gepubliceerd op 16 december 2019
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 augustus 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het sociaal akkoord 2019-2020 voor de havenarbeiders
24 NOVEMBER 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 augustus 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het sociaal akkoord 2019-2020 voor de havenarbeiders (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het havenbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 augustus 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het sociaal akkoord 2019-2020 voor de havenarbeiders.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 november 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het havenbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 augustus 2019 Sociaal akkoord 2019-2020 voor de havenarbeiders (Overeenkomst geregistreerd op 6 september 2019 onder het nummer 153639/CO/301) Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het havenbedrijf en op de havenarbeiders die zij tewerkstellen.
Koopkracht
Art. 2.a) Het basisloon wordt met ingang van 1 september 2019 verhoogd met 1,10 pct.. b) Niet-recurrente premie De in 2019 toegekende netto koopkrachtverhoging blijft van toepassing na 2019 en wordt voor 2020 verhoogd tot 1 300 EUR.De sociale partners zullen de wijze en de modaliteiten waarop dit wordt ingevuld nog bespreken. c) Werkloosheidstoeslag Indien de aanwezigheidsvergoeding waarop de havenarbeiders in vast dienstverband recht hebben minder bedraagt dan 2 EUR per dag tijdelijke werkloosheid, hebben zij recht op een werkloosheidstoeslag. Het totaal bedrag van deze aanwezigheidsvergoeding en werkloosheidstoeslag bedraagt minimum 2 EUR. Indien het totaal van de werkloosheidsvergoeding, aanwezigheidsvergoeding en werkloosheidstoeslag, waarop de havenarbeiders in vast dienstverband recht hebben en verder refertebedrag genaamd, hoger is dan 66 pct. van het basisloon, dan hebben de havenarbeiders rang A recht op een werkloosheidstoeslag per dag onvrijwillige werkloosheid tot aan het refertebedrag. d) Loon - indexbinding Het basisloon blijft gebonden aan het rekenkundig gemiddeld gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen, zoals vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende de koppeling van het basisloon aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 april 2015, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 mei 2015. Jaarlijkse dotatie
Art. 3.De bijdrage voor de financiering van de jaarlijkse syndicale dotatie wordt voor 2019 en 2020 vastgesteld op 1,25 EUR per taak en gelijkgestelde dag.
Mobiliteit
Art. 4.Zowel de tegemoetkoming in de abonnementskosten voor het openbaar vervoer als in de verplaatsingskosten te betalen aan werknemers die een privévervoermiddel gebruiken en geen sociaal abonnement genieten, blijven behouden.
Partijen zijn akkoord om de problematiek van de mobiliteit en de daaraan gekoppelde vergoedingen te bespreken in een nationale werkgroep.
Was en onderhoud werkkledij
Art. 5.De vergoeding voor was en onderhoud van de werkkledij wordt met ingang van 1 januari 2020 opgetrokken tot 1,30 EUR per taak.
Nationale werkgroep
Art. 6.Partijen zijn akkoord om de impact van de aanwezigheid op de werkplaats van subcontractors op de tewerkstelling van havenarbeiders te bespreken.
Pro memorie
Art. 7.Alle langlopende collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot de loon- en arbeidsvoorwaarden die niet zijn opgezegd, blijven onverkort van toepassing.
Sociale vrede
Art. 8.Uitgezonderd eventuele technische aangelegenheden stellen de ondertekenende organisaties en hun leden tijdens de toepassingsperiode van deze collectieve arbeidsovereenkomst noch op het niveau van de bedrijfstak, noch op niveau van de paritaire subcomités, noch op het niveau van de ondernemingen nieuwe eisen en waarborgen zij het behoud van de sociale vrede in de Belgische havens.
De jaarlijkse dotatie zoals bepaald in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt slechts aan het "Gemeenschappelijk Vakbondsfront" van iedere haven uitbetaald, indien de sociale vrede in die haven volledig door de werknemers wordt nageleefd.
Geldigheidsduur
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 september 2019, tenzij anders bepaald. Zij treedt buiten werking op 1 april 2021, tenzij anders vermeld. Elk van de ondertekenende partijen kan deze collectieve arbeidsovereenkomst opzeggen mits het betekenen bij een ter post aangetekende brief, van een opzeggingstermijn van 3 maanden aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het havenbedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 november 2019.
De Minister van Werk, N. MUYLLE