gepubliceerd op 25 december 1997
Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van orthoptist en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de orthoptist door een arts kan worden belast
24 NOVEMBER 1997. Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van orthoptist en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de orthoptist door een arts kan worden belast
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, inzonderheid op artikel 5, § 1, eerste en derde lid, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1990, artikel 22bis, ingevoegd bij de wet van 19 december 1990, en artikel 23, gewijzigd bij de wet van 19 december 1990;
Gelet op het advies van de Nationale Raad van de Paramedische Beroepen van 7 november 1991;
Gelet op het eensluidend advies van de Technische Commissie voor de Paramedische Beroepen van 4 mei 1995;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het beroep « Orthoptie » is een paramedisch beroep in de zin van artikel 22bis van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies.
Art. 2.Het in artikel 1 bedoelde beroep wordt uitgeoefend onder de beroepstitel « orthoptist ».
Art. 3.Het beroep van orthoptist mag slechts worden uitgeoefend door personen die voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° houder zijn van een diploma dat een opleiding bekroont, die overeenstemt met een opleiding van minstens drie jaar in het kader van een voltijds hoger onderwijs, op één van de volgende gebieden : - ergotherapie; - kinesitherapie; - logopedie; - verpleegkunde, en bovendien houder zijn van een diploma dat een opleiding bekroont, die overeenstemt met een opleiding van minstens twee jaar in het kader van een hoger onderwijs voor sociale promotie waarvan het leerprogramma op zijn minst omvat : a) een theoretische opleiding in : - Algemene anatomie en anatomie van het oog; - Algemene fysiologie en fysiologie van het oog; - algemene pathologie en pathologie vna het oog; - Algemene oogheelkunde; - Neuro-oftalmologie; - Neurofysiologie; - Optica; - Theorie van het strabisme; - Theorie van de amblyopie; - « Low-Vision »; - Orthopedagogie/ontwikkelingspsychologie; - Deontologie van de orthoptist; b) een theoretische en praktische opleiding in : - Onderzoeksmethoden van strabisme; - Onderzoeksmethoden van amblyopie; - behandelingsmethoden van strabisme; - Behandelingsmethoden van amblyopie; c) het maken van een werk dat in verband staat met de opleiding en waaruit blijkt dat de betrokkene in staat is tot een analytische en synthetische activiteit in het vakdomein en dat hij zelfstandig kan werken.2° met vrucht doorlopen stage hebben van minstens 200 uren verdeeld over orthoptie, oogheelkundige polikliniek, oogheelkundige operatiezaal, revalidatie, ten bewijze waarvan de kandidaat een stageboek moet bijhouden.3° hun beroepskennis en -vaardigheden via bijscholing onderhouden en bijwerken, om een beroepsuitoefening op een optimaal kwaliteitsniveau mogelijk te maken. De hierboven bedoelde bijscholing moet bestaan uit persoonlijke studie en deelname aan vormingsactiviteiten.
Art. 4.§ 1. De lijst van de technische prestaties, bedoeld in artikel 23, § 1, eerste lid, van voormeld koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967, is opgenomen in bijlage I bij dit besluit. § 2. de technische prestaties bedoeld in § 1 vereisen een omstandig geneeskundig voorschrift van een geneesheer-specialist in de oftalmologie.
Art. 5.§ 1. De lijst van handelingen waarmee een arts met toepassing van artikel 5, § 1, eerste lid, van voormeld koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 een orthoptist kan belasten, is opgenomen in bijlage II a) en in bijlage II b) van dit besluit. § 2. De handelingen bedoeld in bijlage II b) mogen uitsluitend door een geneesheer-specialist in de oftalmologie worden toevertrouwd.
Art. 6.Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 november 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M.COLLA Bijlage I Lijst van de technische prestaties die door de orthoptisten mogen worden verricht met toepassing van artikel 23, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967. - Orthoptische onderzoeken en een geschreven technisch verslag van de uitgevoerde onderzoeken, gericht aan de voorschrijvende arts : - Inwinnen van de noodzakelijke gegevens voor een goed verloop van het onderzoek; - Observatie van gelaatsvorm, hoofdhouding en oogstand; - Objectieve kwalitatieve en kwantitatieve oogstandsbepaling; - Onderzoek van de abnormale hoofdhouding; - Onderzoek van de oogmotiliteit; - Onderzoek van de sensorische toestand van het binoculaire zien; - Onderzoek naar de accommodatieve convergentie/accommodatie ratio, naar het accommodatie- en convergentievermogen; - Aniseikonie-onderzoek; - Opsporing van nystagmus; - Opsporing van stoornissen van het kleurenzien; - Bepaling van de gezichtsscherpte; - Onderzoek naar de oculaire dominantie; - Fixatiebepaling met of zonder pupildilatatie; de mydriatische oogdruppels mogen slechts door een oogarts voorgeschreven worden; - Orthoptische behandelingen en een schriftelijk, aan de voorschrijvende arts gericht, tussentijds technisch verslag betreffende de evolutie van de patiënt onder deze voorgeschreven behandeling; deze orthoptische behandelingen bestaan uit : - Orthoptische oefeningen; - Amblyopiebehandeling; - Aanpassen van prismaglazen; - De nodige formulieren invullen voor het aanschaffen van prisma's, met uitzondering van prisma's die tevens een ametropiecorrectie bevatten; - Visuele stimulatie van slechtzienden; - Stimulatie van de visuele functies bij neurofysiologische stoornissen; - Aanpassen en leren manipuleren van « Low-Vision » hulpmiddelen; - Assistentie en instrumentatie bij strabismeoperaties.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 24 november 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA Bijlage II a) Handelingen waarmee een arts met toepassing van artikel 5, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 een orthoptist kan belasten : - Inwinnen van de noodzakelijke gegevens voor een goed verloop van het onderzoek; - Observatie van gelaatsvorm, hoofdhouding en oogstand; - Objectieve kwalitatieven en kwantitatieve oogstandsbepaling; - Onderzoek van de abnormale hoofdhouding; - Onderzoek van de oogmotiliteit; - Onderzoek van de sensorische toestand van het binoculaire zien; - Onderzoek naar de AC/A-ratio, naar het accomodatie- en convergentievermogen; - Aniseikonie-onderzoek; - Opsporing van nystagmus; - Opsporing van stoornissen van het kleurenzien; - Bepaling van de gezichtsscherpte; - Onderzoek naar de oculaire dominantie; - fixatiebepaling met of zonder pupildilatatie; de mydriatische oogdruppels mogen slechts door een oogarts voorgeschreven worden.
Bijlage II b) Handelingen waarmee een geneesheer-specialist in de oftalmologie met toepassing van artikel 5, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 een orthoptist kan belasten.
Onder deze toevertrouwde handelingen wordt verstaan alle functionele onderzoeken van het visueel systeem.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 24 november 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA