Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 juni 1997
gepubliceerd op 22 november 1997

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de arbeidsvoorwaarden

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012502
pub.
22/11/1997
prom.
24/06/1997
ELI
eli/besluit/1997/06/24/1997012502/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 JUNI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de arbeidsvoorwaarden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.De Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 juni 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 1996 Arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 17 oktober 1996, onder het nummer 42820/CO/125.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden die onder het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden ressorteren.

Met "werklieden" worden de werklieden en werksters bedoeld. HOOFDSTUK II. - Indeling van de functies naar de graad van geschooldheid

Art. 2.De indeling van de functies omvat de vijf volgende categorieën : 1. Meer dan geschoolden : gespecialiseerde meestergast die de werkgever kan vervangen, gespecialiseerde zagenscherper, mechanicien.2. Geschoolden : meestergast-opzichter, boomzager, gewone zagenscherper, kwartierzager, bestuurder-mechanicien van vrachtwagens.3. Geoefenden : zager aan de dossemachine en de kantrechtzaag, de geoefende in het werk aan de machine, bestuurder van vrachtwagens, magazijnier.4. Ongeschoolden : degenen die elke niet hierboven vermelde functie uitoefenen.5. Handlangers licht werk : degenen die functies uitoefenen welke geen speciale kennis of aanpassing vereisen in de sector snijden - schillen.

Art. 3.De minimumkwalificatie van de arbeiders die houder zijn van een brevet van industrieel leerling of die met voldoening een sectorale beroepsopleiding beëindigd hebben in het kader van de bepalingen van de wet van 30 december 1988 en volgende, beter bekend onder de benaming "opleiding voor risicogoepen", is deze van "geoefende" gedurende de eerste zes maanden die volgen op de indiensttreding in de onderneming, vervolgens die van "geschoolde". HOOFDSTUK III. - Vaststelling van de lonen

Art. 4.Onverminderd de toepassing van de arbeidstijdverkorting en van de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, worden de minimumuurlonen van de werklieden die ten minste 21 jaar oud zijn per 1 januari 1996, als volgt vastgesteld in een 38-urige werkweek : Handlangers licht werk 328,00 F Ongeschoolden 330,60 F Geoefenden 339,50 F Geschoolden 349,10 F Meer dan geschoolden 363,70 F

Art. 5.De minimumuurlonen van de werklieden die 18 tot 20 jaar oud zijn worden vastgesteld volgens de leeftijd, in percentage van het minimumuurloon van de 21-jarige werkman van de categorie waartoe zij behoren, zoals volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 6.De minderjarige werklieden die ten minste 18 jaar oud zijn en het werk van 21-jarige werklieden verrichten met hetzelfde rendement, hebben recht op het minimumuurloon dat is vastgesteld voor de 21-jarige werkman van hun categorie. HOOFDSTUK IV. - Drenkingswerken

Art. 7.Aan de werklieden wordt, welke ook hun kwalificatie weze, een bijslag verleend van 7 F per uur besteed aan het drenken van hout met de hand. HOOFDSTUK V. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 8.De bij de artikelen 4 tot en met 7 vastgestelde minimumuurlonen of het gedeelte van de werkelijk betaalde lonen dat gelijk is aan deze minimumlonen wordt gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, dat maandelijks wordt vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Vanaf 1 januari 1996 worden bij het begin van elk kalenderkwartaal de minimumuurlonen en de werkelijk uitbetaalde lonen die hoger liggen dan deze minimumuurlonen : a) voor de handlangers licht werk, de ongeschoolden, de geoefenden en de geschoolden verhoogd of verlaagd met het bedrag dat overeenstemt met de verhoging of verlaging van het minimumuurloon van de geschoolde werkman;b) voor de meer dan geschoolden verhoogd of verlaagd met het bedrag dat overeenstemt met de verhoging of verlaging van het minimumuurloon van de meer geschoolde werkman;c) Het quotiënt waarmee rekening wordt gehouden bij de berekening van de aanpassing wordt berekend tot vier decimalen en wordt bekomen door het rekenkundig gemiddelde van het indexcijfer van de eerste twee maanden van het voorbije kwartaal te delen door dit van de eerste twee maanden van het daaraan voorafgaande kwartaal.

Art. 9.De uitkomst van de berekeningen door toepassing van de coëfficiënt met vier decimalen wordt afgerond tot de hogere of lagere deciem, zoals volgt : - wanneer het aantal centiemen hoger is dan of gelijk aan 5 wordt het resultaat afgerond naar de hogere deciem; - wanneer het aantal centiemen lager is dan 5 wordt het resultaat afgerond naar de lagere deciem.

Art. 10.Indien bij de aanvang van een kwartaal gelijktijdig een verhoging tengevolge van de koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, een andere verhoging van de lonen en/of een vermindering van de wekelijkse arbeidsduur moet worden toegepast, wordt de aanpassing die het resultaat is van de koppeling aan het indexcijfer toegepast nadat eerst de lonen tengevolge van de vastgestelde verhoging en/of van de vermindering van de wekelijkse arbeidsduur werden aangepast. HOOFDSTUK VI. - Verschillende voordelen

Art. 11.In de ondernemingen waar reeds in welke vorm ook gunstiger voordelen worden toegekend, blijft het gedeelte van deze voordelen dat de bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde bedragen overschrijdt alleszins verkregen. HOOFDSTUK VII. - Geldigheidsduur

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1996 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maand, betekend bij aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 juni 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^