gepubliceerd op 12 april 2024
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het collectief contract van 30 november 1990 (1)
24 MAART 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het collectief contract van 30 november 1990 (registratienummer 27157/CO/130 - koninklijk besluit van 14 september 1992 - Belgisch Staatsblad van 9 oktober 1992) (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het collectief contract van 30 november 1990 (registratienummer 27157/CO/130 - koninklijk besluit van 14 september 1992 - Belgisch Staatsblad van 9 oktober 1992).
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 maart 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2023 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het collectief contract van 30 november 1990 (registratienummer 27157/CO/130 - koninklijk besluit van 14 september 1992 - Belgisch Staatsblad van 9 oktober 1992) (Overeenkomst geregistreerd op 23 oktober 2023 onder het nummer 183208/CO/130)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en werkgevers die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf en die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.
Zij geldt niet voor de werknemers en werkgevers die onder de toepassing vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten op 18 oktober 2007 in het voornoemd paritair comité, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen van de dagbladpers ( koninklijk besluit van 1 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/07/2008 pub. 23/07/2008 numac 2008022380 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 01/07/2008 pub. 25/07/2008 numac 2008012909 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst voor de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de betonindustrie ressorteren (1) type koninklijk besluit prom. 01/07/2008 pub. 23/07/2008 numac 2008018180 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit van tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 februari 2006 tot vaststelling van de voorwaarden inzake erkenning en toelating van inrichtingen in de diervoedersector type koninklijk besluit prom. 01/07/2008 pub. 04/07/2008 numac 2008022363 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot wijziging van artikel 15bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders sluiten - Belgisch Staatsblad van 14 oktober 2008), met registratienummer 85853/CO/130 (gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 2009).
Onder "werknemers" worden zowel werknemers als werkneemsters verstaan.
Art. 2.Om uitvoering te geven aan hoofdstuk 12 - investeren in opleiding, artikelen 50 tot en met 63 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende de diverse arbeidsbepalingen (Belgisch Staatsblad van 10 november 2022), worden de hiernavolgende wijzigingen aangebracht in de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het collectief contract van 30 november 1990.
Art. 3.Artikel 32 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1990 wordt vervangen door volgende bepaling : "
Art. 32.Opleiding 32.1 Definities Wordt verstaan onder : a) "Formele opleiding" : door lesgevers of sprekers ontwikkelde cursussen en stages.Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van organisatie van de opleider of opleidingsinstelling. Ze gaan door op een plaats die duidelijk van de werkplek gescheiden is. Deze opleidingen richten zich tot een groep leerlingen. Die opleidingen kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een aan de onderneming extern organisme; b) "Informele opleiding" : de opleidingsactiviteiten, ander dan deze bedoeld onder a) die rechtstreeks betrekking hebben op het werk.Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele leerling of door een groep leerlingen met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud, een inhoud die gekozen wordt volgens de individuele behoeften van de leerling op de werkplek, en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen voor leerdoeleinden; c) "Opleidingskrediet" : het aantal opleidingsdagen waarover een werknemer in een bepaald jaar beschikt;d) "Opleidingsdag" : een dag formele of informele opleiding, berekend als een normale werkdag van de voltijds tewerkgestelde werknemer, met de mogelijkheid voor de werkgever die dag in uren uit te drukken. 32.2 Collectief opleidingsrecht Voor ondernemingen met minder dan tien werknemers, heeft elke werknemer, op het niveau van de onderneming, recht op drie opleidingsdagen per jaar. Het betreft elke vorm van opleiding georganiseerd door de werkgever. Dit recht kan enkel geglobaliseerd worden op voorwaarde dat de onderneming een vormingsplan voor advies heeft voorgelegd aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis, aan de syndicale afvaardiging.
Bij ontstentenis van een syndicale delegatie hangt de werkgever zijn ontwerp van het vormingsplan voor advies uit aan de werknemers. Zij maken hun opmerkingen en eventuele suggesties over aan de werkgever binnen de 15 dagen.
Het opleidingsaanbod omvat zowel formele als informele opleidingen.
Er wordt naar gestreefd hieromtrent een aanbod te voorzien via de regionale vormingsfondsen. 32.3 Individueel opleidingsrecht § 1. Toepassingsgebied Het individueel opleidingsrecht is van toepassing op ondernemingen met minstens tien of meer werknemers en is een recht voor de werknemer, geen plicht.
Elke opleiding kan tijdens of buiten de gewone werkuren gevolgd worden. De opleiding die buiten de gewone werkuren gevolgd wordt, geeft recht op normaal loon, niet op overloon. a) Ondernemingen met minstens tien en minder dan twintig werknemers : - Elke voltijds tewerkgestelde werknemer die een volledig jaar in dienst is heeft recht op 3 opleidingsdagen per jaar, waarvan 1 individuele opleidingsdag en 2 opleidingsdagen die op ondernemingsvlak geglobaliseerd kunnen worden. - Het aantal opleidingsdagen per werknemer worden jaarlijks vóór 30 september bepaald. - De niet-opgebruikte opleidingsdagen worden overgedragen naar het daaropvolgende jaar zonder dit saldo in mindering te brengen van het opleidingskrediet in dat volgende jaar.
Op het einde van de vijfjaarlijkse periode, waarvan de eerste aanvangt op 1 januari 2024, wordt het saldo van het beschikbare opleidingskrediet op nul gezet. - De twee opleidingsdagen kunnen enkel geglobaliseerd worden op voorwaarde dat de onderneming een vormingsplan voor advies heeft voorgelegd aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis, aan de syndicale afvaardiging. Bij ontstentenis van een syndicale delegatie hangt de werkgever zijn ontwerp van het vormingsplan voor advies uit aan de werknemers. Zij maken hun opmerkingen en eventuele suggesties over aan de werkgever binnen de 15 dagen. b) Voor ondernemingen met minstens twintig werknemers geldt volgend groeipad voor elke voltijdse werknemer die een volledig jaar in dienst is : - 2023 : 4 opleidingsdagen per jaar waarvan 2 individuele opleidingsdagen en 2 opleidingsdagen die op ondernemingsvlak geglobaliseerd kunnen worden. - 2024 : 5 opleidingsdagen per jaar waarvan 3 individuele opleidingsdagen en 2 opleidingsdagen die op ondernemingsvlak geglobaliseerd kunnen worden. - 2025-2026 : 5 opleidingsdagen per jaar waarvan 3,5 individuele opleidingsdagen en 1,5 opleidingsdag die op ondernemingsvlak geglobaliseerd kan worden. - 2027-2028 : 4 individuele opleidingsdagen per jaar. - Vanaf 1 januari 2029 : 5 individuele opleidingsdagen per jaar. - De werkgever deelt jaarlijks het opleidingskrediet mee aan elke werknemer, hetzij schriftelijk, hetzij op elektronische wijze. - De opleidingen die in aanmerking komen worden opgelijst in de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 2023 tot uitvoering van hoofdstuk 9 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen, in het kader van de opleidingsplannen. - De niet-opgebruikte opleidingsdagen worden overgedragen naar het daaropvolgende jaar zonder dit saldo in mindering te brengen van het opleidingskrediet in dat volgende jaar.
Op het einde van de vijfjaarlijkse periode, waarvan de eerste aanvangt op 1 januari 2024, wordt het saldo van het beschikbare opleidingskrediet op nul gezet.
De twee opleidingsdagen in 2023, de twee opleidingsdagen in 2024 en de anderhalve opleidingsdag in 2025 en in 2026 kunnen enkel geglobaliseerd worden op voorwaarde dat de onderneming een vormingsplan voor advies heeft voorgelegd aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis, aan de syndicale afvaardiging. Bij ontstentenis van een syndicale delegatie hangt de werkgever zijn ontwerp van het vormingsplan voor advies uit aan de werknemers. Zij maken hun opmerkingen en eventuele suggesties over aan de werkgever binnen de 15 dagen. § 2. Berekeningswijze van het aantal tewerkgestelde werknemers Het aantal tewerkgestelde werknemers wordt berekend in voltijdse equivalenten op basis van de gemiddelde tewerkstelling van de referteperiode voorafgaand aan de tweejaarlijkse periode die voor de eerste keer begint op 1 januari 2022.
Onder "referteperiode" wordt verstaan : het vierde kwartaal van het jaar N-2 en de eerste drie kwartalen van het jaar N-1 voorafgaand aan de tweejaarlijkse periode. De eerste referteperiode loopt van 1 oktober 2020 tot en met 30 september 2021.
Het gemiddelde aantal voltijdse equivalenten tijdens de referteperiode wordt als volgt berekend : het aantal voltijdse equivalenten op het einde van elke kwartaal van de referteperiode gedeeld door het aantal kwartalen waarvoor de werkgever werknemers heeft aangegeven aan de RSZ. De schorsing van de arbeidsprestaties heeft geen invloed op het opleidingsrecht. § 3. Proratisering van het aantal opleidingsdagen Het aantal opleidingsdagen wordt geproratiseerd in functie van : - het arbeidsregime van de werknemer; - het aantal maanden van het kalenderjaar gedekt door een arbeidsovereenkomst zowel voor voltijdse als deeltijdse werknemers.
De werkgever bepaalt het aantal opleidingsdagen op basis van de volgende formule : A x B x C waar : - A overeenkomt met het aantal toegekende opleidingsdagen voor een voltijds tewerkgestelde werknemer in de onderneming; - B overeenkomt met het arbeidsregime van de werknemer in verhouding tot een voltijdse arbeidsregime; - C overeenkomt met het aantal maanden tewerkstelling in de onderneming gedeeld door twaalf.
Elke begonnen maand wordt beschouwd als een volledig gepresteerde maand. § 4. Ontslag - Bij ontslag door werknemer of ontslag wegens dringende redenen : de werknemer heeft geen recht om opleidingskrediet op te nemen noch tot uitbetaling ervan. - Bij ontslag door werkgever : werknemer heeft recht op opname of uitbetaling van opleidingskrediet in onderling akkoord met werkgever.
De werkgever en de werknemer komen onderling overeen dat hetzij de opleidingsdagen betaald worden bij uitdiensttreding van de werknemer, hetzij de werknemer de opleidingsdagen opneemt tijdens de opzeggingstermijn.".
Art. 4.Indien een werknemer meent geen recht te hebben gehad op zijn opleidingsdagen, heeft hij de mogelijkheid de voorzitter van het paritair comité hiervan in te lichten, die dan de werkgever zal verzoeken de globalisering van de vormingsdagen gedurende de betrokken periode, te rechtvaardigen.
Art. 5.
Artikel 32bis.Het opleidingsplan wordt opgeheven
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2023 en is afgesloten voor onbepaalde duur.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 mei 2023 geregistreerd onder het nummer 180075.
Ze kan door één van de ondertekenende partijen opgezegd worden met een opzegtermijn van drie maanden, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf en aan ondertekende organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 maart 2024.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE