gepubliceerd op 17 december 1997
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
24 NOVEMBER 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikelen 81 en 93, laatste lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikelen 167, vierde lid, en 225, § 2, eerste lid;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 18 juni 1997;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 167, vierde lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt vervangen door de volgende bepaling : « De zetel van elke gewestelijke commissie waarvan het werkgebied samenvalt met het grondgebied van een provincie, is in de hoofdplaats van de provincie van haar werkgebied gevestigd, met uitzondering evenwel van de gewestelijke commissies van de provincies Vlaams-Brabant en Waals-Brabant waarvan de zetel gevestigd is te Brussel. Elke gewestelijke commissie bevat afdelingen die een afzonderlijke zetel en een afzonderlijk werkgebied hebben. ».
Art. 2.In artikel 225, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden tussen de woorden « bloed- of aanverwanten tot de derde graad zijn van de gerechtigde » en « of geen enkele beroepsactiviteit uitoefenen » de woorden « of aanverwanten tot de derde graad van de echtgenoot of echtgenote van de gerechtigde zijn » ingevoegd.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 november 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN