24 MEI 2006. - Koninklijk besluit betreffende een tijdelijke afwijking van de waarde van het microbiologisch criterium voor Salmonella in bepaalde voedingsmiddelen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 april 1965 betreffende de keuring van en de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild, en tot wijziging van de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, inzonderheid artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 13 juli 1981, 27 mei 1997 en het koninklijk besluit van 22 februari 2001, en artikel 4, gewijzigd bij de wetten van 13 juli 1981 en 27 mei 1997;

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op de artikelen 2, 3, 3°, a), vervangen bij de wet van 22 maart 1989, 11, § 4, toegevoegd bij de wet van 9 februari 1994, en 20, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, inzonderheid op artikel 4, § 3, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2003;

Gelet op het advies nr. 8151 van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 1 februari 2006;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat : - de Belgische productie, beoogd door dit besluit, momenteel niet kan beantwoorden aan de nieuwe microbiologische criteria die zijn opgenomen in de verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen; - de verordening (EG) nr. 2073/2005, en de mogelijkheid tot een tijdelijke afwijking voorzien in artikel 8, zeer laat is gepubliceerd in vergelijking met de inwerkingtreding ervan; - het ontbreken van bepalingen dienaangaande ernstige schade kan berokkenen aan de betrokken operatoren.

Gelet op het advies nr. 40.265/3 van de Raad van State, gegeven op 18 april 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende de verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheids-aangelegenheden;

Overwegende de verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen, inzonderheid op artikel 8;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit gelden de definities bedoeld in artikel 2 van de verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen en de definities bedoeld in artikel 2 van de verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden.

Tijdelijke afwijking

Art. 2.§ 1. Een tijdelijke afwijking wordt toegekend voor de waarde van de parameter c, vastgelegd in bijlage I, hoofdstuk I, punt 1.5 van de voornoemde verordening (EG) nr. 2073/2005, voor Salmonella in gehakt en vleesbereidingen op basis van pluimvee die bedoeld zijn om na verhitting te worden gegeten en die op de nationale markt worden gebracht. § 2. Voor de toepassing van de in § 1 bedoelde afwijking, is de waarde van parameter c gelijk aan 1. § 3. De testresultaten voor het criterium voor Salmonella bedoeld in § 1, die overeenkomstig artikel 4 van de voornoemde verordening (EG) nr. 2073/2005 worden uitgevoerd, zijn aanvaardbaar indien het aantal positieve deelmonsters niet meer dan één op vijf bedraagt. De testresultaten zijn ontoereikend als in meer dan 1 deelmonster Salmonella is aangetroffen.

Art. 3.De afwijking opgenomen in artikel 2 is onderworpen aan de volgende voorwaarden : 1° Het in de handel brengen van de voedingsmiddelen, waarop de afwijking wordt toegepast, moet beperkt blijven tot de nationale markt.De voedingsmiddelen, die bedoeld voor het intracommunautaire handelsverkeer worden verzonden moeten beantwoorden aan de criteria van de eerder genoemde verordening (EG) nr. 2073/2005; 2° De voedingsmiddelen, waarop de afwijking wordt toegepast, mogen enkel door exploitanten van de levensmiddelenbedrijven gefabriceerd en in de handel gebracht worden, die beantwoorden aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 december 2005 betreffende de hygiëne van levensmiddelen van dierlijke oorsprong, inzonderheid artikel 43bis ;3° De vermindering van het aantal deelmonsters, vermeld in artikel 5, 3 van de eerder genoemde verordening (EG) nr.2073/2005, is niet van toepassing voor de voedingsmiddelen waarop de afwijking wordt toegepast. Het monster moet representatief zijn voor de productie; 4° De bemonsteringsfrequentie in punt 3.2. van de bijlage I van de eerder genoemde verordening (EG) nr. 2073/2005 mag niet worden verminderd. Deze frequentie is van toepassing op elk door dit besluit bedoeld type voedingsmiddel, dat door het levensmiddelenbedrijf geproduceerd wordt; 5° Indien één eenheid van het monster positief bevonden wordt door de testen bedoeld in artikel 2, § 3, moet de exploitant van het levensmiddelenbedrijf er zich door gepaste maatregelen, analytische controle inbegrepen, van verzekeren dat de producten van het lot waaruit dit monster afkomstig is, en indien noodzakelijk de producten van het volgende lot van dezelfde voedingsmiddelen, geen Salmonella bevatten in 1 gram.

Art. 4.De afwijking in artikel 2 wordt toegestaan tot uiterlijk 31 december 2007.

Schadelijk verklaarde producten

Art. 5.Voor de toepassing van artikel 18 van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, worden de voedingsmiddelen die niet voldoen aan de bepalingen van artikelen 2 en 3 van dit besluit of die niet overeenkomstig de bepalingen van deze artikelen worden gefabriceerd of in de handel gebracht, schadelijk verklaard.

Slotbepalingen

Art. 6.§ 1. De overtredingen op de bepalingen van dit besluit worden opgespoord en vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen. § 2. De overtredingen op de bepalingen van dit besluit worden bestraft overeenkomstig de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2006.

Art. 8.Onze Minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 mei 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE