Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 juni 2000
gepubliceerd op 19 september 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen op 58 jaar

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012480
pub.
19/09/2000
prom.
24/06/2000
ELI
eli/besluit/2000/06/24/2000012480/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 JUNI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen op 58 jaar (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen op 58 jaar.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 juni 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 1998 Toekenning van het conventioneel brugpensioen op 58 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 6 januari 1999 onder het nummer 49667/CO/319) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de instellingen en diensten die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, en die erkend en/of gesubsidieerd worden door de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse en Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissies van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alsook op de werknemers en de werkgevers van de instellingen en diensten die dezelfde activiteiten uitoefenen en die niet erkend noch gesubsidieerd zijn.

Onder « werknemers » wordt verstaan bedienden en arbeiders, zowel mannen als vrouwen. HOOFDSTUK II. - Principe

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel een stelsel van brugpensioen met vervangende tewerkstelling in te stellen.

Zij werd uitgewerkt vertrekkende van : a) de collectieve arbeidsovereenkomst nr.17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975) en de besluiten die dit wijzigen; b) het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, en de besluiten die dit wijzigen of vervangen. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst verbinden de werkgevers zich ertoe : a) het brugpensioen toe te kennen aan de werknemers van 58 jaar of ouder, die te dien einde ontslagen zijn;b) de betaling van een aanvullende brugpensioenvergoeding op zich te nemen;c) de bruggepensioneerde werknemer te vervangen volgens de modaliteiten bepaald door het koninklijk besluit van 20 augustus 1986. HOOFDSTUK III. - Geldigheid

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 juni 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^