dat toegekend wordt aan het Nederlandse kiescollege en het Franse kiescollege voor de verkiezing van het Europees Parlement ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lidstaten van de Europese Unie), en de Republiek Bulgarije en Roemenië, betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, gesloten op 25 april 2005 te Luxemburg;
Gelet op de Akte van 25 april 2005 betreffende de toetredingsvoorwaarden tot de Europese Unie voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, inzonderheid het artikel 9, punt 2;
Gelet op artikel 63, § 3, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europees Parlement, inzonderheid op artikel 10, §§ 2 tot 4, vervangen door de gewone wet van 16 juli 1993 en gewijzigd bij de wet van 5 maart 2004;
Gelet op de uitslagen van de algemene socio-economische enquête van 1 oktober 2001, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 mei 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de verkiezing van het Europees Parlement kiezen de kiezers van het Nederlandse kiescollege 13 vertegenwoordigers, en kiezen die van het Franse kiescollege er 8.
Art. 2.Het koninklijk besluit van 31 maart 2004 tot vaststelling van het aantal zetels dat toegekend wordt aan het Franse kiescollege en het Nederlandse kiescollege voor de verkiezing van het Europees Parlement wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 oktober 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL