Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 november 2019
gepubliceerd op 27 november 2019

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon, met betrekking tot de verklaringen tot aanwijzing van een voogd

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2019015340
pub.
27/11/2019
prom.
24/11/2019
ELI
eli/besluit/2019/11/24/2019015340/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 NOVEMBER 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 02/09/2014 numac 2014009463 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon sluiten houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon, met betrekking tot de verklaringen tot aanwijzing van een voogd


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel om de registratie te regelen van de verklaringen tot aanwijzing van een voogd, in het centraal register van verklaringen bedoeld in artikel 496 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 496 van het Burgerlijk Wetboek heeft voorzien in de oprichting van een centraal register van verklaringen van voorkeur van de bewindvoerder of van de vertrouwenspersoon, dat gehouden wordt bij de Koninklijke Federatie van het Belgisch notariaat. Het koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 02/09/2014 numac 2014009463 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon sluiten houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon, regelt de registratie in en de toegangsmodaliteiten tot dit centraal register.

Artikel 200 van de wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015683 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie type wet prom. 21/12/2018 pub. 17/01/2019 numac 2018206244 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten houdende diverse bepalingen betreffende justitie voert een publiciteitsmechanisme in voor de verklaringen tot aanwijzing van een voogd zoals bedoeld in artikel 392 van het Burgerlijk Wetboek.

Dit artikel 200 wil het mechanisme overnemen dat gebruikt wordt voor de registratie van verklaringen zoals bedoeld in artikel 496 van het Burgerlijk Wetboek. Deze publiciteit zal de vrederechter toelaten om kennis te nemen van deze verklaringen op het moment dat hij een voogd aanduidt voor een minderjarig kind waarvan de ouders overleden zijn.

Deze bepaling treedt ten laatste op 1 december 2019 in werking (artikel 201, eerste lid, van voornoemde wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015683 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie type wet prom. 21/12/2018 pub. 17/01/2019 numac 2018206244 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten).

Overeenkomstig artikel 201, tweede lid, van dezelfde wet, kunnen één van de ouders (wanneer deze de laatstlevende is op het ogenblik van de verklaring of dit ondertussen is geworden) of beide ouders ook de invoering vragen van de verklaringen tot aanwijzing die zij zouden hebben gedaan voor de inwerkingtreding van dat artikel.

Gelet op het voorgaande, is het noodzakelijk om voornoemd koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 02/09/2014 numac 2014009463 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon sluiten aan te passen om rekening te houden met deze nieuwe realiteit.

De aanneming van dit koninklijk besluit is dringend aangezien ze het notariaat moet toelaten om het bestaande centraal register aan te passen.

De opmerking van de Gegevensbeschermingsautoriteit over het instellen van een gedifferentieerde bewaartermijn van de persoonsgegevens, naargelang het gaat om een lastgevingsovereenkomst, een verklaring betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon of een verklaring tot aanwijzing van een voogd, kan niet gevolgd worden.

Artikel 5.1.e) van de AVG bepaalt dat persoonsgegevens niet langer bewaard mogen worden dan noodzakelijk voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden beperkt.

Het doel van de bewaring van de gegevens opgenomen in de centrale registers is in feite identiek : men wil zich verzekeren van het het bestaan van een toekomstige zorgvolmacht of een verklaring betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder, vertrouwenspersoon of voogd die in aanmerking moet worden genomen wanneer een buitengerechtelijke bescherming, een gerechtelijke bescherming of een voogdij georganiseerd moet worden. De inhoud van de gegevens die in deze registers zijn opgenomen zijn bovendien nagenoeg identiek : identificatie van de lastgever/verklaarder, de soort akte die geregistreerd werd en de plaats waar deze akte werd opgemaakt.

Het beschermingsstelsel van de minderjarigen of meerderjarigen waarbij deze gegevens gebruikt zouden kunnen worden is van weinig belang aangezien de gegevens in de registers de te beschermen personen of de maatregelen die ten aanzien van hen genomen zullen worden, niet rechtstreeks raken.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer tenslotte, vond het in haar advies met betrekking tot voornoemd koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 02/09/2014 numac 2014009463 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon sluiten niet goed om een gedifferentieerd stelsel in te voeren naargelang het soort akte en was van mening dat de bewaartermijn van 120 jaar voor persoonsgegevens niet onevenredig was (advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, 21 mei 2014, nr. 45/2014, p. 7, punt 27).

De logginggegevens zullen gedurende een termijn van tien jaar worden bewaard.

Na het verstrijken van die termijnen zullen de gegevens van het register, logging- of registratiegegevens worden uitgewist, onverminderd de archief wet van 24 juni 1955Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/06/1955 pub. 31/12/2010 numac 2010000717 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Archiefwet sluiten.

Overigens werd, ingevolge een andere opmerking van de Gegevensbeschermingsautoriteit, huidig artikel 12 van voornoemd koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 02/09/2014 numac 2014009463 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon sluiten eveneens aangepast om rekening te houden met de wijziging van artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, door de wet van 25 november 2018 houdende diverse bepalingen met betrekking tot het Rijksregister en de bevolkingsregisters: de machtiging wordt niet langer verstrekt door het Sectoraal Comité voor het Rijksregister, maar door de minister van Binnenlandse Zaken.

Tot slot werd het ontwerp van koninklijk besluit gewijzigd met het oog op de consolidering van de verplichtingen inzake beveiligde verwerking van de persoonsgegevens bedoeld in artikel 32 van de AVG, en waaraan herinnerd wordt in het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit: de genomen maatregelen moeten een passend beveiligingsniveau verzekeren, rekening houdend, enerzijds, met de stand van kennis ter zake en met de kosten die gepaard gaan met het toepassen van die maatregelen en, anderzijds, met de aard van de te beveiligen gegevens en de potentiële risico's. De nieuwe artikelen 10/1 en 10/2 van het koninklijk besluit omschrijven de doeleinden van die beveiligingsmaatregelen, maar laten het over aan de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat om de meest passende maatregelen voor de verwezenlijking van die doeleinden te bepalen. Die nieuwe artikelen zijn deels ontleend aan het koninklijk besluit van 10 maart 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/03/2019 pub. 14/03/2019 numac 2019011109 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot bepaling van de nadere regels voor de toegang tot de databank voor de akten van de burgerlijke stand sluiten tot bepaling van de nadere regels voor de toegang tot de databank voor de akten van de burgerlijke stand.

Gelet op het voorgaande, zal huidig artikel 10 van het koninklijk besluit beperkt zijn tot het vermelden van de personen met een recht op toegang tot die centrale registers. Het behoeft geen betoog dat de raadpleging ervan geval per geval moet geschieden, en zij geen systematisch karakter heeft.

Gelet op het voorgaande, zijn de maatregelen die strekten tot het reglementeren van de toegang tot de persoonsgegevens in artikel 10, § 2, van voornoemd koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 02/09/2014 numac 2014009463 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon sluiten, achterhaald.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Justitie, K. GEENS

RAAD VAN STATE, afdeling Wetgeving, advies 66.606/2 van 14 oktober 2019 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 02/09/2014 numac 2014009463 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon sluiten houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon, met betrekking tot de verklaringen tot aanwijzing van een voogd' Op 26 september 2019 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, belast met de Regie der gebouwen verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 02/09/2014 numac 2014009463 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon sluiten houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon, met betrekking tot de verklaringen tot aanwijzing van een voogd'.

Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 14 oktober 2019. De kamer was samengesteld uit Pierre VANDERNOOT, kamervoorzitter, Patrick RONVAUX en Christine HOREVOETS, staatsraden, Sébastien VAN DROOGHENBROECK en Jacques ENGLEBERT, assessoren, en Béatrice DRAPIER, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Xavier DELGRANGE, eerste auditeur-afdelingshoofd.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre VANDERNOOT. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 14 oktober 2019.

Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of het ontwerp onder die beperkte bevoegdheid valt, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van alle feitelijke gegevens die de regering in aanmerking kan nemen als zij moet beoordelen of het nodig is een verordening vast te stellen of te wijzigen.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

ONDERZOEK VAN HET ONTWERP AANHEF 1. Artikel 200 van de wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015683 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie type wet prom. 21/12/2018 pub. 17/01/2019 numac 2018206244 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten `houdende diverse bepalingen betreffende justitie' is een bepaling tot wijziging, in casu van artikel 392 van het Burgerlijk Wetboek.Het koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 02/09/2014 numac 2014009463 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon sluiten `houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon' tot wijziging waarvan het voorliggende ontwerp strekt, vindt rechtsgrond in de artikelen 490, vierde lid, en 496, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek.

De verwijzing in het eerste lid (1) van de aanhef moet vervangen worden door een verwijzing naar die artikelen, met de vermelding dat ze hersteld zijn bij de wet van 17 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/2013 pub. 14/06/2013 numac 2013009163 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid sluiten. 2. Er dient in de aanhef verwezen te worden naar het advies van de inspecteur van Financiën en de akkoordbevinding van de minister van Begroting.3. Aangezien de adviesaanvraag ingediend is volgens de procedure zoals bedoeld in artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten `op de Raad van State', moet het vierde lid van de aanhef aldus aangepast worden dat zulks daaruit naar voren komt. DISPOSITIEF Artikel 3 1. Ter wille van de nauwkeurigheid dient in het ontworpen artikel 3, tweede lid, 2°, de verwijzing naar het derde lid van artikel 392 van het Burgerlijk Wetboek vervangen te worden door een verwijzing naar het eerste en het tweede lid van die bepaling.2. In tegenstelling tot de gevallen beoogd in het ontworpen artikel 3, tweede lid, 1° en 2°, van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 02/09/2014 numac 2014009463 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon sluiten, waarvoor de registratie in het centraal register van verklaringen verplicht is, betreft het geval beoogd in punt 3° van hetzelfde lid een facultatieve registratie. Artikel 201, tweede lid, van de voornoemde wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015683 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie type wet prom. 21/12/2018 pub. 17/01/2019 numac 2018206244 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten bepaalt immers dat de verklaringen tot aanwijzing van een voogd afgelegd ten overstaan van de vrederechter of een notaris vóór de inwerkingtreding van artikel 200 van diezelfde wet "het voorwerp [kunnen] uitmaken van een inschrijving in het centraal register".

Aangaande die inschrijving staat in het verslag aan de Koning dat die zal gebeuren op vraag van de "ouders" die dat wensen.

Bijgevolg is het niet erg geslaagd om het geval beoogd in artikel 3, tweede lid, 3°, op te nemen in een lid waarvan het inleidende zindeel ook voor dat geval een verplichte registratie voorschrijft ("In het centraal register van verklaringen worden geregistreerd: [...] 3° de in artikel 201, tweede lid, van de wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015683 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie type wet prom. 21/12/2018 pub. 17/01/2019 numac 2018206244 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten (...) bedoelde verklaringen tot aanwijzing van een voogd").

Om die indruk van een verplichte registratie weg te werken en teneinde de facultatieve aard weer te geven van de registratie voor het geval beoogd in het ontworpen tweede lid, 3°, zou dat punt 3° aangevuld moeten worden met de woorden "als de ouders dat vragen".

Artikel 4 Het verdient aanbeveling om in het ontworpen artikel 4, tweede lid, de woorden "artikel 496" te vervangen door de woorden "artikel 392 of artikel 496".

Artikel 5 In het ontworpen artikel 6, tweede lid, 4°, e), dient schijnbaar verwezen te worden naar "de onder c) bedoelde verklaring" in plaats van naar "de onder d) bedoelde verklaring". Voorts schrijve men daarin "overeenkomstig artikel 392, vijfde lid" in plaats van "overeenkomstig artikel 392, vierde lid".

Artikel 7 In het ontworpen artikel 8, tweede lid, 3°, e), schrijve men "overeenkomstig artikel 392, vijfde lid".

Artikel 10 Ter wille van de nauwkeurigheid in verband met het legaliteitsbeginsel inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zou in het ontworpen artikel 10/1, 5°, de verwijzing naar "de identificatiegegevens van de persoon over wie de raadpleging werd gevraagd" vervangen moeten worden door een duidelijkere omschrijving van de beoogde gegevens, naar het voorbeeld van het huidige artikel 10, § 1, tweede lid, 5°, van het gewijzigde besluit.(2) Artikel 11 In de Franse tekst van het ontworpen artikel 10/2, 3°, moeten de woorden "est respectée" ingevoegd worden tussen de woorden "des déclarations" en de woorden "et que ces données".

Artikel 13 Ter wille van de nauwkeurigheid zou verwezen moeten worden naar paragraaf 1 van artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 `tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen" in plaats van louter naar dat artikel 8.

De griffier, Béatrice DRAPIER De voorzitter, Pierre VANDERNOOT _______ Nota's 1 Artikel 201, eerste lid 1, van de wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015683 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie type wet prom. 21/12/2018 pub. 17/01/2019 numac 2018206244 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten bepaalt: "Artikel 200 treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk op de eerste dag van de twaalfde maand na die waarin deze wet bekendgemaakt is in het Belgisch Staatsblad." Aangezien de wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015683 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie type wet prom. 21/12/2018 pub. 17/01/2019 numac 2018206244 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten bekendgemaakt is in het Belgisch Staatsblad van 31 december 2018, zal zij uiterlijk op 1 december 2019 in werking treden, met andere woorden op dezelfde dag als het voorliggende ontwerp, zoals dat bepaald is in artikel 14 ervan. Het ontwerp maakt dus geen gebruik van de machtiging vervat in artikel 201 van de wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015683 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie type wet prom. 21/12/2018 pub. 17/01/2019 numac 2018206244 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten zodat daar niet naar verwezen hoeft te worden in de aanhef. 2 Dat artikel 10, § 1, tweede lid, 5°, luidt als volgt: "Het verzoek tot raadpleging bevat de volgende gegevens: [...] 5° de gegevens betreffende de persoon die het onderwerp is van de opzoeking: naam en voornamen, datum en plaats van geboorte, identificatienummer, verblijf- of woonplaats."

24 NOVEMBER 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 02/09/2014 numac 2014009463 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon sluiten houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon, met betrekking tot de verklaringen tot aanwijzing van een voogd FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Burgerlijk Wetboek, de artikelen 490, vierde lid, en 496, vijfde lid, hersteld bij de wet van 17 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/2013 pub. 14/06/2013 numac 2013009163 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid sluiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 02/09/2014 numac 2014009463 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon sluiten houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 2 mei 2019;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 29 mei 2019;

Gelet op advies nr. 140/2019 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 7 augustus 2019;

Gelet op advies nr. 66.606/2 van de Raad van State, gegeven op 14 oktober 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende het koninklijk besluit van 11 september 1986 waarbij aan notarissen toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen;

Overwegende het koninklijk besluit van 14 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/04/2002 pub. 01/06/2002 numac 2002000333 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit waarbij de V.Z.W. Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat gemachtigd wordt om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken type koninklijk besluit prom. 14/04/2002 pub. 17/05/2002 numac 2002000342 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit waarbij de V.Z.W. Blindenzorg Licht en Liefde gemachtigd wordt om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen sluiten waarbij de V.Z.W. Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat gemachtigd wordt om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken;

Op de voordracht van de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het opschrift van het koninklijk besluit van 31 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/08/2014 pub. 02/09/2014 numac 2014009463 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon sluiten houdende vaststelling van de regels inzake oprichting, beheer en raadpleging van het centraal register van lastgevingsovereenkomsten met het oog op het regelen van een buitengerechtelijke bescherming en van het centraal register van verklaringen betreffende de aanwijzing van een bewindvoerder of vertrouwenspersoon, worden de woorden "of vertrouwenspersoon" vervangen door de woorden ", een vertrouwenspersoon of een voogd".

Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt: "2° centraal register van verklaringen : het in artikel 496 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde centraal register;"

Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt: "In het centraal register van verklaringen worden geregistreerd: 1° de in artikel 496, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek bedoelde verklaringen van voorkeur, evenals de herroeping ervan;2° de in artikel 392, eerste en tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek bedoelde verklaringen tot aanwijzing van een voogd, evenals de herroeping ervan; 3° de in artikel 201, tweede lid, van de wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015683 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie type wet prom. 21/12/2018 pub. 17/01/2019 numac 2018206244 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten houdende diverse bepalingen betreffende justitie bedoelde verklaringen tot aanwijzing van een voogd als één van de ouders of beide ouders dat vragen.".

Art. 4.In artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "in artikel 496" vervangen door de woorden "in artikel 392 of in artikel 496".

Art. 5.In artikel 6, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt: "4° betreffende de verklaring: a) het feit dat het gaat om een verklaring betreffende de voorkeur omtrent een aan te wijzen bewindvoerder of vertrouwenspersoon overeenkomstig artikel 496, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek;b) het feit dat de persoon die de onder a) bedoelde verklaring heeft afgelegd, beslist heeft om, overeenkomstig artikel 496, zesde lid, van het Burgerlijk Wetboek, de verklaring te herroepen en desgevallend een nieuwe voorkeur uit te drukken;c) het feit dat het gaat om een verklaring tot aanwijzing van een voogd overeenkomstig artikel 392, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek;d) het feit dat het gaat om een verklaring tot aanwijzing van een voogd overeenkomstig artikel 201, tweede lid, van de Wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015683 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie type wet prom. 21/12/2018 pub. 17/01/2019 numac 2018206244 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten houdende diverse bepalingen betreffende justitie;of e) het feit dat de persoon die de onder c) bedoelde verklaring heeft afgelegd, beslist heeft om, overeenkomstig artikel 392, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek, de verklaring te herroepen en desgevallend een nieuwe voorkeur uit te drukken;".

Art. 6.In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "artikel 6, § 1," vervangen door de woorden "artikel 6, eerste lid";2° in het tweede lid worden de woorden "artikel 6, § 2" vervangen door de woorden "artikel 6, tweede lid".

Art. 7.In artikel 8, tweede lid, van hetzelfde besluit, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt: "3° betreffende de verklaring: a) het feit dat het gaat om een verklaring betreffende de voorkeur omtrent een aan te wijzen bewindvoerder of vertrouwenspersoon overeenkomstig artikel 496, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek;b) het feit dat de persoon die de onder a) bedoelde verklaring heeft afgelegd, beslist heeft om, overeenkomstig artikel 496, zesde lid, van het Burgerlijk Wetboek de verklaring te herroepen en desgevallend een nieuwe voorkeur uit te drukken;c) het feit dat het gaat om een verklaring tot aanwijzing van een voogd overeenkomstig artikel 392, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek;of d) het feit dat het gaat om een verklaring tot aanwijzing van een voogd overeenkomstig artikel 201, tweede lid, van de Wet van 21 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2018 pub. 31/12/2018 numac 2018015683 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie type wet prom. 21/12/2018 pub. 17/01/2019 numac 2018206244 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten houdende diverse bepalingen betreffende justitie;of e) het feit dat de persoon die de onder c) bedoelde verklaring heeft afgelegd, beslist heeft om, overeenkomstig artikel 392, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek, de verklaring te herroepen en desgevallend een nieuwe voorkeur uit te drukken;".

Art. 8.In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt : "De logging- of registratiegegevens bedoeld in artikel 10/1 worden bewaard gedurende 10 jaar.

Na het verstrijken van die termijnen worden de gegevens van het register, logging- of registratiegegevens uitgewist, onverminderd de archief wet van 24 juni 1955Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/06/1955 pub. 31/12/2010 numac 2010000717 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Archiefwet sluiten.".

Art. 9.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 10.De raadpleging van de gegevens opgenomen in het centraal register van lastgevingsovereenkomsten en in het centraal register van verklaringen kan punctueel worden aangevraagd bij de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, door de volgende categorieën van personen: 1° de notarissen, de vredegerechten en de procureur des Konings in functie van de uitoefening van hun ambt; 2° de persoon die de verklaring heeft afgelegd of de lastgever.".

Art. 10.In hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 10/1 ingevoegd, luidende : "

Art. 10/1.De Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat voorziet in een strikt en adequaat gebruikers- en toegangsbeheer dat toelaat gebruikers te identificeren, hen te authentificeren en hun relevante kenmerken of hoedanigheden, lastgevingen en toegangsmachtiging te controleren en te beheren. De Federatie maakt daartoe gebruik van informaticatechnieken die: 1° de oorsprong van de toegang verzekeren door middel van passende beveiligingstechnieken;2° de vertrouwelijkheid van de toegang waarborgen;3° toelaten om ten eerste, de toegangsgerechtigde ondubbelzinnig te identificeren en te authentificeren aan de hand van een authentificatiemodule van de elektronische identiteitskaart of een passend systeem dat een gelijkwaardig beveiligingsniveau waarborgt, en ten tweede, het tijdstip van toegang ondubbelzinnig vast te stellen;4° een bewijs van toegang in het systeem registreren of loggen;5° de volgende gegevens registreren of loggen in het systeem: de identiteit van de toegangsgerechtigde, de datum en het tijdstip van toegang;de gegevens betreffende de persoon die het ontwerp is van de opzoeking: naam en voornamen, datum en plaats van geboorte, identificatienummer, verblijf- of woonplaats; de lastgevingsovereenkomst of de verklaring tot aanwijzing waarop de toegang betrekking had; de doeleinden van de toegang; de modaliteiten van de toegang met het type van handeling: de registratie in de zin van artikel 4 of de raadpleging in de zin van artikel 10.".

Art. 11.In hetzelfde besluit wordt een artikel 10/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 10/2.De personen die krachtens artikel 10, 1° een toegangsrecht tot het register hebben, nemen de nodige technische en organisatorische maatregelen om, onder hun exclusieve verantwoordelijkheid, te waarborgen dat: 1° de individuele gebruiker bevoegd is om dat recht uit te oefenen;2° van elke toegang enkel gebruik wordt gemaakt omwille van publiciteit van de lastgevingsovereenkomsten en verklaringen; 3° de vertrouwelijkheid van de gegevens verkregen uit het centraal register van lastgevingsovereenkomsten of uit het centraal register van verklaringen wordt gerespecteerd, en dat die gegevens naderhand niet worden gebruikt, herwerkt of verspreid voor doeleinden die niet verenigbaar zijn met de oogmerken uit boek I, titel X en XI van het Burgerlijk Wetboek en uit Deel IV, boek IV, hoofdstuk X en XI van het Gerechtelijk Wetboek.".

Art. 12.In artikel 11, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel 10, § 2, » vervangen door de woorden « artikel 10 ».

Art. 13.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de woorden "overeenkomstig de vigerende regelgeving, machtiging werd bekomen van het Sectoraal Comité voor het Rijksregister" vervangen door de woorden "overeenkomstig artikel 8, § 1, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, machtiging werd bekomen van de minister van Binnenlandse Zaken.".

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 december 2019.

Art. 15.De Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 november 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS

^